Algemene voorlichting

Voor kinderen tot 8 jaar met narcosekapje

Voor kinderen van 8 tot 18 jaar met infuus


Praat samen met uw kind over wat jullie gezien hebben in de film. Houdt rekening met het tijdsbesef van uw kind. Voor sommige kinderen is het fijn om kort van te voren voorbereid te worden, andere kinderen hebben juist meer verwerkingstijd nodig. Bereid uw kind niet vlak voor het slapen gaan voor. Vraag uw kind zelf te vertellen hoe de dag eruit zal zien. Hieruit kunt u opmaken of hij/zij alles goed begrepen heeft. Vertel wat uw kind kan verwachten na de operatie. Benoem alleen wat het kind bewust mee gaat maken. Blijf altijd eerlijk tegen uw kind. Benadruk de vervelende dingen niet, maar vertel er wel eerlijk over. Leen eventueel bij de bibliotheek een voorleesboek over het ziekenhuis. Voor de jongere kinderen is “Bobbi naar het ziekenhuis” een aanrader.

Voor meer informatie over de voorbereiding rondom de operatie kunt u terecht bij de medisch pedagogisch zorgverleners. Dit kan ook wanneer uw kind speciale aandachtspunten heeft voor de voorbereiding en/of de begeleiding op de dag van de ingreep. De pedagogische zorgmedewerkers houden telefonisch spreekuur op dinsdagmiddag en donderdagmiddag van 13.30 tot 15.00 uur. Het telefoonnummer is 0187-60 1575, bij geen gehoor 0187-60 7185. Voor het maken van een afspraak met de pedagogische zorg kunt u bellen met de kinderpoli, telefoonnummer 0187-60 7185.

De dag van de ingreep

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de receptie van de hoofdingang voor de opname. U heeft een schriftelijke bevestiging van de afspraak ontvangen waarop de datum en tijdstip van opname staan vermeld. De receptionist wijst u de weg naar de afdeling. Op de afdeling wordt u ontvangen door de verpleegkundige, zij maakt kennis met u en uw kind en begeleidt jullie tijdens de opname. Uw kind krijgt een naambandje om de pols en mag zijn eigen pyjama aantrekken. De verpleegkundige meet ook de lichaamstemperatuur van uw kind. De verpleegkundige brengt uw kind met één ouder naar de operatiekamer.

De ingreep

De ingreep vindt plaats onder lichte algehele anesthesie (narcose). Het in slaap maken gaat door middel van een kapje. Eén ouder mag tijdens de toediening van de narcose aanwezig zijn. Als u zwanger bent mag u niet mee naar de operatiekamer in verband met schadelijke gassen voor het ongeboren kind. U krijgt op de OK een speciale steriele jas aan, plastic sloffen over uw schoenen en een operatiemuts op. Uw kind krijgt ook een operatiemuts op. Tijdens de inleiding van de narcose ligt uw kind op de operatietafel en kunt u naast uw kind zitten. Het in slaap brengen gebeurt door uw kind enige tijd in en uit te laten ademen in een kapje dat over de mond en de neus wordt geplaatst. Uit het kapje stroomt het narcosegas. Vaak gebeurt het dat uw kind de ogen open houdt en/of onwillekeurige bewegingen maakt tijdens het inleiden van de narcose met een kapje. Dit is normaal en is geen reden tot ongerustheid. Bij het bereiken van de juiste narcosediepte verdwijnt dit spontaan. Soms krijgt uw kind een infuus in de hand of arm in plaats van een kapje om in slaap te vallen. De keuze tussen een kapje en het infuus wordt gemaakt op de POS in overleg tussen kind/ouder en de anesthesioloog. Bekijkt u samen met uw kind het filmpje over het infuus aanbrengen. Het is belangrijk dat u probeert uw kind gerust te stellen door tegen uw kind te blijven praten en eventueel de handen vast te houden tot uw kind slaapt. Het is niet toegestaan om bij de ingreep aanwezig te zijn. Als uw kind slaapt, wordt u naar de wachtruimte gebracht. U blijft achter het scherm tot u bij uw kind wordt geroepen om het op te vangen en te troosten. U en uw kind worden door een verpleegkundige terug begeleid naar de afdeling. Op de afdeling zorgt de kinderverpleegkundige voor uw kind. Als uw kind goed wakker is, niet misselijk is en de wond goed droog is, mag uw kind naar huis. Meestal is dit een half uur na de ingreep. Dit bepaalt de kinderverpleegkundige.

De ingreep zelf duurt enkele minuten. De KNO-arts maakt een klein gaatje in het trommelvlies. Hierdoor wordt het vocht afgezogen en een kunststofbuisje in het oor geplaatst. Omdat er nu weer een normale luchtdruk in het middenoor ontstaat (de lucht kan door het buisje naar binnen en naar buiten), produceert het slijmvlies geen vocht meer en zal het gehoor herstellen.

Complicaties

De ingreep verloopt doorgaans zonder problemen. In principe vindt de ingreep plaats in dagbehandeling. Mochten er zich complicaties voordoen dan is de organisatie erop berekend dat uw kind langer in het ziekenhuis kan verblijven. Als uw kind temperatuurverhoging heeft boven de 38ºC houdt u uw kind dan binnen.

Pijnbestrijding na de operatie

Wanneer uw kind op de dag van de operatie naar huis mag, dan is het belangrijk er voor te zorgen dat u Paracetamoltabletten of zetpillen in huis heeft. De verpleegkundige geeft u bij het ontslag uitleg over het gebruik hiervan. Het is van belang dat uw kind thuis ook op vaste tijden de pijnmedicatie inneemt volgens onderstaand schema.

Toedieningsschema paracetamol

Kilogram	Hoe vaak per dag	Dosering
8 kg - 12 kg	3x daags	240 mg
13 kg - 16 kg	4x daags	240 mg
17 kg - 24 kg	3x daags	500 mg
25 kg - 34 kg	4x daags	500 mg
35 kg - 40 kg	3x daags	1000 mg
> 50 kg	4x daags	1000 mg

Weer thuis na de ziekenhuisopname

• De reactie op een ziekenhuisopname verschilt per kind en is onder andere afhankelijk van de leeftijd, de aard van het kind en van de ervaringen die het kind heeft opgedaan in het ziekenhuis. De reacties hoeven niet meteen zichtbaar te zijn. Ze kunnen ook later pas komen.
• Het kan zijn dat een kind na een opname:
• Tijdelijk ander gedrag vertoont
• Angstig is
• Graag ouders in de buurt heeft
• Prikkelbaar is
• Huilt zonder duidelijke aanleiding
• Moeite heeft met inslapen of onrustig slaapt
• Tijdelijk problemen heeft met zindelijkheid.
• U kunt uw kind het best begeleiden door het normale dagelijkse ritme aan te houden. Geef uw kind in deze tijd wat extra aandacht, maar blijf wel consequent. Geef uw kind de ruimte om over de opname te praten en zijn/haar emoties te verwerken. Praat over de opname en kijk bijvoorbeeld samen nog eens de ziekenhuisfilm. Het is belangrijk dat u geduldig bent, begrip toont en het tempo van uw kind volgt. Het kan ook zijn dat uw kind er geen behoefte aan heeft om over de opname te praten. Dit hoeft niet. Misschien volgt dit later nog of wellicht heeft uw kind het niet nodig.

Controleafspraak

U krijgt 6-8 weken na de ingreep een belafspraak om de ingreep te evalueren.

Douchen

Na de operatie mogen de oren een week niet nat worden. Voorzichtig douchen met een propje vette watten in de oren of een badmuts mag wel.

Zwemmen

Vanaf één week na de ingreep mag uw zoon of dochter weer zwemmen. Oordopjes zijn niet noodzakelijk. Uw kind mag niet diep duiken, dit in verband met de verhoogde druk, en niet zwemmen bij verkoudheid of een loopoor. Het risico voor een loopoor is bij zwemmen in zout water minder dan bij zwemmen in chloorwater.

Verkoudheid

Als uw kind verkouden is, dat wil zeggen een echte 'groene' verkoudheid, adviseren wij u om 4 dagen kinderneusdruppeltjes te gebruiken.

Loopoor

Als de buisjes geplaatst zijn kan er de eerste 24 uur bloed uit het oor komen, dit is niet verontrustend. Na het plaatsen van buisjes kan uw kind een loopoor krijgen.
Bij een loopoor komt er afscheiding uit het oor, die dun vloeibaar is of slijmerig. Soms kan er bloed bij zitten. De afscheiding heeft vaak een onaangename geur. Dit kan ook nog na een aantal weken na het plaatsen van de buisjes gebeuren.
Als het loopoor langer dan 24 uur aanhoudt kunt u de KNO-poli bellen voor een recept voor oordruppels.

Sluiten van het gaatje

Na enkele maanden, of soms pas na een jaar, groet het buisje spontaan uit het trommelvlies. Het gaatje sluit dan vanzelf.