Baby’s die onrustig zijn en veel huilen worden ook wel “huilbaby’s of prikkelbare baby’s” genoemd. We spreken dan meestal over een toestand waarin een op het oog gezonde baby, perioden van veel huilen, jengelen en prikkelbaarheid laat zien. Ze zijn vaak moeilijk te troosten, zeer actief, bewegelijk met armen en benen, schrikachtig en snel afgeleid. Ze kunnen moeilijk omgaan met veranderingen en slapen vaak maar voor korte periodes (hazenslaapjes). Onrustige baby’s kunnen naast het vele huilen en het slecht slapen ook vrij algemene symptomen laten zien, zoals: overstrekken, buikkrampen en slecht drinken.
Een gestructureerde dagindeling
Wanneer een baby veel huilt is het belangrijk om regelmaat en structuur in de dag aan te brengen, maar hoe pakt u dat aan?
Hoe ziet het ritme van een baby er uit?
Het ritme van een baby bestaat eigenlijk maar uit een paar activiteiten die zich meerdere keren per dag herhalen:
Stap 1: De baby wordt wakker
Als het tijd is om uit bed te gaan wordt hij uit bed gehaald en verschoond.
Stap 2: De baby krijgt voeding
Geef de voeding altijd in een rustige omgeving met zo min mogelijk prikkels , dus geen radio of TV aan. Zorg dat er minimaal 2 en maximaal 4 uur tussen de voedingen zit. Dit geldt voor baby’s vanaf de geboorte tot ongeveer 20 weken oud.
Stap 3: Knuffelen en spelen met de baby
Het is nu tijd om samen te spelen of te knuffelen maar het is ook goed om de baby zelf te laten spelen, bijvoorbeeld in de box. Baby’s van 2 weken oud houden dit misschien maar 5 minuten vol en laten dan signalen van vermoeidheid zien terwijl baby’s van 2 maanden oud het wel 30 minuten vol kunnen houden. Kijk goed naar uw baby wat hij aan kan. Enkele speeltjes zijn genoeg!
Spelen is natuurlijk alleen overdag van toepassing, ’s avonds en ’s nachts gaat de baby na het voeden en even knuffelen weer slapen.
Stap 4: De baby gaat naar bed
Leg de baby bij de eerste vermoeidheidssignalen wakker in zijn eigen bed op zijn eigen kamer! Zo leert de baby zelf in slaap te vallen. Dus niet wachten tot de baby bijvoorbeeld op uw arm in slaap is gevallen. Vermoeidheidssignalen zijn: geeuwen, weg kijken, druk worden, wrijven in de oogjes, huilen, jengelen, bij je willen zijn, duimen/speen zuigen,
Wanneer de baby wordt ingebakerd, doe dit dan standaard bij ieder slaapje. Inbakeren mag totdat uw kindje kan omdraaien of uiterlijk totdat hij 6 maanden is.
In het ziekenhuis gebruiken we de Pacco doek als inbakerdoek. Voor baby’s van enkele weken oud werkt het inbakeren in een lakentje ook goed, maar rondom de 3 maanden past en werkt dit vaak niet meer. Andere ‘kant en klare’ inbakerdoeken zitten vaak niet strak genoeg en lokken bij de baby vaak de
reactie uit om te gaan ‘worstelen’ met de ruimte die ze nog wel hebben, het kind wordt onrustiger, in plaats van rustiger.
Leg uw baby met zijn voetjes bij het voeteneind van het bedje en dek hem strak toe, tot onder zijn kin. Zo zorgen de dekens voor voldoende warmte, maar ook voor een kalmerende en geruststellende begrenzing. In het nekje van uw baby kunt u voelen of hij het niet te warm of te koud heeft.
Als de baby begint te huilen terwijl hij eigenlijk nog moet slapen, gaat u na ongeveer 5 - 10 minuutjes naar de baby toe. U stelt de baby gerust (door bijvoorbeeld een hand op de buik en het voorhoofdje te leggen, ‘sshht’ te zeggen of een fopspeen te geven), probeer eerst in bed te troosten, werkt dit niet, pak de baby dan even bij u totdat hij weer kalm is. Hou het rustig, geef stille aandacht. Blijf op de slaapkamer van de baby.
Is uw baby rustig, dan legt u hem weer neer. Gaat hij dan meteen huilen, leg hem dan wel eerst neer voordat u hem direct weer oppakt, dit om opnieuw met de troostcyclus te beginnen. (Even huilen, troosten in bed, indien nodig oppakken en weer terug in bed)
Door dit steeds zo te doen, zal uw baby steeds minder huilen en uiteindelijk gewoon zelf meteen in slaap vallen. Bij het troosten is het belangrijk dat uw baby weer rustig wordt. Leg hem op bed als de rust is wedergekeerd. Valt hij bijna in slaap in uw armen? Dan neerleggen als hij dommelt. Het gaat erom dat uw baby leert te slapen en ook leert zelf in slaap te vallen. Als hij dit eenmaal doorheeft en zijn lijfje dit hormonaal oppakt, dan zult u steeds minder vaak hoeven te troosten.
Kunnen slapen is afhankelijk van 4 hormonen, waaronder melatonine en adrenaline. De spiegels van de hormonen moeten ‘goed’ staan om te kunnen slapen. Wanneer de adrenaline te hoog is, is er weinig melatonine en is slapen simpelweg niet mogelijk. Om deze reden laten we de baby niet huilen totdat hij in slaap valt, maar troosten we hem geregeld. Slaapt uw baby na drie troostcyclussen niet? Dan wordt de poging tijdelijk gestopt.
Als het op dat moment langer dan 2 uur geleden is dat het kind gedronken heeft (zowel bij borstvoeding als bij flesvoeding) krijgt het kind een voeding aangeboden zodat hij kalmeert en zijn eventuele honger wordt gestild en gaat hij, na even rechtop te hebben gezeten na het drinken, zo snel mogelijk alsnog naar bed. Slapen lukt nu vaak wel.
Voeden na 2 uur lijkt heel snel, maar het is bewezen dat binnen de 24 uur kinderen dit zelf compenseren en toch globaal op het normale aantal/hoeveelheid voeding komen. Daarnaast komt dit moment alleen voor in de start van het programma, als kinderen eenmaal in een ritme komen is veelvuldig huilen en troosten vaak niet meer aan de orde.
Het ritme zoals beschreven zorgt er ook voor dat voeden na 3 of 4 uur vaak niet meer kan, wanneer we de baby volgen in hoe lang hij slaapt en we de tijd dat hij wakker is (na voldoende lang geslapen te hebben) steeds hetzelfde inrichten, verliezen we de vaste voedingstijden. Als we wel met vaste voedingstijden zouden werken en de baby is opeens een keer te vroeg wakker zouden we tijd gaan rekken tot aan het voedingsmoment waardoor de baby al moe gaat drinken. De enige kloktijd die we nog hebben, is de tijd hoe lang de baby wakker mag zijn.
De eerste dagen zult u regelmatig naar de baby terug moeten en zal het best zwaar zijn om de methode op de juiste manier te hanteren. Na ongeveer een week consequent ritme te bieden en te troosten volgens deze troostcyclus zult u resultaat zien.
Onrustige baby’s geven geen duidelijke vermoeidheidssignalen, om deze reden is er een overzichtje opgenomen hoeveel een baby slaapt op welke leeftijd. Als u start met het aanbrengen van een ritme, legt u uw kindje aan het eind van de wakkertijd op bed.
Als uw kindje gewend raakt aan het ritme en rustiger wordt, gaat u wel vermoeidheidssignalen zien, deze zijn dan leidend wanneer u uw baby op bed legt.
Leeftijd
|
Totale slaap |
Slaapjes overdag |
Wakkertijd
|
0-2 weken | 14-18 uur | Aan en af | 45 minuten |
2-6 weken | 14-16 uur | 4-8 slaapjes | 60 minuten |
6-12 weken | 14-16 uur | 4-6 slaapjes | 60-90 minuten |
3-6 maanden | 14-15 uur | 3-4 slaapjes | 90 minuten |
6-8 maanden | 14-15 uur | 2-3 slaapjes | 90-150 minuten |
8-12 maanden | 14-15 uur | 2 slaapjes | 120-180 minuten |
12 maanden | 11-14 uur | 1-2 slaapjes | 120-180 minuten |
Slaappatroon
Een baby slaapt net als wij in cyclussen. Voor volwassenen zijn deze cyclussen ongeveer anderhalf uur, dan worden we even wakker, draaien ons om en de volgende ochtend weten we niet dat we wakker zijn geweest. De slaapcyclus van een baby is ongeveer 45 minuten. Veel baby’s hebben moeite om na deze 45 minuten verder te slapen (met het consequent blijven toepassen van de aanpak zoals beschreven is er vaak ook op dit gebied een goede verbetering te zien).
Baby’s slapen veel lichter dan volwassenen. Zeker na 10 en 20 minuten slaap is er een punt waarop baby’s heel licht slapen en dus ook gemakkelijk wakker worden. Hoe meer een baby in een ritme zit, hoe minder onrustig/kwetsbaar de slaap lijkt te worden.
Kinderen die te weinig slapen worden hyperactief. Anders dan volwassenen gaat een baby die te moe is niet gapen, in de ogen wrijven etc. Een baby wordt heel actief, heeft grote ogen, lijkt totaal geen slaap te hebben en wil door de ouders gedragen en vermaakt worden. Hoe minder een kind slaapt op de dag, hoe meer slaapschuld hij heeft en hoe hoger de drempel wordt om te kunnen gaan slapen.
Tot aan ongeveer 5 maanden zien we dat baby’s die overdag veel wakker zijn ’s nacht vaak goed slapen. Na de 5 maanden wordt ook het slapen ‘s nachts vaak een probleem. Wij streven er naar om voor die tijd een mooi ritme te creëren.
Prikkelverwerking
Een kind is bij de geboorte niet ‘af’. Naast de onrijpe darmpjes en mogelijke refluxklachten is ook het centrale zenuwstelsel niet af. De prikkelverwerking is nog niet goed en de 5 tot 10 minuten huilen bij het in slaap vallen is dan ook voor sommige kinderen nodig om wat prikkels te verwerken zodat ze in slaap kunnen vallen. De hoeveelheid prikkels die het kind binnenkrijgt stapelt op gedurende de dag, wat vaak resulteert in een onrustig moment tussen 4 uur ’s middags en 8 uur ’s avonds. Dr. Brazelton, een Amerikaans kinderarts, benoemt dit als een emmer die gedurende de dag gevuld wordt, later op de middag is de emmer vol en moet deze ‘leger worden gehuild om er weer voor 24 uur tegen te kunnen’. Wees alert op hoeveel prikkels een baby op een dag krijgt. Televisie, maar ook veel activiteit in de directe omgeving van uw baby, zijn bronnen van veel prikkels.
Op het moeizame moment aan het einde van de middag, begin van de avond, is het belangrijk om uw baby niet teveel extra prikkels te geven, hij probeert juist indrukken/prikkels kwijt te raken.
Als de troostmethode op dit moment van de dag niet werkt, hoeft u niet te blijven proberen uw kindje op dit moment van de dag te laten slapen. De draagzak, oid. is nu misschien prettig voor u en of uw baby. De rest van de dag adviseren we om wel zoveel mogelijk vast te houden aan het ritme.
Dingen die op dit moment niet werken, kunnen over enkele weken wel weer werken, de ontwikkeling van uw kindje gaat snel! Zeker na de 3 maanden willen veel kinderen laat op de middag nog wel een slaapje doen.
Overige activiteiten
Naast de genoemde stappen zal de baby ook een keer per dag of om de dag in bad gaan, dit kunt u in de ochtend of in de avond tussen stap 1 en 2 inbouwen. Verstandig is om te kiezen voor een vast bad moment, dus altijd in de ochtend of altijd in de avond.
Waarschijnlijk bent u gewend om een keer buiten te gaan wandelen of een boodschap te gaan doen. Dit kunt u dan bijvoorbeeld
i.p.v. stap 3 doen. Wanneer de baby tijdens het wandelen in slaap is gevallen kunt u het beste de baby in de wandelwagen verder laten slapen. Zet de wandelwagen in een rustige ruimte en als de baby wakker wordt begint u weer bij stap 1. Beperk in de eerste periode de uitstapjes met de baby tot maximaal 1 keer per dag.
De troostreflex
Binnen in de baarmoeder
|
"De magische vijf' Karp
|
Weinig ruimte | Inbakeren |
Foetushouding | Zijwaarts op je arm leggen |
Continue suizend geluid | Sussen door ssshhh te zeggen |
Veel bewegingen | Wiegen |
Zuigen | Laten zuigen op een speentje |
De eerste twee weken is het meestal genieten van je baby. Je baby geniet van jou en jij geniet van hem of haar. Daarna komt er vaak wat meer onrust en gaat je baby meer huilen. Tot wel 6 uur op een dag. Je baby moet wennen aan alles om hem of haar heen en mist de vertrouwdheid van de baarmoeder. Als er verder geen lichamelijke oorzaken van het huilen zijn, is het belangrijk om je kind goed te kunnen troosten. Daarom ontwikkelde kinderarts Harvey Karp (USA) een methode om de situatie in de baarmoeder zo goed mogelijk na te bootsen zodat jouw baby tot rust kan komen: de troostreflex. Ga voor meer uitleg via onderstaande link naar Youtube:
How To Put Your Baby To Sleep, According To "The Baby Whisperer". "De magische vijf"
De troostreflex kun je inschakelen via “de magische vijf” en zo kun je het huilen laten stoppen.
1. Inbakeren
Met het inbakeren boots je de geborgenheid van de baarmoeder na.
2. Zijwaarts op je arm leggen
Op de zij houden voelt fijn voor je baby, het bootst de foetushouding na. Wel altijd op de rug in bed leggen.
3. Sussen door hard ssshhh te zeggen
Met het sussen, boots je het geluid in de baarmoeder na, dit mag best hard (zelfs zo hard als een stofzuiger). Het mag het geluid van je baby overstemmen. Als je baby stopt met huilen mag het geluid zachter of stoppen.
4. Wiegen
Wiegen is niet hetzelfde als schudden. Wiegen doe je in een ritmische beweging, waarbij je baby op zijn/haar zij ligt, op jouw onderarm. Het hoofd van de baby wordt ondersteund door jouw hand. Met zachte wiebelbewegingen wieg je met name het hoofd.
5. Laten zuigen
Zuigen op een speentje stilt de zuigbehoefte en bied troost.
Bron: De Karpmethode; een praktische manier om alle (huil) baby’s stil te krijgen – Carole LashamHeeft u nog vragen?
Voor meer informatie over ritme en regelmaat bij onrustige baby’s of voor vragen kunt u terecht bij de medisch pedagogisch zorgverleners van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis. Zij zijn te bereiken van maandag tot en met vrijdag van 13.30-14.30 uur op T 0187 60 74 24.
U kunt ook vragen stellen via de ‘BeterDichtbij app’. Meer informatie vindt u via onze website onder tabblad
‘ik kom voor een behandeling/beterdichtbij’.