Hier krijgt u adviezen over voeding en beweging als voorbereiding op de operatie die u ondergaat.
Preoperatieve screening (POS)
In de periode voor de operatie bezoekt u in het ziekenhuis de polikliniek Preoperatieve Screening (POS). Daar wordt beoordeeld of u in een goede conditie bent om de operatie te ondergaan. Vooraf heeft u al vragenlijsten ingevuld met onder andere de SNAQ screening. SNAQ staat voor Short Nutritional Assessment Questionnaire:
- Bent u de afgelopen 6 maanden onbedoeld meer dan zes kilo afgevallen of meer dan 3 kg per maand voor de opname?
- Heeft u de laatste maand een verminderde eetlust?
- Gebruikt u momenteel sondevoeding of drinkvoeding?
- Ook is een BMI ≥18,5 (18-64 jaar) of ≥20 bij personen boven de 65 jaar gewenst.
Als u deze vragen met ja heeft beantwoord is de kans groot dat u ondervoed bent en in een slechte conditie verkeert. Een goede lichamelijke conditie verkleint de kans op complicaties tijdens en na een operatie. Bij mensen die (veel) gewicht hebben verloren, is de conditie verzwakt. Hier leest u hoe u deze vóór de operatie met de juiste voeding en beweging kunt verbeteren.
Bent u goed gevoed?
Ter voorbereiding op de operatie is het belangrijk dat u voldoende reserves heeft. Dit betekent niet alleen een gezond gewicht, maar ook dat u in goede conditie bent en genoeg spiermassa behoudt. Het verloop van uw gewicht kan al een aanwijzing geven of u voldoende reserves heeft. Als u de laatste maanden onbewust bent afgevallen, heeft u uw reserves al aangesproken. Dit kan ook zijn als u overgewicht heeft. Het hebben van overgewicht zegt namelijk iets over uw vetreserve en niet over uw spiermassa. Een goede conditie bereikt u door gezonde voeding te gebruiken en voldoende te bewegen. Voor opbouw en behoud van spiermassa is het vooral belangrijk voldoende eiwitten te nemen. Bronnen van eiwit zijn: zuivel, kaas, vlees, vis, kip, ei, vegetarische vleesvervangers/soja, peulvruchten en noten.
Hieronder staan de aanbevolen hoeveelheden volgens de schijf van vijf van het Voedingscentrum:
|
19-50 jaar
|
51-69 jaar
|
70 jaar en ouder
|
Gram groente | 250 | 250 | 250 |
Porties fruit | 2 | 2 | 2 |
Bruine of volkoren boterhammen | 4-5 | 3-4 | 3-4 |
Opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen | 4-5 | 3-4 | 3 |
Porties* | 1 | 1 | 1 |
Gram ongezouten noten | 25 | 15 | 15 |
Porties zuivel | 2-3 | 3-4 | 4 |
Gram kaas | 40 | 40 | 40 |
Gram smeer en bereidingsvetten | 40 | 40 | 35 |
Liter vocht | 1,5-2 | 1,5-2 | 1,5-2 |
*Binnen dit vak variëren de boodschappen. Kies elke week bijvoorbeeld: |
Gram vis | 100 | 100 | 100 |
Opscheplepels peulvruchten | 2-3 | 2-3 | 2-3 |
Gram vlees | Max 500 | Max 500 | Max 500 |
Eieren | 2-3 | 2-3 | 2-3 |
Als je geen vlees eet ziet je weekmenu er iets anders uit. Bijvoorbeeld: 1 dag vis, 2 dagen per week peulvruchten, 2 dagen per week een portie noten extra naast je dagelijkse portie en 3-4 eieren per week.
www.voedingscentrum.nl/schijfvanvijf | 19-50 jaar | 51-69 jaar | 70 jaar en ouder |
Gram groente | 250 | 250 | 250 |
Porties fruit | 2 | 2 | 2 |
Bruine of volkoren boterhammen | 6-8 | 6-7 | 4-6 |
Opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen | 4-5 | 4 | 4 |
Porties* | 1 | 1 | 1 |
Gram ongezouten noten | 25 | 25 | 25 |
Porties zuivel | 2-3 | 3 | 4 |
Gram kaas | 40 | 40 | 40 |
Gram smeer- en bereidingsvetten | 65 | 65 | 55 |
Liter vocht | 1,5-2 | 1,5-2 | 1,5-2 |
*Binnen dit vak variëren de boodschappen. Kies elke weer bijvoorbeeld: |
Gram vis | 100 | 100 | 100 |
Opscheplepels peulvruchten | 2-3 | 2-3 | 2-3 |
Gram vlees | Max. 500 | Max 500. | Max 500. |
eieren | 2-3 | 2-3 | 2-3 |
Als je geen vlees eet ziet je weekmenu er iets anders uit. Bijvoorbeeld: 1 dag vis, 2 dagen per week peulvruchten, 2 dagen per week een portie noten extra naast je dagelijkse portie en 3-4 eieren per week.
www.voedingscentrum.nl/schijfvanvijf SNAQ score 2 of hoger
Hieronder staan energie en eiwit-verrijkte adviezen waarmee u uw lichamelijke conditie kunt verbeteren.
Eet regelmatig en meerdere keren per dag. In plaats van alleen 3 hoofdmaaltijden kunt u beter 6 à 8 kleinere maaltijden/tussendoortjes gebruiken.
Voorbeelden van tussendoortjes:
- Een beker volle chocolademelk met slagroom, met ontbijtkoek met (dieet)margarine of roomboter.
- Blokjes (Franse) kaas of worst of een handje noten of pinda’s.
- Griekse yoghurt (10% room) met honing of Vifit met extra proteïne, Milkshake, smoothie, roomkwark, slagroomvla, Arla protino.
- Easy to eat of een bouwsteentje (uit het vriesvak van de Jumbo zie www.bouwsteen.nl).
- Krentenbol met (dieet-)margarine of roomboter met 2 plakken kaas.
- Kokosmakroon of gevulde koek of slagroomsoesjes.
- Tosti met margarine en kaas/ham/ananas.
- Slaatje.
- Toastje met zalm.
- Poffertjes.
Als u uw voeding energierijker wilt maken, kan dat door meer te gaan eten of producten te kiezen die meer kcal. bevatten. Hieronder staan tips wat u per maaltijd kunt doen om deze energierijker te maken.
Warme maaltijd algemeen:
- Gebruik in plaats van een warme maaltijd eens een dikke gebonden maaltijdsoep. Bijvoorbeeld een gebonden maaltijdsoep met groenten, gehaktballetjes en wat stokbrood erbij. Of een gebonden soep afgemaakt met eidooier en room als vulling.
- Producten als crème fraîche, ongeklopte room en zure room, kunt u in veel gerechten verwerken zoals vla, pap, sauzen, soep of aardappelpuree
Voorgerecht
- Gebruik een half uur voor de warme maaltijd eens een klein kopje bouillon. Dit kan de eetlust opwekken.
- Neem voor de maaltijd liever geen gebonden soep. Hier krijgt u namelijk een vol gevoel van, zodat u minder van de warme maaltijd eet.
Vlees
- Als warm vlees tegenstaat probeer dan eens koude vleeswaren bij de warme maaltijd, zoals plakjes afgekoelde rollade.
- Indien u geen vlees eet, gebruik dan wat meer melk en melkproducten en kaas, vis, ei, vegetarische vervangingsproducten of peulvruchten om in de eiwitbehoefte te voorzien.
Groenten
- Maak de groenten aan met een klontje dieetmargarine of boter.
- Maak de groenten aan met een kant-en-klare groentesaus of met een roux (een saus van boter, bloem en eventueel bouillon). Door de saus kan ook crème fraîche, room of zure room worden gebruikt.
- Meng een klontje dieetmargarine of boter door de aardappelen of maak aardappelpuree (met crème fraîche of room en/of geraspte kaas).
- Eet eens wat vaker gebakken aardappelen, aardappelpuree, frites, rijst of deegwaren. Vooral rijst levert per portie meer energie dan aardappelen en vaak wordt er van rijst meer gebruikt dan van aardappelen.
Nagerecht
- Gebruik volle melkproducten als nagerecht.
- Neem na de maaltijd (slagroom)vla, pudding, roomyoghurt/griekse yoghurt (10% room)of een roomkwarkgerecht in plaats van fruit. Neem dit eventueel pas een uurtje later als u heel vol zit.
- Kwark, hangop en Skyr bevatten meer eiwit dan yoghurt. Als u kwark niet lekker vindt, kunt u het ook eventueel mengen met yoghurt of vla of siroop.
Brood
- Gebruik royaal dieetmargarine of roomboter op brood.
- Kies vettere vleessoorten (worstsoorten) op brood en gebruik volvette (geiten) kaas (48+) of Franse kaas of gerookte zalm. Neem er een extra plakje van, eventueel “uit het vuistje”
- Beperk het gebruik van volkoren producten. Deze zijn normaal gesproken beter om te gebruiken, maar als uw eetlust beperkt is kunt u beter geen volkoren producten gebruiken (ze veroorzaken een vol gevoel).
- Neem liever 3 dunne sneetjes brood met royaal hartig beleg, dan 2 dikke sneden brood met zoet beleg.
- Drink volle melk of drinkyoghurt in plaats van thee of koffie bij de broodmaaltijd.
Extra aanvullende voeding
Soms is het niet haalbaar voldoende energie en/of eiwitten via de gewone voeding binnen te krijgen. Het kan nodig zijn gebruik te maken van aanvullende voeding .
Er zijn twee mogelijkheden:
- Aanvullende voeding in de vorm van poeders.
- Aanvullende voeding in de vorm van medische drinkvoeding.
Poeders: Het voordeel van poeders is dat ze neutraal van smaak zijn en gemakkelijk te verwerken in gerechten zoals soep, vla, yoghurt, pap, puree, sauzen en milkshakes.
Drinkvoeding: Er zijn veel soorten en merken drinkvoeding in verschillende volumes, variërend van 125 ml tot 300 ml per flesje. Gemiddeld leveren ze rond de 300 calorieën per flesje en bevatten veel eiwit, vitamines en mineralen. U kunt deze het beste tussen de maaltijden door drinken; vaak wordt 2 à 3 flesjes geadviseerd per dag. Indien uw diëtist deze aanvraagt wordt het vergoed door uw zorgverzekeraar en wordt het thuis afgeleverd door een facilitair bedrijf. Uw diëtist adviseert u hier verder in.
Doorverwijzing naar een diëtist via de POS
Indien u een SNAQ-score van drie of hoger heeft, en u een electieve grote operatie (aan maag/darmen, blaas, gynaecologisch, orthopedisch) moet ondergaan, geeft de polikliniek assistente van de POS poli uw gegevens door aan de diëtist van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis. Zij zal dan binnen drie werkdagen telefonisch contact met u opnemen om u verder te adviseren.
Bij overige operaties kunt u indien gewenst een eerstelijns diëtist bij u in de buurt consulteren (zie ”
Verwijzing naar een diëtist”).
Bewegen is belangrijk
Zowel de behandeling, zoals een operatie, chemotherapie en bestraling als de ziekte zelf, kunnen aanleiding geven tot langdurige vermoeidheid en conditieverlies. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat veel rusten niet helpt. Bewegen heeft juist een positief effect op vermoeidheid en conditieverlies. Wij raden u aan om lichamelijk actief te worden of te blijven tijdens de periode dat u moet wachten op de operatie. Hiervoor hoeft u niet intensief te sporten. Wandelen en fietsen in een stevig tempo zorgen al voor de juiste lichamelijke inspanning.
U ontvangt van de verpleegkundige advies en instructies over bewegen tijdens uw behandeling. De bedoeling is dat u uiteindelijk vier tot zes keer per week een half uur matig intensief beweegt. Er wordt rekening gehouden met uw persoonlijke situatie. U kunt het bewegen zelf plannen in uw eigen omgeving en op een moment dat voor u goed uitkomt.
Bewegen tijdens de behandeling
Het is belangrijk om het enkele dagen na de operatie rustiger aan te doen maar te weinig activiteit kan leiden tot minder kracht en energie. Dit leidt vaak weer tot vermoeidheid waardoor u zich niet in staat voelt om actief te worden. Dit voorkomt u door matig intensief te bewegen, wat u helpt om sneller te herstellen.
Belang van lichamelijke activiteit
- Het aantal complicaties na de operatie kan verminderen;
- Het kan helpen om na de operatie sneller op krachten te komen;
- Het kan helpen om u minder vermoeid te voelen;
- Het kan helpen om beter te slapen;
- Het kan uw zelfvertrouwen vergroten en concentratie verbeteren;
- Spiermassa wordt opgebouwd en u vermindert de kans op osteoporose;
- Het heeft een positieve invloed op uw gemoedstoestand (minder angstige en depressieve gevoelens).
Welke activiteit past bij u?
Verschillende vormen van lichamelijke activiteit zijn voor en na de operatie mogelijk. De meest toegepaste activiteiten zijn wandelen en fietsen. Het is belangrijk dat u een activiteit kiest die bij u past en die u prettig vindt, zodat u het volhoudt. Kies een bewegingsvorm die goed is voor de conditie, bijvoorbeeld wandelen, fietsen, zwemmen, tuinieren of huishoudelijk werk. En kies eventueel een bewegingsvorm die goed is voor de spierkracht.
Opbouwen van activiteit
Het startpunt van lichamelijke activiteit voor de operatie is voor iedereen anders. Het is de bedoeling dat u de lichamelijke activiteit langzaam opbouwt naar 30 minuten, 4 tot 6 x per week. Iedere keer dat u beweegt kunt u het beste starten met een warming-up. Dit is een voorbereiding voor uw hart en spieren op de lichamelijke activiteit. Dit betekent in een relatief langzaam, ontspannen tempo bewegen gedurende 5 minuten. Na de warming-up gaat u over tot bewegen in stevig tempo. Wanneer u voor het eerst traint, begint u met 10 minuten. U breidt dit langzaam uit naar 20 tot 30 minuten. Stevig bewegen is intensiever dan normaal bewegen. U kunt het vergelijken met lopen in pittig tempo wanneer u bijvoorbeeld de bus wilt halen. Het is raadzaam de lichamelijke activiteit af te sluiten met een cooling-down. Dit betekent 5 minuten in een ontspannen tempo bewegen. U stelt uw hart in staat om zich aan te passen aan een lager tempo en uw spieren kunnen zich ontspannen.
Hoe voelt u zich tijdens het bewegen?
Het is belangrijk dat u zich tijdens het bewegen realiseert hoe u zich voelt. Let op de signalen die uw lichaam afgeeft. Als u bijvoorbeeld met een partner traint, dan moet u in staat zijn af en toe te praten zonder kortademig te worden. Als u zich na afloop van de training langer dan een uur moe voelt, trainde u te hard. Doe het de volgende keer iets rustiger aan. Als u zich tijdens de lichamelijke activiteit erg moe voelt, stop dan.
Intensiteit van de lichamelijke activiteit
Om de intensiviteit van de lichamelijke activiteit te bepalen, wordt er gebruik gemaakt van de “Borgschaal voor ervaren inspanning”. Hierop geeft u aan hoe u zich voelt tijdens de lichamelijke activiteit. Als u de training begint is 12-13 een goede waarde. Probeer dit langzaam te verhogen tot 14. Een hoger niveau is niet nodig. Als u merkt dat de lichamelijke activiteit een beetje zwaar is, beweeg dan op waarde 13. Hiernaast ziet het schema dat bruikbaar is tijdens het bewegen/trainen.
Tips voor succes
De meeste mensen hebben positieve ervaringen met bewegen tijdens de periode die men moet wachten voor de operatie en voelen zich beter. Wel is het soms lastig om met bewegen door te blijven gaan.
Hieronder enkele tips om lichamelijk actief te blijven:
- Rust even uit als het te inspannend wordt;
- Varieer, zodat u verveling voorkomt;
- Het half uur voor en na de inspanning doet u rustig aan;
- Laat de lichamelijke activiteiten onderdeel zijn van uw dagelijkse bezigheden;
- Vraag eventueel iemand anders om mee te trainen;
- Drink voldoende bij warm weer;
- Verdeel de activiteiten over de gehele dag. Drie keer 10 minuten is net zo goed als één keer dertig minuten;
- Grijp elke kans om te bewegen;
- Neem de trap in plaats van de lift;
- Stap een halte eerder uit bij de bus;
- Maak een wandeling tijdens de lunch.
Wanneer stoppen met bewegen?
Wees alert op alarmerende signalen die ontstaan in uw lichaam tijdens de inspanning:
- Pijn op de borst en pijn in uw arm;
- Onregelmatige hartslag;
- Gevoel van duizeligheid;
- Misselijkheid;
- Kortademigheid.
Als u een van deze klachten voelt, stop dan met de lichamelijke inspanning. Als u niet kunt verklaren waarom u de inspanning niet volhoudt, geef dit dan door aan de arts of de verpleegkundige. Houd er wel rekening mee dat u op sommige momenten sneller vermoeid bent.
Er zijn mogelijkheden om te trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut; ook na de operatie en opname om de conditie weer op te bouwen.
Informatie hierover kunt u krijgen bij de verpleegkundige.
Ademhaling
Het voordeel van stevig bewegen is dat u hierbij de ademhaling intensiveert en uw buikspieren gebruikt. Buikspieren heeft u nodig bij hoesten. Na de operatie is het belangrijk dat u krachtig kunt hoesten om achterblijvend slijm te verwijderen en uw luchtwegen schoon te houden. Dan heeft u er voordeel van als de buikspieren in goede conditie zijn. Na de operatie kan dit hoesten wat pijnlijk zijn vanwege de wond. U kunt de wond dan steunen met uw handen. Het is aan te raden om vooraf al met de ademhaling te oefenen.
Oefening 1:
- Leg uw handen links en rechts op de onderzijde van de ribbenkast tegen de buik aan;
- Voel hoe de handen schuin naar boven bewegen bij de inademing;
- Probeer nu zo diep mogelijk in te ademen en de ademhaling 3 seconden vast te houden;
- Laat dit dan weer los en voel de ribben onder uw handen weer naar benden gaan;
- Doe dit 3 keer achter elkaar. Adem daarna weer normaal, in uw eigen tempo.
Oefening 2:
- Adem diep in en zucht door open mond krachtig en snel uit. Dit noemen we “huffen”. U zult merken dat u hierbij de buikspieren nodig heeft. Deze techniek is erg geschikt om slijm uit de luchtwegen naar boven te verplaatsen.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.