Uw behandelend arts heeft nastaar bij u geconstateerd. Hier krijgt u informatie over wat nastaar inhoudt, hoe het te behandelen is en het verloop van uw afspraak.

De werking van het oog

Het buitenste vlies van het oog is het hoornvlies. Achter het hoornvlies ligt het regenboogvlies (iris) en daarachter ligt de ooglens. De lens dient ervoor om beelden scherp te stellen. Die beelden vangt het netvlies op. Dit vlies ligt achter in het oog. Het netvlies geeft het gevormde beeld via de oogzenuw door aan de hersenen. Hierdoor ziet u datgene waar u naar kijkt.

Wat is nastaar?

In het oog zit een ooglens, achter de iris. Om de lens zit een cellofaandun kapsel. Als de lens troebel wordt noemen we dat staar of cataract. Bij een staaroperatie wordt het troebele deel van de lens weggehaald door een kleine opening in het oog. Van het kapsel blijft een zakje achter. In dit zakje wordt meestal de kunstlens geplaatst. Het dunne kapsel kan krimpen en opnieuw troebel worden.
U bemerkt dit doordat uw gezichtsvermogen ten opzichte van de tijd vlak na de staaroperatie wat achteruit gaat. Deze troebeling heet nastaar en kan alleen optreden, nadat een staaroperatie heeft plaatsgevonden. Ook na een aantal jaren kan nastaar nog optreden.

Hoe vaak komt nastaar voor?

De frequentie van nastaar is afhankelijk van de operatietechniek en de soort kunstlens. Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis gebruikt een kwalitatief hoogwaardige kunstlens. Deze kunstlens heeft minder kans op nastaar dan de lens die vroeger gebruikt werd.

Voorbereiding

Op de dag van de behandeling kunt u uw eigen medicijnen en oogdruppels gewoon gebruiken. Een uitzondering hierop zijn de glaucoomdruppels die een vernauwing van de pupil geven. Overleg bij twijfel altijd met uw oogarts. U krijgt bij het polibezoek voorafgaand aan de behandeling druppels mee om uw pupil te verwijden (Tropicamide). Door deze druppels krijgt u een grotere pupil en gaat u wazig zien. U wordt geadviseerd een begeleider mee te nemen, omdat u door de oogdruppels en de laserbehandeling van uw oog niet mag autorijden. De oogdruppels zijn na enkele uren uitgewerkt. Bij zonnig weer is het prettig een zonnebril te dragen.

Druppelschema voorafgaand aan behandeling:

Tijd	Dosering
60 minuten voor de behandeling	1 druppel Tropicamide in het te behandelen oog
30 minuten voor de behandeling	1 druppel Tropicamide in het te behandelen oog

Hoe gaat de behandeling?

De behandeling vindt plaats op de polikliniek oogheelkunde in Dirksland.

Nastaar wordt behandeld met een laser. Hiermee kan de oogarts zonder in het oog te snijden, een kleine heldere opening maken in het vertroebelde kapsel. Een laser zendt een heel dunne, felle en zuivere lichtstraal uit. Via een microscoop kan deze lichtstraal gericht worden om in het oog een brandplekje te geven of weefsel weg te snijden.

U gaat op een stoel zitten achter het laserapparaat. Uw kin en het voorhoofd worden tegen de steun geplaatst.
De oogarts stelt het laserapparaat in en richt de laserstralen op de afwijking die behandeld moet worden.
De oogarts maakt een opening in het troebele lenskapsel aan de achterzijde van de kunstlens. De behandeling is pijnloos en duurt maximaal 10 minuten.

Direct na de behandeling ziet men vaak minder scherp door de oogdruppels (wijde pupil). Soms ziet u na de behandeling een zwarte vlek door het felle licht van de laser. Deze verdwijnt vanzelf. U krijgt geen oogverband. Het herstel van het gezichtsvermogen is meestal enkele uren hierna merkbaar. Bij zonnig weer is het verstandig een zonnebril te dragen na de laserbehandeling.

Complicaties

Bij elke behandeling is er kans op complicaties, dus ook bij de nastaarbehandeling. De risico’s zijn klein en kunnen bestaan uit:

• netvliesloslating (<1%), zie voor meer informatie www.oogziekenhuis.nl/oogziekten-behandelingen/netvliesloslating-ablatio-retinae.
• verhoogde oogdruk (eveneens <1%),
• lichte beschadiging van de kunstlens doordat de laserstraal de lens aangeraakt heeft,
• een geringe ontstekingsreactie die behandeld kan worden met oogdruppels.

Wanneer u direct na de behandeling een aantal kleine zwarte 'meebewegende vlekjes' ziet, hoort dat meestal bij de behandeling. Dit zijn de restjes van het kapsel. Nemen de vlekken toe, ziet u lichtflitsen of is het alsof u tegen een gordijn aankijkt, dan kan het zijn dat er iets mis is met uw netvlies. Neemt u in dat geval direct contact op met de polikliniek oogheelkunde.

Na de behandeling

Er wordt na de behandeling meestal geen controle afspraak gemaakt. Bij problemen kunt u een afspraak maken bij de oogarts die u behandeld heeft.
Wanneer uw brilsterkte na de staaroperatie is aangepast, is geen verdere controle van de sterkte nodig. Laat bij twijfel de opticien na enige weken de sterkte controleren.

Bericht van verhindering

Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent. Als u op het afgesproken tijdstip verhinderd bent, vragen wij u dit zo snel mogelijk te melden, T 0187 60 71 60.