Binnenkort krijgt u een gastroscopie waarbij er gekeken wordt of er rubberen bandjes geplaatst kunnen worden om de spataderen in uw slokdarm; we noemen deze behandeling ook wel ‘rubberbandligatie’. Uw behandelend arts heeft u uitgelegd wat de reden is van deze behandeling en wat dit inhoudt. In deze folder kunt alles nog nalezen en vindt u ook informatie voor na de behandeling.
Wat zijn slokdarmspataderen?
Slokdarmspataderen zijn verwijde aderen in de slokdarm. De medische term voor slokdarmspataderen is ‘oesophagusvarices’. Ze ontstaan bij mensen met een verhoogde bloeddruk in de poortader (portale hypertensie). De poortader is een belangrijke ader. Hij voert bloed uit de milt, de alvleesklier, de galblaas en een deel van het spijsverteringskanaal naar de lever. Bij een te hoge bloeddruk in de poortader gaat het bloed naar sluipwegen zoeken. Zulke sluipwegen zijn bijvoorbeeld de aderen in de slokdarm. Maar deze dunne aderen zijn niet gemaakt om zo'n grote hoeveelheid bloed te verwerken. Hierdoor gaan ze langzaam steeds wijder worden, waardoor spataderen in de slokdarm ontstaan.
Het gevaarlijke van slokdarmspataderen is dat ze kapot kunnen gaan, waardoor hevige bloedingen ontstaan. In dat geval moet u acuut naar het ziekenhuis om deze bloeding te behandelen. Om deze bloedingen te voorkomen, wordt indien nodig een behandeling (rubberbandligatie) gepland om de spataderen preventief te behandelen.
Oorzaken
Een verhoogde bloeddruk in de poortader kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaak is levercirrose. Uw behandelend arts heeft u reeds uitleg gegeven over de oorzaak die op u van toepassing is.
Gastroscopie
De behandeling vindt plaats middels een gastroscopie; een maagonderzoek. Tijdens dit onderzoek worden slokdarm, maag en twaalfvingerige darm bekeken met behulp van een endoscoop: een dunne, flexibele slang, met aan het uiteinde een camera. De benodigde apparatuur voor de rubberbandligatie wordt aangesloten op de endoscoop. Tijdens dit onderzoek krijgt u een roesje; ook wel sedatie genoemd.
Sedatie
Het onderzoek vindt plaats onder sedatie. Het doel van de sedatie, of met andere woorden; het roesje, is dat u wat slaperig wordt. Deze slaperigheid treedt direct na toediening op. Hoe slaperig u bent is niet te voorspellen, ook als u niet slaapt zult u het onderzoek meer ontspannen ondergaan. Een roesje is dus geen narcose en is geen garantie dat u diep in slaap bent. De meeste mensen kunnen zich nadien echter weinig tot niets meer herinneren van het onderzoek.
Voorafgaand aan het onderzoek sluiten wij u aan op de monitor, zodat we uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in de gaten kunnen houden. Het kan zijn dat u wat minder gevoelig bent voor het slaapmiddel. Regelmatig gebruik van slaapmedicatie, drugs of alcoholische dranken kan de werking van het medicijn verminderen. Verder reageren sommige mensen wat ontremd door de toediening van het medicijn.
In sommige gevallen, zoals bij een slechte hart- en/of longfunctie, kan de arts die het onderzoek uitvoert besluiten af te zien van de toediening van sedatie vanwege het risico op complicaties.
Vervoer
Vanwege de sedatie mag u na het onderzoek zelf niet aan het verkeer deelnemen (auto/fietsen/wandelen) of belangrijke beslissingen nemen. Als u na deze behandeling zelf in de auto stapt en een ongeluk veroorzaakt bent u niet verzekerd. Wij vragen u om vooraf vervoer en begeleiding voor uw thuisreis te regelen. Als u géén vervoer en begeleiding kunt regelen kunnen wij u helaas géén sedatiemiddel/roesje geven.
Pre-sedatie spreekuur
Ter voorbereiding op het onderzoek is het noodzakelijk dat wij wat extra informatie over uw gezondheid hebben, dit doen we in de vorm van een vragenlijst:
- Indien uw mailadres bij ons bekend is, heeft u van ons een mail gehad met een vragenlijst over uw gezondheid. In dezelfde link zijn informatiefilmpjes te vinden m.b.t. het onderzoek en de eventuele voorbereiding. Het kan zijn dat een verpleegkundige van de endoscopieafdeling u nog belt met vragen van onze kant of informatie die aan u doorgegeven moet worden.
- Is uw mailadres niet bij ons bekend, zal een verpleegkundige van de endoscopieafdeling u bellen om de vragenlijst met u door te nemen. In dat geval ontvangt u naast deze folder ook de folder ‘gastroscopie’.
Medicijngebruik
Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicatie u gebruikt. Dit geldt vooral voor het gebruik van bloedverdunnende middelen, diabetes medicatie en staaltabletten. De endoscopie verpleegkundige zal telefonisch doorgeven wat u met deze medicatie moet doen voorafgaand aan het onderzoek.
Kleding
Tijdens het onderzoek vragen wij u:
- Om bovenkleding met korte mouwen, of waarvan de mouwen gemakkelijk omhoog kunnen, aan te trekken. Dit i.v.m. de bloeddrukband en het infuusnaaldje dat we bij u plaatsen.
Voorbereiding op het onderzoek
Nuchter
Om de behandeling goed en veilig uit te kunnen voeren moeten uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm leeg zijn:
- Als u het onderzoek voor 12:30 uur heeft mag u vanaf middernacht niets meer eten. U mag tot 4 uur voor het onderzoek nog wat water drinken.
- Als u het onderzoek na 13:30 uur heeft dan mag u om 8 uur een licht ontbijt, bijvoorbeeld een beschuit of een boterham met thee/koffie, daarna mag u niets meer eten. U mag tot 4 uur voor het onderzoek nog wat water drinken.
- Als u het onderzoek na 15:00 uur heeft dan mag u om 8 uur een licht ontbijt, bijvoorbeeld een beschuit of een boterham met thee/koffie. U mag tot 4 uur voor het onderzoek nog wat water drinken.
De dag van het onderzoek
Nadat u zich 30 minuten voorafgaand aan het onderzoek heeft aangemeld bij één van de aanmeldzuilen, kunt u plaats nemen in de wachtkamer van de Interne Geneeskunde (route E01-40). De endoscopie verpleegkundige haalt u daar op. Is uw partner/familie/kennis die u naar huis rijdt met u meegekomen naar de wachtkamer, dan wordt meteen afgesproken waar diegene mag wachten.
U wordt meegenomen naar de endoscopieafdeling waar u mag plaatsnemen op het onderzoeksbed. Er worden u wat voorbereidende vragen gesteld en er wordt een infuusnaald geprikt waarover het roesje gegeven kan worden. U krijgt vooraf nog een drankje dat eventuele schuimvorming in de maag helpt voorkomen. Vervolgens brengt de verpleegkundige u naar de scopiekamer en wordt u aangesloten aan de bewakingsmonitor, om zo uw bloeddruk, hartslag en zuurstofwaarde in het bloed in de gaten te houden.
Indien u daar geen bezwaar tegen heeft, geven wij u voor we starten een verdovende keelspray. Dit smaakt vies en geeft een dik gevoel in de keel, alsof u minder goed kunt slikken. Het effect van de spray is dat het uw keel verdooft waardoor u minder last heeft van kokhalzen en u de scoop minder in uw keel voelt. Bent u allergisch voor Lidocaïne? Geef dit dan aan, dan mogen wij u deze spray niet geven. Na toediening van de spray moet u een uurtje wachten met drinken en eten, omdat u zich mogelijk kunt verslikken door de verdoving.
Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzijde op het onderzoeksbed. Als u een gebitsprothese heeft, moet deze voor het onderzoek worden uitgedaan. Een verpleegkundige plaatst een bijtring tussen uw kaken om zowel uw gebit als de endoscoop te beschermen, hierna wordt het roesje toegediend. Door het ringetje wordt de scoop ingebracht. Achterin de keel geeft dit wat kokhalzen, meestal wordt dit minder als we de slokdarm bereikt hebben. Gedurende het onderzoek zult u soms nog wat kokhalzen en boeren en kunt u een wat drukkend gevoel ervaren in de buik/op de borst. Dit is heel normaal en hoort bij het onderzoek. Vanwege het roesje zal dit echter grotendeels langs u heen gaan. Slokdarm, maag en twaalfvingerige darm worden standaard geïnspecteerd. Op de terugweg worden de slokdarmspataderen goed bekeken en wordt beoordeeld of behandeling noodzakelijk is. Zo ja, wordt eerst de scoop verwijderd om de benodigde apparatuur hierop te kunnen installeren. Hierna wordt de scoop weer ingebracht om de spataderen te behandelen.
Behandeling slokdarmspataderen; rubberbandligatie
Als de scoop weer gereed is voor gebruik, wordt deze opnieuw ingebracht tot in de slokdarm. De MDL-arts zoekt de spataderen op met de scoop. De spatader wordt een stukje in de scoop gezogen, waarna er een rubberbandje (een soort elastiekje) rond de spatader wordt geschoten (zie afbeelding hieronder).
In totaal kunnen er 7 bandjes worden geschoten tijdens de behandeling. De rubberen bandjes binden de spatader af, vallen er na verloop van tijd vanzelf af en verlaten het lichaam via de ontlasting.
Voor het onderzoek wordt in totaal 30 minuten ingepland. De scopie inclusief behandeling zelf duurt ongeveer 20 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek krijgt u te horen wat er tijdens het onderzoek gedaan is. Vanwege het roesje is de kans groot dat u dit (deels) weer vergeet, daarom schrijven we het ook op een nazorgformulier dat u mee naar huis krijgt. De endoscopieverpleegkundige brengt u naar de dagbehandeling, waar u nog ongeveer 1,5 uur verblijft (tot u wat heeft mogen drinken en dit goed gaat).
Op de dagbehandeling worden ook uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte gecontroleerd. Na de behandeling kunt u wat keelpijn of pijnklachten bemerken bij het borstbeen. Dit is normaal en kan enkele dagen duren. U mag eventueel paracetamol (opgelost in water) innemen voor de pijn.
Belangrijk:
- Na de behandeling is het belangrijk dat u 2 uur nuchter blijft. De verpleegkundige op de dagbehandeling zal u na deze 2 uur een slokje water geven om te kijken of dit goed gaat.
- Wanneer het drinken goed gaat dient u de komende 24 uur een vloeibaar (koud/lauw) dieet houden. Denk hierbij aan yoghurt, vla, kwark, appelmoes, bouillon of gepureerde soep. Let op: eet bouillon/soep niet te warm!
- Na 24 uur vloeibaar mag u het eten rustig uitbreiden. Probeer vooral uw eten goed te kauwen voordat u het doorslikt, zodat zacht voedsel de slokdarm passeert.
- Drink voldoende vloeistof voor, tijdens en na de maaltijd.
Mogelijke complicaties:
Hoewel een gastroscopie een veilig onderzoek is, kunnen er in enkele gevallen toch klachten/complicaties optreden:
- U kunt enkele dagen last houden van een gevoelige keel.
- Door verslikken kan er maaginhoud omhoogkomen en in de longen terecht komen. Dit kan soms een infectie (longontsteking) veroorzaken. (We benadrukken daarom extra het belang van het nuchter zijn voor het onderzoek).
- Door bijvoorbeeld krachtig opboeren of het uitvoeren van bepaalde handelingen kan er een scheurtje in het slijmvlies/een lichte bloeding ontstaan. Over het algemeen geneest dit vanzelf. In een heel enkel geval ontstaat er t.g.v. een handeling een bloeding die niet direct vanzelf stopt of een perforatie (gaatje in het slijmvlies). In dat geval wordt gekeken of het tijdens de scopie te verhelpen is, of dat een ziekenhuisopname met behandeling noodzakelijk is. De kans hierop is zeer klein.
Hoewel het doel van de rubberbandligatie het voorkomen/beperken van een bloeding van de slokdarmspataderen is, kan een bloeding ook een complicatie zijn van de behandeling. Een bloeding kan tijdens maar ook na de behandeling ontstaan. Ontstaat een bloeding direct tijdens behandeling, wordt dit meteen behandeld. Ontstaat een bloeding na de behandeling (dit kan tot ongeveer 2 weken na behandeling), neem dan direct contact op via de contactgegevens onderaan deze folder.
Neem ook contact op als u last heeft van één of meerdere van onderstaande klachten:
- Aanhoudende koorts/ koude rillingen
- Bloed braken
- Onhoudbare pijn
- Aanhoudende misselijkheid
- Zwarte of (donker)rode ontlasting
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.