Logo Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Oncologie

Keytruda

Keytruda

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

U wordt behandeld met het medicijn Keytruda (pembrolizumab). Hier krijgt u meer informatie over:
  • Hoe pembrolizumab werkt
  • Hoe het wordt toegediend
  • Welke bijwerkingen u mogelijk kunt krijgen
  • Waar u verder op kunt letten.


Krijgt u tijdens uw behandeling met pembrolizumab last van een bijwerking? Meld dit dan zo snel mogelijk bij uw arts. Dat geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze folder genoemd worden.

Daarnaast kunt u bijwerkingen melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden helpt u ons aan meer informatie over de veiligheid van dit geneesmiddel. Bijwerkingen kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van de handelsvergunning van het product: Merck Sharp & Dohme B.V.; tel.: 0800 9999000; medicalinfo.nl@merck.com.

Waarom krijgt u pembrolizumab?

Pembrolizumab is een medicijn tegen kanker en een vorm van immunotherapie. Immunotherapie helpt het afweersysteem om kankercellen te herkennen en te vernietigen.

Als kanker zich in een vroeg stadium bevindt, kan immunotherapie de kans op genezing vergroten of de kans op terugkeer verkleinen. Als u kanker hebt die niet meer te genezen is, omdat deze bijvoorbeeld is uitgezaaid, kan immunotherapie de groei van de kanker vertragen.

Hoe werkt immunotherapie?

Het immuunsysteem

Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het menselijk lichaam. Het afweersysteem beschermt u tegen infecties en ziektes door ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen, op te ruimen. Het afweersysteem kan ook kankercellen herkennen en vernietigen.

De rol van de immuuncheckpoints PD1 en PD-L1

Immuuncheckpoints zijn eiwitten die een belangrijke rol spelen in het reguleren van het immuunsysteem. Ze controleren het immuunsysteem en voorkomen dat het immuunsysteem gezonde cellen aanvalt. Deze checkpoints zorgen ervoor dat het immuunsysteem niet té actief wordt en schade aanricht aan het lichaam.

Bij kanker reageert het immuunsysteem soms niet goed op de kankercellen. Dit komt doordat de kankercellen erin slagen om de immuunreactie te ontwijken. Ze doen dit door de checkpoints verkeerde informatie te geven. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat de afweercellen, die normaal gesproken kankercellen zouden aanvallen en vernietigen, geremd worden zodra ze de kanker hebben herkend.

PD-1 en PD-L1 zijn de eiwitten van één bepaalde checkpointremmer. Het eiwit PD-1 bevindt zich op de afweercellen, het PD-L1 eiwit bevindt zich op de kankercellen. Als PD-1 met PD-L1 bindt wordt de afweercel geremd en werkt niet meer goed. Daardoor worden de kankercellen niet aangevallen.

Werkingsmechanisme pembrolizumab

Pembrolizumab is een PD-1-checkpointremmer Het voorkomt dat het PD-1- eiwit op de afweercel zich bindt aan het PD-L1-eiwit op de kankercel. Hierdoor worden de afweercellen niet gestopt en kunnen ze de kankercellen aanvallen en vernietigen.

Hoe wordt het toegediend?

Uw arts heeft ervoor gekozen om u te behandelen met pembrolizumab. Pembrolizumab wordt in het ziekenhuis toegediend, via een infuus in uw ader (intraveneus).

De aanbevolen dosis pembrolizumab bij volwassenen is: 200 mg elke drie weken of 400 mg elke zes weken

U komt volgens uw behandelschema om de 3 of 6 weken naar het ziekenhuis. Uw arts beslist hoeveel behandelingen u nodig heeft en zal dit behandelschema met u bespreken.

Hebt u een afspraak voor de toediening van pembrolizumab gemist?

Hebt u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.

Wat voor bijwerkingen kunt u krijgen?

Zoals elk medicijn kan ook pembrolizumab voor onbedoelde en ongewenste (ernstige) klachten zorgen. Dit noemen we bijwerkingen. Niet alle mogelijke bijwerkingen worden genoemd in deze folder. Het is zeer belangrijk dat u alert bent op mogelijke bijwerkingen.

Bijwerkingen kunnen voorkomen op elk moment tijdens de behandeling of zelfs nadat uw behandeling klaar is. U kunt last krijgen van meer dan één bijwerking tegelijkertijd. Als u een bijwerking opmerkt, belt of bezoekt u direct uw arts. Uw arts geeft u mogelijk medicijnen om de verschijnselen te verminderen en verdere complicaties te voorkomen.

Allergische reactie

Sommige mensen krijgen een allergische reactie op deze behandeling, omdat ze overgevoelig zijn voor een van de stoffen in de geneesmiddelen. U krijgt dan bijvoorbeeld jeukende uitslag, een opgezette keel, buikpijn of u wordt benauwd.

Uw verpleegkundige zal tijdens uw behandeling letten op een allergische reactie. Als u zich onwel voelt of een van deze tekens vertoont: zeg dit dan meteen. Een allergische reactie kan snel worden behandeld.

Soms treedt een allergische reactie pas enkele uren na de behandeling op. Als u zich onwel voelt of tekens van een allergische reactie vertoont na de behandeling, neem dan onmiddellijk contact op met het ziekenhuis.

Infusiegerelateerde bijwerkingen

Sommige mensen krijgen bijwerkingen doordat ze een medicijn via het infuus hebben gekregen. Als u zulke infuusreacties (waarbij kortademigheid, jeuk of huiduitslag, duizeligheid of koorts kan voorkomen) krijgt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.

De volgende symptomen kunnen wijzen op een mogelijke bijwerking:

Algemeen

Huid en haar

Ogen

Mond en hoofd

Keel en borst

Maag en darm

Urine

Spieren en gewrichten

Immuungerelateerde bijwerkingen

Aangezien pembrolizumab een checkpointremmer is, en het immuunsysteem actiever wordt door de behandeling, kunnen er bij deze therapie specifieke immuungerelateerde bijwerkingen optreden. Dat zijn bijwerkingen die ontstaan doordat de afweercellen ook in gezonde organen komen en deze kunnen aantasten. Deze bijwerkingen kunnen ernstig zijn en daarom is het belangrijk om deze onmiddellijk aan uw arts te melden omdat u mogelijk andere geneesmiddelen moet krijgen om nog ernstigere complicaties te voorkomen en de verschijnselen te verminderen. De meeste immuungerelateerde bijwerkingen, inclusief ernstige reacties, verdwijnen na het starten van geschikte medische therapie of het stoppen van pembrolizumab.

Immuungerelateerde bijwerkingen kunnen overal in het lichaam voorkomen maar worden het vaakst gezien op de huid, de dikke darm, de longen, de lever, de hypofyse (een klier in het hoofd die hormonen aanmaakt) en de schildklier.

Als u nieuwe symptomen opmerkt, bestaande symptomen erger worden of als u zich zorgen maakt is het daarom belangrijk om dit meteen te melden aan uw behandelteam.

Immuungerelateerde bijwerkingen worden onderverdeeld op basis van de ernst van de symptomen en als volgt behandeld:
Het kan zijn dat u om uw bijwerkingen te verminderen, behandeld wordt met corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison) of middelen die uw immuunsysteem onderdrukken.

Omdat immuungerelateerde bijwerkingen op elk moment van de behandeling kunnen optreden - soms zelfs nadat de behandeling is gestopt- is het belangrijk om op de volgende symptomen te letten en deze onmiddellijk te melden bij uw behandelaar:

* Endocriene organen zijn de organen die hormonen produceren, zoals de hypofyse en de schildklier

Hieronder gaan we wat dieper in op een aantal bijwerkingen

Vermoeidheid

Vermoeidheid is een bijwerking die veel voorkomt bij deze behandeling. Het neemt vaak toe tijdens het behandeltraject en kan tot enkele maanden na het stoppen van de behandeling aanhouden. Meld uw arts als u last krijgt van vermoeidheid of als uw vermoeidheid plotseling erger wordt. Vermoeidheid kan vele klachten veroorzaken, van extreme slaperigheid tot concentratieproblemen.

Enkele tips om de impact van vermoeidheid op de kwaliteit van uw dagelijks leven te beperken

Bloedarmoede (‘anemie’)

Deze behandeling kan het aantal rode bloedcellen in uw bloed doen afnemen. Deze cellen brengen zuurstof rond in het lichaam. Als u te weinig rode bloedcellen hebt, kunt u moe en kortademig zijn. Informeer uw arts of verpleegkundige als u zich zo voelt.

Tips bij bloedarmoede
Als u bloedarmoede heeft door de behandeling van kanker kunt u dit niet zelf oplossen door anders te gaan eten. Daarom is het belangrijk dat u bij de volgende klachten contact opneemt met uw behandelend arts:

Diarree of buikpijn

Deze behandeling kan het slijmvlies van de darm beschadigen waardoor uw darmen minder goed werken. Dit kan leiden tot de volgende klachten: buikpijn en krampen, waterige of dunne ontlasting, aandrang om naar de wc te gaan. Meld dit daarom altijd bij uw behandelaar zodat gekeken kan worden wat deze oorzaak is en hoe het behandeld kan worden.

Informeer direct het ziekenhuis bij de volgende klachten: buikpijn, braken, bloed of slijm in uw ontlasting, of koorts.

Tips bij diarree
  • Eet verantwoord, eet vaker rijst
  • Eet kleine maaltijden en vermijd grove vezels en gasvormend voedsel zoals ui, knoflook, prei en kool
  • Drink minimaal 1,5 tot 2 liter per dag
  • Vermijd vette voeding en sterk gekruid eten
  • Drink minder dranken met koolzuur en/of cafeïne (zoals koffie, thee, cola en energiedrankjes)

Verminderde eetlust (minder honger hebben)

Deze behandeling kan een invloed hebben op uw eetlust. Maakt u zich geen zorgen als u een dag of twee weinig eet. Maar als uw eetlust na enkele dagen niet terugkeert, vertel dit dan aan uw verpleegkundige of diëtist. Zij zullen u raad geven en kunnen u eventueel ook voedings- of dranksupplementen geven. Als uw voedingstoestand goed is kunt u de behandeling meestal beter aan en heeft u minder kans op complicaties.

Tips bij verminderde eetlust
  • Eet meerdere kleinere maaltijden per dag
  • Drink kleine slokjes door een rietje in plaats van direct uit het glas
  • Neem altijd een tussendoortje mee als u ergens naartoe gaat
  • Beweeg regelmatig en in de frisse lucht • Vraag iemand anders om voor u te koken als u daar geen zin in heeft
  • Probeer eens iets anders te eten dan u normaal zou doen
  • Drink niet teveel vóór de maaltijd, maar drink wel veel tijdens het eten en kauw goed op iedere hap

Misselijkheid

De eerste dagen na deze behandeling kunt u zich misselijk voelen. Uw arts zal u geneesmiddelen tegen misselijkheid geven om uw misselijkheid te helpen voorkomen of onder controle te houden. Neem de geneesmiddelen in zoals uw verpleegkundige of apotheker u heeft uitgelegd. Het is gemakkelijker misselijkheid te voorkomen dan het te behandelen als u er al last van hebt.

Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met uw behandelend arts:
  • Als u langer dan 24 uur blijft overgeven
  • Als u minder dan 1,5 liter vocht binnenkrijgt per dag
  • Als u tekenen van uitdroging heeft, zoals donkere urine, weinig of niet plassen, een droge mond of een droge huid.
Zij zullen u advies geven en kunnen u een ander geneesmiddel tegen misselijkheid geven dat beter voor u werkt.

Tips bij misselijk zijn of moeten overgeven/braken
  • Eet verantwoord en licht
  • Eet meerdere kleinere maaltijden per dag
  • Drink bijvoorbeeld gember- of pepermuntthee
  • Neem tijdig uw medicatie tegen misselijkheid, d.w.z. voordat u ziek wordt
  • Vermijd zware en vetrijke maaltijden, vooral op de dag van uw chemotherapie en tijdens de 48 uur na het toedienen van de medicatie
  • Blijf voldoende drinken om uitdroging te voorkomen en neem kleine slokjes
  • Door op een snoepje, ijsklontje, stukje fruit of ijsje te zuigen gaan de speekselklieren werken. Dit kan een droge mond en een vieze smaak voorkomen
  • Koude of lauwe gerechten zijn vaak beter verdraagbaar dan warme
  • Probeer zoveel mogelijk rechtop te zitten
  • Koolzuurhoudende dranken (niet te koud drinken) kunnen helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren
  • Zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht
Blijft u last houden van misselijkheid en of braken, neem dan contact op met uw behandelteam.

Gevoelloze of tintelende handen of voeten

Deze behandeling heeft invloed op de zenuwen en kan gevoelloze, tintelende of pijnlijke handen of voeten veroorzaken. Het kan voor u moeilijk zijn om knopen vast te maken of andere precieze taken uit te voeren.

Informeer uw arts bij de volgende klachten:
  • Hebt u gevoelloosheid of tintelingen in uw handen of voeten?
  • Voelt u pijn in uw handen en voeten? (score op een schaal van 0 tot 10)
  • Hebt u het gevoel alsof u handschoenen en kousen draagt?
  • Storen deze klachten u? Worden ze erger? • Voelt u zich zwak in uw armen en benen?
  • Laat u regelmatig voorwerpen vallen?
  • Bent u pas gevallen? • Hebt u moeite met wandelen of het oplopen van een trap?
  • Belemmeren deze gevoelens uw werk of uw dagelijkse activiteiten?
Deze klachten verdwijnen meestal langzaam na de behandeling.

Tips bij tintelingen in de vingers of tenen
  • Let bij het lopen goed op waar u uw voeten zet en draag schoenen
  • Vermijd hitte en kou als dit pijn doet
  • Draag geen strakke kleding of schoenen
  • Rook niet en drink geen alcohol
  • Zorg voor voldoende beweging
  • Leg een antislipmat in de douche om vallen te vermijden
  • Aarzel niet om een specialist te raadplegen in geval van erge en/of aanhoudende pijn

Hoofdpijn

Deze behandeling kan hoofdpijn veroorzaken. Informeer uw arts of verpleegkundige hierover. Zij kunnen u pijnstillers voorschrijven.

Bijwerkingen aan de schildklier

Door deze behandeling kan uw schildklier te langzaam of juist te snel gaan werken.

Bij een te langzaam werkende schildklier kunt u klachten krijgen als: zwaarder worden, het koud hebben, verstopping, moe zijn, minder emoties hebben, libidoverlies en hartproblemen.

Bij een te snel werkende schildklier kunt u klachten krijgen als: hartkloppingen, onrustig zijn, zweten, afvallen, uitpuilende ogen hebben, snel geïrriteerd zijn en onrustig slapen of moe zijn.

Als u dit soort klachten heeft, meld dit dan altijd aan uw arts.

Oogproblemen

Uw ogen kunnen waterig worden en pijnlijk aanvoelen. Uw arts kan u geneesmiddelen geven om bepaalde bijwerkingen te verminderen. Krijgt u last van rode en ontstoken ogen (conjunctivitis), wazig zien, droogheid of tranen? Informeer dan uw arts. Mogelijk hebt u oogdruppels nodig.

Tips bij oogproblemen
  • Draag liever geen contactlenzen tijdens de behandeling om irritatie te voorkomen
  • Bescherm uw ogen tegen fel licht; een zonnebril kan helpen
  • Gebruik geen oogmake-up
Informeer uw arts of verpleegkundige als u pijn in uw ogen hebt of als u veranderingen in uw gezichtsvermogen opmerkt.

Pijnlijke gewrichten of spieren

U kunt tot enkele dagen na de behandeling last hebben van pijnlijke spieren of gewrichten. Een warm bad en regelmatig rusten kan helpen. Uw arts kan u ook pijnstillers voorschrijven.

Informeer uw arts of verpleegkundige als de pijn niet afneemt of erger wordt.

Effecten op de longen

Sommige mensen kunnen kortademig worden of last krijgen van hoestklachten door deze behandeling.

Informeer direct uw arts als u last krijgt van druk op de borst, benauwdheid, vermoeidheid, snelle ademhaling, hoesten, koorts of kortademigheid. Informeer uw arts of verpleegkundige ook als bestaande ademhalingsproblemen erger worden.

Zij kunnen u longtests laten ondergaan en kunnen u geneesmiddelen voorschrijven om uw klachten te verminderen.

Effecten op de nieren

Deze behandeling kan invloed hebben op de werking van uw nieren. U kunt daardoor bijvoorbeeld vocht vasthouden (u krijgt dan dikke vingers, enkels of u wordt zwaarder), of u merkt dat u weinig of minder plast. Neem contact op met uw arts als u niet voldoende kunt drinken of als u tekenen van uitdroging krijgt, zoals een droge mond, droge huid, weinig of niet plassen of donkere urine.

Het is belangrijk om dagelijks minstens 2 liter vocht te drinken om uw nieren te helpen beschermen.

Veranderingen in de huid

Deze behandeling kan veranderingen in de huid veroorzaken, zoals rode vlekken of jeukende uitslag. Dit is een veel voorkomende bijwerking. Informeer altijd uw arts of verpleegkundige als u huidveranderingen opmerkt. Zij kunnen u advies geven en crèmes of geneesmiddelen voorschrijven om u te helpen.

Sommige mensen ontwikkelen een ernstige huidreactie. Het kan dan gaan om grote blaren, een schilferende huid of wondjes in uw mond. U kunt ook koorts (hoge temperatuur) hebben.

Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u een ernstige huidreactie vertoont.

Tijdens de behandeling en enkele maanden erna ben u gevoeliger voor de zon. Uw huid kan sneller verbranden dan normaal. Gebruik een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (SPF) en bedek u met kleding en een hoed.

Als u pembrolizumab krijgt in combinatie met andere geneesmiddelen, lees dan ook de bijsluiter van deze andere medicijnen.

U kunt van uw arts of bij deze patiëntfolder ook een klein kaartje krijgen waarop staat dat u behandeld wordt met pembrolizumab. Dit kunt u bij u dragen in bijvoorbeeld uw portemonnee. Mocht u last krijgen van een bijwerking, dan kunt u dit kaartje laten zien aan de arts.

Probeer niet eerst zelf iets te doen aan uw bijwerkingen. Bel direct uw arts. Uw arts kan u in bepaalde gevallen corticosteroïden geven om de mogelijke bijwerkingen van pembrolizumab te verminderen.

Tips
  • Problemen m.b.t. intimiteit (bv. vaginale droogte en verminderd libido) Praat erover met uw partner. U kunt glijmiddelen op waterbasis gebruiken, andere posities uitproberen en er bestaan nog andere oplossingen. Vraag raad aan uw zorgteam.
  • Leven met kanker. Omgaan met kanker is niet makkelijk. Vraag gerust uw familie, vrienden en naasten om hulp. Misschien vindt u het moeilijk om met hen over uw ziekte te praten. Er zijn organisaties voor mensen met kanker die u kunnen helpen, zoals een patiëntenorganisatie. Kijk eens op www.kanker.nl voor meer informatie.
Blijft u last houden? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.


Veelgestelde vragen

Zijn er nog gezondheidsklachten waarbij ik moet opletten met het gebruiken van pembrolizumab?

Ja, vertel uw arts als u:

Kan ik nog andere geneesmiddelen gebruiken naast pembrolizumab, in combinatie met chemotherapie?

Gebruikt u naast pembrolizumab en chemotherapie nog andere geneesmiddelen of voedingssupplementen of hebt u dat kortgeleden gedaan? Vertel het uw arts. Ook als u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen of voedingssupplementen gaat gebruiken.

Kan ik op vakantie gaan?

Bespreek en stem uw vakantieplannen af met uw arts.

Het is raadzaam dat u informatie over uw behandeling meeneemt tijdens uw vakantie. Draag uw patiëntenkaartje met de contactgegevens van uw arts bij u, zodat deze in noodgevallen kan worden bereikt. Daarnaast bevat het patiëntenkaartje belangrijke informatie over mogelijke bijwerkingen van de therapie.

Mag ik alcohol drinken?

Alcohol moet altijd met mate worden geconsumeerd. Dat geldt ook tijdens de behandeling met pembrolizumab.

Mag ik autorijden of een machine bedienen?

Bestuur geen voertuigen en gebruik geen machines nadat u pembrolizumab is toegediend, tenzij u er zeker van bent dat u zich goed voelt. Vermoeidheid en zwakte zijn zeer vaak voorkomende bijwerking van pembrolizumab. Dit kan invloed hebben op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te gebruiken.

Mag ik zwanger worden tijdens de behandeling?

Als u zwanger bent, mag u geen pembrolizumab gebruiken, tenzij uw arts dit specifiek adviseert.

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Pembrolizumab kan schade of overlijden veroorzaken bij uw ongeboren baby. Als u een vrouw in de vruchtbare leeftijd bent, moet u effectieve anticonceptie gebruiken tijdens uw behandeling met pembrolizumab en tot minstens 4 maanden na uw laatste dosis.

Mag ik borstvoeding geven?

Geef geen borstvoeding wanneer u pembrolizumab gebruikt. Het is niet bekend of pembrolizumab in uw moedermelk terechtkomt.

De antwoorden op deze vragen hebben alleen betrekking op een behandeling met pembrolizumab. Het is belangrijk om ook de bijsluiters van andere geneesmiddelen die u gebruikt, te lezen en/of uw arts of apotheker te raadplegen.

Aantekeningen en vragen

U kunt vooraf opschrijven wat u nog met uw arts wilt bespreken.

Om u goed te kunnen informeren en begeleiden, heeft uw zorgverlener informatie van u nodig. Bereid een gesprek met uw arts daarom goed voor, zodat u uw situatie en wensen goed onder woorden kunt brengen. U mag het gesprek met uw arts ook opnemen om thuis nog even rustig na te kunnen luisteren. Meld dit wel van tevoren.

Nog een paar tips:
  1. Wees u ervan bewust dat er iets te kiezen valt. U en uw zorgverlener(s) kijken samen welke behandeling of zorg het beste bij u past. Ook niet behandelen kan een mogelijkheid zijn.
  2. Vraag informatie aan uw behandelaar. Onderstaande vragen kunnen hierbij helpen: • Wat zijn mijn mogelijkheden? • Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden? • Wat betekent dit in mijn situatie?
  3. Verzamel zelf eventueel aanvullende informatie. Betrouwbare informatie over uw diagnose en behandelmogelijkheden vindt u onder andere op/bij: kankerpatiëntenorganisaties, thuisarts.nl, kanker.nl (op kanker.nl/appstore vindt u betrouwbare apps en keuzehulpen), bijwerkingenbijkanker.nl
  4. Vraag bedenktijd. Meestal hoeft u niet direct met een behandeling te starten en is er ruimte voor bedenktijd. U hebt tijd nodig om informatie te verwerken, met uw emoties om te gaan, te ontdekken wat voor u belangrijk is en daarna een keuze te maken. Zo voorkomt u overhaaste beslissingen. Als u bang bent dat er geen tijd verloren mag gaan, vraag dat dan aan uw arts of dit echt zo is.
  5. Kies samen. Bespreek met uw arts wat u belangrijk vindt, waar u behoefte aan hebt en ga samen na welke behandeling hierbij past. Geef aan waar uw voorkeur naar uitgaat of vraag om advies van uw arts. Zo komt u samen tot de beslissing die bij u past.

Uw afspraak

Een eerste afspraak maken

Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.

Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen

U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal; mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.


Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de BeterDichtbij app of telefonisch.

PatiëntenPortaal

Op ons PatiëntenPortaal mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.

BeterDichtbij app

Met de gratis BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.

Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?

Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).


Vergoeding van uw zorgkosten

Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.




Foldernummer: K26
Laatst bijgewerkt op: 14-07-2025


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien