Een naaste uit uw familie- of vriendenkring is overleden. Het zal u daarom moeilijk vallen om uw aandacht te richten op de formaliteiten waar u mee te maken krijgt. Om u daarbij te helpen ontvangt u van ons deze informatie. Wij wensen u sterkte in deze moeilijke periode.
Nabestaanden
Onder nabestaanden wordt verstaan:
- De echtgenoot/echtgenote van de overledene;
- De levensgezel van de overledene;
- De naaste, aanwezige bloedverwanten;
- De aanwezige, meerjarige erfgenamen; of
- Personen die op een andere manier verantwoordelijk zijn.
Overlijden in het ziekenhuis
De noodzakelijke verzorging en het beheer van het mortuarium zijn door Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis overgedragen aan het CMO (Cura Mortu Orum) Mortuariariabeheer. De mortuariumbeheerder neemt gedurende 24 uur per dag de verzorging van overledenen op zich en handelt op correcte wijze de, voor het mortuarium noodzakelijke, administratieve zaken af.
Verzorging van de overledene
Indien een patiënt in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis overlijdt, wordt hij/zij op respectvolle wijze naar het mortuarium overgebracht waar de verzorging van de overledene plaatsvindt. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een gespecialiseerde mortuariumbeheerder. Wanneer u zelf aanwezig wilt zijn bij de verzorging, kan dit in overleg met de verpleegkundige van de afdeling of de mortuariumbeheerder.
Inschakelen uitvaartverzorger
Wanneer u als nabestaande de formaliteiten in het ziekenhuis hebt afgerond (zoals het ontvangen van de persoonlijke bezittingen, eventuele toestemming voor obductie of donatie), zult u een uitvaartverzorger moeten inschakelen voor het regelen van de begrafenis of crematie. Als in de persoonlijke papieren van de overledene een verzekeringspolis aanwezig is, neemt u contact op met de betreffende uitvaartverzekeraar of –verzorger. Het kan ook zijn dat de overledene tijdens zijn/haar leven wensen met betrekking tot de uitvaart met u of andere nabestaanden heeft besproken. In alle andere gevallen bent u vrij in het maken van een keuze.
Persoonlijke wensen
Indien er persoonlijke wensen zijn met betrekking tot bijvoorbeeld verzorging, make-up, kleding en sieraden, dan maakt u deze kenbaar aan de verpleegkundige. Deze brengt uw wensen over aan de mortuariumbeheerder.
Rouwbegeleiding
Het Landelijk Steunpunt Rouwbegeleiding (LSR) kan u informeren omtrent gespreksgroepen voor rouwverwerking. Tevens kunt u hier terecht voor literatuur over rouwverwerking. Het LSR is bereikbaar op ma-di-do-vrij tussen 9.00 en 12.00 uur op T 033 461 68 96.
Obductie
De behandelend arts heeft u gevraagd of obductie verricht mag worden.
Deze informatie over obductie is bedoeld om duidelijke antwoorden te geven op uw eventuele vragen en u te helpen de juiste beslissing te nemen. Neemt u de tijd om de informatie goed te lezen en spreek met de specialist het tijdstip af waarop u uitsluitsel geeft over uw beslissing.
Obductie is een inwendig onderzoek op een overleden persoon om de doodsoorzaak vast te stellen of om vast te stellen of een ziekte erfelijk of besmettelijk is. Obductie is tevens van belang voor de wetenschap. Van veel ziekten is een groot deel van de kennis ontleend aan studies van obductiemateriaal.
Het onderzoek wordt verricht door een patholoog, een arts die gespecialiseerd is in deze vorm van onderzoek. Voordat de patholoog aan de obductie begint, onderzoekt hij het lichaam eerst uitgebreid van buiten: het uitwendig onderzoek. Een obductie, het inwendig onderzoek, is een vrij omvangrijk onderzoek, waarbij vrijwel alle organen van de overledene onderzocht worden. Een obductie is te vergelijken met een operatie en zal altijd op zodanige wijze worden uitgevoerd dat er achteraf vrijwel niets meer van te zien is.
Na de obductie wordt het lichaam overgedragen aan de uitvaartverzorger. Als de overledene voor een opbaring wordt aangekleed, is van de obductie niets meer te zien. Behalve als bij kale mensen een schedellichting voor hersenonderzoek heeft plaatsgevonden. Als u dit laatste als nabestaande bezwaarlijk vindt, kunt u dit met de specialist bespreken. Er kan dan bijvoorbeeld een gedeeltelijke obductie plaatsvinden.
Er zijn omstandigheden waarin, naast de kleine stukjes weefsel voor het microscopisch onderzoek, één of meer organen – of delen daarvan – langer worden bewaard, bijvoorbeeld voor uitgebreider onderzoek, bewerking van het weefsel of voor onderwijs. Deze weefsels of organen kunnen dan niet met de overledene mee begraven of gecremeerd worden, maar worden later alsnog gecremeerd door het ziekenhuis, behalve als ze bewaard blijven voor onderwijsdoeleinden. Het is belangrijk dat u zich dit realiseert. Als u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit kenbaar maken aan de specialist. Als uw bezwaar ertoe leidt dat tijdens de obductie onvoldoende gegevens kunnen worden verkregen, dan zal de specialist dit met u bespreken. U kunt dan in samenspraak tot een voor u aanvaardbare beslissing komen.
In geval van natuurlijke dood moet aan de nabestaanden toestemming worden gevraagd. Het kan gebeuren dat u wel toestemming wilt geven voor obductie, maar dat u bijvoorbeeld liever niet wilt dat organen bewaard worden of dat de hersenen uit de schedel gehaald worden voor nader onderzoek. Uw eventuele bezwaren kunt u kenbaar maken aan de specialist die aan u toestemming voor obductie heeft gevraagd. Als uw bezwaar ertoe leidt dat de obductie onvoldoende gegevens oplevert, dan bespreekt de arts dit met u. U kunt dan op basis van deze informatie nieuwe afwegingen maken voordat u een besluit neemt. De specialist zal bezwaren nooit naast zich neer (kunnen) leggen. Uiteindelijk bepalen de nabestaanden wat er gebeurt.
Als u toestemming geeft wordt de overledene naar het Maasstadziekenhuis overgebracht en wordt binnen afzienbare tijd (meestal één werkdag) obductie verricht door de patholoog.
Mocht de periode voor obductie te lang duren, bijvoorbeeld bij overlijden in het weekend, dan kan daar in overleg een oplossing voor worden gevonden. Het hele onderzoek zoals hierboven beschreven neemt tussen de één en drie uur in beslag. Daarna haalt de uitvaartverzorger de overledene op voor de voorbereidingen voor opbaring en/of begrafenis of crematie. Over het algemeen doorkruist een obductie niet de officiële gang van zaken rond begrafenis of crematie.
Na de obductie maakt de patholoog een verslag dat hij opstuurt naar de specialist die de obductie heeft aangevraagd. De specialist maakt een afspraak met u om de bevindingen van de patholoog met u te bespreken. De afspraak hiervoor is meestal ruim een maand na de obductie, zodat het verslag helemaal afgerond is. Als u dan nog vragen heeft, kunt u deze met de specialist bespreken. Mocht het nodig zijn, kan deze weer contact opnemen met de patholoog voor nader overleg.
Uitzonderingen op deze procedure
Als iemand in een wilsbeschikking heeft laten opnemen dat hij/zij geen obductie wenst, als iemand een niet-natuurlijke dood is gestorven of als het in het belang van de volksgezondheid is om een obductie uit te voeren, dan gelden andere procedures. Als de overledene geen obductie wenst, dan kunt u als nabestaande niet meer toestemmen in een obductie. Iemand die overlijdt na een ongeval of (vermoedelijk) misdrijf, is een niet-natuurlijke dood gestorven en moet gezien worden door een gemeentelijk lijkschouwer. Deze beslist dan of gerechtelijke obductie verricht wordt of dat het lichaam wordt vrijgegeven. Een gerechtelijke obductie vindt plaats in geval van een misdrijf of het vermoeden daartoe en wordt verricht door een gerechtelijke patholoog. Voor een gerechtelijke obductie is toestemming van de familie niet vereist. Als het lichaam wordt vrijgegeven en nabestaanden of de specialist willen precies weten wat er gebeurd is, dan kan een obductie plaatsvinden door een patholoog van het ziekenhuis. Hiervoor is altijd toestemming van de nabestaanden vereist. Een voorbeeld van obductie in het belang van de volksgezondheid is om te onderzoeken of een zeer besmettelijke ziekte heeft toegeslagen en hoe een epidemie kan worden voorkomen.
Donatie
Als duidelijk is dat u naaste snel zal komen te overlijden kan de behandelend specialist het Donorregister raadplegen. Wanneer u naaste niet als donor geregistreerd staat, kan de behandelend specialist alsnog toestemming vragen aan de nabestaanden voor donatie van weefsels en/of organen. Na toestemming van de nabestaanden wordt aan de hand van bepaalde criteria bekeken of u naaste kan fungeren als donor. Dit wordt bepaald door de specialist in overleg met Eurotransplant.
Wat gebeurt er bij een donatie?
Bij orgaan- en weefseldonatie wordt gebruik gemaakt van de operatiekamer in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis. Als deze niet beschikbaar zijn wordt de procedure in overleg met u, gedaan in het Maasstadziekenhuis. De uitname van organen wordt uitgevoerd door het ZUT (Zelfstandig Uitname Team). Het weefsel wordt verwijderd door speciaal opgeleide medewerkers van Bio Implant Services. Alle afspraken worden gecoördineerd door de Stichting Eurotransplant Nederland en de zusterorganisatie BIS (Bio Implant Services). Alleen oogweefsel kan worden afgenomen in het mortuarium van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.
Het doel van een donatie
- Door donatie van organen kan het leven van andere mensen worden gered of draaglijker worden gemaakt.
- Met donorhuid worden patiënten met brandwonden behandeld. Door aanbrengen van donorhuid vermindert de pijn, wordt de kans op infecties kleiner en wordt een betere wondgenezing bereikt met minder kans op littekens.
- Patiënten die geholpen worden met hoornvliezen zullen weer kunnen zien.
- Het botweefsel dat door een donor beschikbaar is gesteld, kan voorkomen dat bij de ontvanger een arm of been moet worden geamputeerd.
Na de donatie
Na elke vorm van donatie wordt de overledene cosmetisch hersteld. Na een donatie kan normaal een opbaring plaatsvinden in een rouwkamer of thuis.
Ter beschikking stellen van de wetenschap
Een overledene kan alleen ter beschikking van de wetenschap worden gesteld, wanneer een bevestiging van een universiteitsziekenhuis kan worden overlegd. Tijdens het leven moet de betreffende persoon zich hebben aangemeld bij een universiteitsziekenhuis.
Bij terbeschikkingstelling van de wetenschap, is het uitgesloten dat er obductie of donatie plaatsvindt. Bij een gerechtelijke obductie komt de terbeschikkingstelling dan ook te vervallen. Indien de faculteit, op het moment van overlijden, geen plaats heeft, kan de faculteit het lichaam weigeren en dienen de nabestaanden alsnog zorg te dragen voor de uitvaart.
Niet-natuurlijke dood
Onder een niet-natuurlijke dood wordt verstaan, dat iemand ten gevolge van een niet-natuurlijke oorzaak is overleden. Hieronder vallen onder andere ongevallen, misdrijven etc. Door politie en justitie zal een onderzoek naar de doodsoorzaak worden ingesteld. In dit geval kan een rouwbezoek (thuis of in het rouwcentrum) pas plaatsvinden wanneer de overledene door de Officier van Justitie is vrijgegeven.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.