Wat is astma?
Astma is een chronische aandoening waarbij sprake is van luchtwegen die bijzonder prikkelbaar zijn. Deze prikkelbaarheid komt door de chronische ontsteking van de luchtwegen bij mensen met astma. Klachten ontstaan door het inademen van een prikkelende stof. De luchtwegen raken geïrriteerd en de spiertjes rond de luchtwegen trekken samen. Hierdoor wordt de luchtwegdoorgang nauwer. Er kunnen de volgende klachten ontstaan:
- Benauwdheid/kortademigheid (in aanvallen of bij inspanning).
- Hoesten, soms met opgeven van slijm.
- Piepende ademhaling.
Naast het samentrekken van de spiertjes rond de luchtwegen kunnen de luchtwegen door de chronische ontsteking meer slijm produceren waardoor verstopping ontstaat en de luchtwegen nog meer vernauwd raken.
Hoe ontstaat astma?
Erfelijkheid speelt een rol bij het ontstaan van astma. Als een van beide ouders astmatisch of allergisch is, is de kans 50% dat een kind ook aanleg heeft voor prikkelbare luchtwegen. Als beide ouders klachten hebben is de kans ruim 70%. Een kind van ouders zonder astma of allergische aanleg loopt vijf tot tien procent kans om hier last van te krijgen.
Kinderen met astma hebben ook vaak te maken met allergieën en/of eczeem. Bij astma, allergie en eczeem speelt het afweersysteem een belangrijke rol. Het lichaam reageert “overdreven” op bepaalde prikkels. Er volgt dan een ontstekingsreactie. Prikkels die dit kunnen veroorzaken, kunnen ‘niet allergische’ prikkels zijn waar iedereen wel gevoelig voor is, zoals sigarettenrook, mist, kou, regen of geurtjes van bijvoorbeeld parfum of schoonmaakmiddelen. Maar ook stress, spanning, lichamelijke inspanning en luchtweginfecties kunnen een
reactie geven. Daarnaast zijn er allergische prikkels waar kinderen met astma op kunnen reageren.
Allergenen (allergische prikkels) kun je onderverdelen in:
- Stoffen die je inademt, zogenaamde inhalatieallergenen zoals huisstofmijt, boompollen, graspollen, honden- en kattenepitheel.
- Stoffen die je eet, zogenaamde voedselallergenen zoals pinda’s, noten, melk.
Hoe wordt de diagnose Astma gesteld?
De kinderarts stelt de diagnose astma aan de hand van een vraaggesprek (anamnese) en een lichamelijk onderzoek. Bij de anamnese vraagt de kinderarts of verpleegkundige ondermeer naar klachten zoals hoesten, piepen en benauwdheid. Hoe vaak en wanneer de klachten voorkomen. Of er uitlokkende factoren zijn. Wat de invloed van de klachten op het dagelijks leven en op lichamelijke inspanning is. Ook vraagt de kinderarts of verpleegkundige naar de
voorgeschiedenis en naar klachten van astma, eczeem of allergie bij familieleden. Bij kinderen vanaf zes jaar kan de longfunctieanalist een longfunctietest doen. Soms wordt er ook een huidtest of bloedonderzoek gedaan.
Longfunctieonderzoek
De longfunctietest laat zien hoe de doorgankelijkheid van de luchtwegen is en vertelt meer over de longinhoud. Bij deze test moet je door een mondstukje ademen op een longfunctieapparaat, een soort computer (zie afbeelding). Je krijgt een knijpertje op je neus om te voorkomen dat je door je neus ademt. Als je heel diep in en uit ademt kan de longinhoud gemeten worden. Om de snelheid te meten waarmee je uitademt, moet je een aantal keer zo hard mogelijk uitblazen. De meting gebeurt met een computerspelletje, waarbij je bijv. zoveel mogelijk kegels omver moet blazen. Bij kinderen met astma is de snelheid van uitademen vaak vertraagd. Voor het onderzoek stop je met sommige medicijnen. Op het spreekuur hoor je hier meer over. Soms krijg je een luchtwegverwijderaar toegediend, om te kijken of dit een gunstig effect heeft op de snelheid van uitademing. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur.
De NO test
In de lucht die je uitademt kunnen we een stof meten die stikstofmonoxide heet. Hieraan kunnen we zien of er tekenen van een allergische ontsteking in de longen aanwezig zijn. De functieanalist doet deze test. Tijdens de test blaas je rustig door een mondstuk. Met behulp van een computer-spelletje moet je bijvoorbeeld de wijzer van de meter op veertien proberen te houden.
Behandeling van astma
Met de behandeling streven we naar zo min mogelijk klachten van hoesten, benauwdheid of piepen en zo min mogelijk beperkingen in het dagelijkse leven door astma.
Omgevingsfactoren aanpassen
Het is belangrijk om luchtjes en irriterende stoffen zoals geurtjes, sigarettenrook, vochtigheid en stress te vermijden als je daar gevoelig voor bent. Het is aan te raden het huis zo goed mogelijk te ventileren en te verwarmen. Daarnaast vermijd je roken, zowel actief als passief (roken door gezinsleden). Als er sprake is van een allergie vermijd je zoveel mogelijk de stoffen waar je allergisch voor bent. Zie ook het hoofdstuk Deelallergie.
Inhalatie medicijnen (puffen)
Er zijn verschillende technieken om astmamedicatie te inhaleren. Afhankelijk van leeftijd, mogelijkheden, voorkeur en ernst van astma, maakt de kinderarts in overleg met jou en je ouders een keuze voor de juiste methode. Kleine kinderen gebruiken een voorzetkamer met masker, omdat de techniek van de andere voorzetkamers nog te moeilijk is. Grotere kinderen (in de regel vanaf vier jaar) kunnen een voorzetkamer met mondstuk gebruiken. Nog oudere kinderen kunnen een kleiner apparaat proberen, bijvoorbeeld een poederinhalator zoals de Turbuhaler, Autohaler, Diskus of Novolizer. Voor kinderen tot ongeveer tien jaar adviseren wij vaak de aerochamber.
Soorten medicijnen en werking
Ontstekingsremmers (onderhoudsmedicijnen)
Ontstekingsremmers remmen de chronische ontsteking van het slijmvlies van de luchtwegen en zorgen ervoor dat de zwelling van het slijmvlies vermindert. Zo bescherm je de luchtwegen tegen prikkels van buitenaf waardoor ze minder snel hierop reageren. Hierdoor ga je aanvallen van benauwdheid, hoesten en/of piepen tegen. De medicijnen werken op de langere termijn. Het effect is pas na enkele weken merkbaar. Dit middel helpt dus niet om een benauwdheidsaanval direct te beëindigen, maar probeert deze te voorkomen. Het is daarom belangrijk om deze medicijnen elke dag volgens voorschrift te gebruiken, óók als er geen klachten zijn. Het is een
onderhoudsbehandeling.
Bijwerkingen van de ontstekingsremmer kunnen zijn heesheid of een schimmelinfectie in de mond. Dit kun je voorkomen door na gebruik je tanden te poetsen of mond te spoelen. Voorbeelden van ontstekingsremmers zijn Qvar (beclomethason), Flixotide (fluticason) en Pulmicort (budesonide).
Kortwerkende luchtwegverwijders
Luchtwegverwijders maken de luchtwegen wijder doordat ze de spiertjes om de luchtwegen laten ontspannen. Ze helpen vooral bij kortademigheid. Als je vaak luchtwegverwijders nodig hebt, zal de arts over het algemeen adviseren een ontstekingsremmer te gebruiken. Kortwerkende luchtwegverwijders geven meer lucht bij een aanval van kortademigheid. Binnen vijf minuten na het inhaleren nemen de klachten van benauwdheid af. De werking houdt vier tot zes uur aan. Soms gebruik je de luchtwegverwijders preventief, bijvoorbeeld als je inspanningsastma hebt voor je gaat sporten. Bijwerkingen komen zelden voor. Mogelijke bijwerkingen zijn trillen van handen en onrust. Soms kan iemand last krijgen van hartkloppingen. Voorbeelden van kortwerkende luchtwegverwijders zijn: Airomir (salbutamol), Ventolin (salbutamol).
Langwerkende luchtwegverwijders
Deze medicijnen werken hetzelfde als kortwerkende luchtwegverwijders met het verschil dat de werkingsduur langer is. De werking houdt twaalf uur aan. Voorbeelden van langwerkende luchtwegverwijders zijn: Serevent (salmeterol), Foradil (formoterol).
Montelukast (singulair)
Wanneer je in aanraking komt met prikkels die benauwdheid veroorzaken, komen in de longen prikkelende stoffen vrij. Deze stofjes veroorzaken ontstekingen en vernauwing van de luchtwegen. Montelukast blokkeert de effecten van die stofjes. Hierdoor verminder en voorkom je ontstekingsreacties en benauwdheid. Bij de behandeling van astma gebruiken we meestal eerst luchtwegverwijders en ontstekingsremmers. Als dit onvoldoende werkt, schrijft de kinderarts soms Montelukast voor. De werking begint ongeveer twee uur na inname. Je merkt meestal binnen een paar dagen dat het aantal benauwdheidsaanvallen minder wordt. Je kunt dit middel dus niet gebruiken om een aanval van benauwdheid direct op te heffen.
Minderjarigen
De wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is heel duidelijk over de rechten van minderjarigen in relatie tot het nemen van beslissingen over een bepaalde behandeling of onderzoek. Kinderen tot twaalf jaar mogen niet voor zichzelf beslissen over een behandeling of onderzoek, terwijl voor behandeling van kinderen tussen twaalf en zestien jaar zowel toestemming van de ouders als van het kind nodig is. Vanaf zestien jaar worden kinderen in de WGBO gelijkgesteld met volwassenen. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van
Stichting Kind en Ziekenhuis en op de pagina over onze
Kinderafdeling.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
DigiD voor kinderen
Inloggen in Mijn Van Weel-Bethesda kan met de DigiD van het kind. Een DigiD kan online aangevraagd worden via
digid.nl. Het duurt daarna ongeveer 3 werkdagen voordat deze gebruikt kan worden. Kinderen van 14 jaar of ouder moeten zelf een DigiD aanvragen en gebruiken. Voor kinderen jonger dan 14 jaar mag u als ouder of voogd uw kind helpen bij het aanvragen en gebruiken van DigiD. U mag als gezagdragende ouder of verzorger het medisch dossier van uw kind inzien, maar op welke manier is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. U leest hier meer over op onze
website.
BeterDichtbij app
Met de gratis BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.