Hier leest u informatie voor volwassen patiënten die behandeld worden met Keytruda® (pembrolizumab, MSD) in combinatie met chemotherapie.
Waarom deze folder?
U wordt behandeld met het medicijn Keytruda (pembrolizumab). In deze folder krijgt u meer informatie over:
- Hoe pembrolizumab werkt;
- Waarom pembrolizumab gecombineerd wordt met chemotherapie;
- Welke bijwerkingen u mogelijk kunt krijgen;
- Waar u verder op kunt letten.
Krijgt u tijdens uw behandeling last van een bijwerking? Meld dit dan zo snel mogelijk bij uw arts. Dat geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze folder genoemd worden.
Daarnaast kunt u bijwerkingen melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden helpt u ons aan meer informatie over de veiligheid van dit geneesmiddel. Bijwerkingen kunnen ook altijd gemeld worden bij de houder van de handelsvergunning van het product: Merck Sharp & Dohme B.V.; tel.: 0800 9999000;
medicalinfo.nl@merck.com.
Deze folder vervangt het advies van uw arts niet. Neem contact op met uw arts voor vragen over uw persoonlijke medische situatie en lees de bijsluitertekst voor meer informatie over pembrolizumab.
Waarom krijgt u pembrolizumab?
Pembrolizumab is een medicijn tegen kanker en een vorm van immunotherapie. Immunotherapie helpt het afweersysteem om kankercellen te herkennen en te vernietigen.
Als kanker zich in een vroeg stadium bevindt, kan immunotherapie de kans op genezing vergroten of de kans op terugkeer verkleinen. Als u kanker hebt die niet meer te genezen is, omdat deze bijvoorbeeld is uitgezaaid, kan immunotherapie de groei van de kanker vertragen.
Hoe werkt immunotherapie?
Het immuunsysteem
Het immuunsysteem of afweersysteem is het verdedigingssysteem van het menselijk lichaam. Het afweersysteem beschermt u tegen infecties en ziektes door ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen, op te ruimen. Het afweersysteem kan ook kankercellen herkennen en vernietigen.
De rol van de immuuncheckpoints PD1 en PD-L1
Immuuncheckpoints zijn eiwitten die een belangrijke rol spelen in het reguleren van het immuunsysteem. Ze controleren het immuunsysteem en voorkomen dat het immuunsysteem gezonde cellen aanvalt. Deze checkpoints zorgen ervoor dat het immuunsysteem niet té actief wordt en schade aanricht aan het lichaam.
Bij kanker reageert het immuunsysteem soms niet goed op de kankercellen. Dit komt doordat de kankercellen erin slagen om de immuunreactie te ontwijken. Ze doen dit door de checkpoints verkeerde informatie te geven. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat de afweercellen, die normaal gesproken kankercellen zouden aanvallen en vernietigen, geremd worden zodra ze de kanker hebben herkend.
PD-1 en PD-L1 zijn de eiwitten van één bepaalde checkpointremmer. Het eiwit PD-1 bevindt zich op de afweercellen, het PD-L1 eiwit bevindt zich op de kankercellen. Als PD-1 met PD-L1 bindt wordt de afweercel geremd en werkt niet meer goed. Daardoor worden de kankercellen niet aangevallen.
Werkingsmechanisme pembrolizumab
Pembrolizumab is een PD-1-checkpointremmer Het voorkomt dat het PD-1- eiwit op de afweercel zich bindt aan het PD-L1-eiwit op de kankercel. Hierdoor worden de afweercellen niet gestopt en kunnen ze de kankercellen aanvallen en vernietigen.
Hoe werkt chemotherapie?
Bij chemotherapie worden (cytotoxische) geneesmiddelen gebruikt om kankercellen te vernietigen. Cytotoxisch betekent ‘giftig voor cellen’. Chemotherapie verstoort de manier waarop kankercellen groeien en zich delen. Deze medicijnen gaan via het bloed naar de cellen. Dat betekent dat ze kankercellen in het hele lichaam kunnen bereiken.
De meeste kankercellen delen zich snel. Chemotherapie werkt voornamelijk op snel delende cellen. Chemotherapie valt kankercellen aan, maar doodt ook gezonde cellen, wat kan zorgen voor bijwerkingen.
Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Deze medicijnen worden cytostatica genoemd. Elk medicijn heeft andere bijwerkingen. Uw arts of verpleegkundige vertelt u welke bijwerkingen u kunt verwachten en wat u kunt doen als er bijwerkingen optreden.
Waarom krijg ik een combinatie van immunotherapie en chemotherapie?
Bij bepaalde vormen van kanker krijgt u chemotherapie in combinatie met immunotherapie. Immunotherapie stimuleert de natuurlijke afweerreactie tegen kankercellen. Deze behandeling versterkt uw eigen afweersysteem, zodat het kankercellen beter kan doden.
De combinatie van chemotherapie en immunotherapie pakt kankercellen op verschillende manieren aan. Door deze behandeling hebt u kans om langer te leven en vergroot u de kans op genezing.
Zijn er nog andere combinaties mogelijk?
Bij baarmoederhalskanker wordt u naast chemotherapie en immunotherapie mogelijk ook behandeld met
bevacizumab, een doelgerichte kankerremmende stof (‘targeted therapy’).
Bevacizumab is een eiwit dat de vorming van nieuwe bloedvaten rondom de tumor helpt te remmen.
Bij maagkanker wordt u naast chemotherapie en immunotherapie mogelijk ook behandeld met trastuzumab, een doelgerichte kankerremmende stof (‘targeted therapy’). Trastuzumab is een monoklonaal antilichaam. Het kan delen van een kankercel onschadelijk maken door zich eraan te hechten.
Hoe wordt het toegediend?
Uw arts heeft ervoor gekozen om u te behandelen met pembrolizumab en chemotherapie. Pembrolizumab wordt in het ziekenhuis toegediend, via een infuus in uw ader (intraveneus).
De aanbevolen dosis pembrolizumab bij volwassenen is: 200 mg elke drie weken of 400 mg elke zes weken. U komt volgens uw behandelschema om de 3 of 6 weken naar het ziekenhuis. Uw arts beslist hoeveel behandelingen u nodig heeft en zal dit behandelschema met u bespreken.
Hebt u een afspraak voor de toediening van pembrolizumab gemist?
Bel direct uw ziekenhuis om een nieuwe afspraak te maken. Het is erg belangrijk dat u alle voorgeschreven behandelingen met dit geneesmiddel krijgt.
Chemotherapie
Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Vraag aan uw behandelteam welke chemotherapie of -therapieën u krijgt en wat de bijzonderheden zijn voor dat type chemotherapie. Het is belangrijk dat u ook de bijsluiters leest van deze geneesmiddelen. Neem contact op met uw arts als u vragen heeft over uw behandeling.
Wat voor bijwerkingen kunt u krijgen?
Elk geneesmiddel kan bijwerkingen hebben, ook pembrolizumab en chemotherapie. Bepaalde bijwerkingen komen (veel) vaker voor dan andere. Het is belangrijk dat u op de hoogte bent van alle mogelijke bijwerkingen. Zo kunt u alert zijn op vermoedelijke bijwerkingen en deze op tijd bij uw behandelteam melden.
Bijwerkingen kunnen voorkomen op elk moment tijdens de behandeling of zelfs nadat uw behandeling klaar is. U kunt last krijgen van meer dan één bijwerking tegelijkertijd. Als u een bijwerking opmerkt, belt of bezoekt u direct uw arts. Uw arts geeft u mogelijk medicijnen om de verschijnselen te verminderen en verdere
complicaties te voorkomen. Uw arts kan ook de volgende toediening van de medicatie uitstellen of de behandeling stoppen. Probeer niet zelf bijwerkingen te behandelen zonder advies van uw arts.
Allergische reactie
Sommige mensen krijgen een allergische
reactie op deze behandeling, omdat ze overgevoelig zijn voor een van de stoffen in de geneesmiddelen. U krijgt dan bijvoorbeeld jeukende uitslag, een opgezette keel, buikpijn of u wordt benauwd.
Uw verpleegkundige zal tijdens uw behandeling letten op een allergische
reactie. Als u zich onwel voelt of een van deze tekens vertoont: zeg dit dan meteen. Een allergische
reactie kan snel worden behandeld.
Soms treedt een allergische
reactie pas enkele uren na de behandeling op. Als u zich onwel voelt of tekens van een allergische
reactie vertoont na de behandeling, neem dan onmiddellijk contact op met het ziekenhuis.
Infusiegerelateerde bijwerkingen
Sommige mensen krijgen bijwerkingen doordat ze een medicijn via het infuus hebben gekregen. Als u zulke infuusreacties (waarbij kortademigheid, jeuk of huiduitslag, duizeligheid of koorts kan voorkomen) krijgt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
Immuungerelateerde bijwerkingen
Aangezien pembrolizumab een checkpointremmer is, en het immuunsysteem actiever wordt door de behandeling, kunnen er bij deze therapie specifieke immuungerelateerde bijwerkingen optreden. Dat zijn bijwerkingen die ontstaan doordat de afweercellen ook in gezonde organen komen en deze kunnen aantasten. Deze bijwerkingen kunnen ernstig zijn en daarom is het belangrijk om deze onmiddellijk aan uw arts te melden omdat u mogelijk andere geneesmiddelen moet krijgen om nog ernstigere
complicaties te voorkomen en de verschijnselen te verminderen. De meeste immuungerelateerde bijwerkingen, inclusief ernstige reacties, verdwijnen na het starten van geschikte medische therapie of het stoppen van pembrolizumab.
De volgende symptomen kunnen wijzen op een mogelijke bijwerking:
Algemeen
- Ik heb het sneller koud dan gewoonlijk
- Ik heb koorts
- Ik ben aangekomen of afgevallen
- Ik voel me al langere tijd zeer moe
Huid en haar
- Ik heb huiduitslag of mijn huid jeukt
- Mijn huid krijgt een gelige kleur
- Ik krijg sneller bloedingen en blauwe plekken
- Ik zweet erger dan normaal
- Mijn haren vallen uit
Ogen
- Ik heb problemen met mijn gezichtsvermogen
- Mijn oogwit kleurt geel
Mond en hoofd
- Ik heb hoofdpijn die niet weggaat of die voor mij ongebruikelijk is
- Ik voel me duizelig of ik ben flauwgevallen
- Ik heb meer dorst dan normaal (ik heb een droge mond)
Keel en borst
- Ik moet sinds kort hoesten of mijn hoesten is erger geworden
- Ik voel me kortademig
- Ik heb pijn op de borst
- Ik heb een versnelde hartslag
- Mijn stem is zwaarder geworden
Maag en darm
- Ik heb diarree of een frequentere ontlasting dan normaal
- Ik heb meer of minder honger dan normaal
- Ik ben misselijk en moet
- Ik heb obstipatie (verstopping)
- Mijn ontlasting is donker gekleurd, teerachtig, plakkerig of bevat bloed of slijm
- Ik heb hevige buikpijn / mijn maagstreek is gevoelig
Urine
- De samenstelling en de kleur van mijn urine verandert (bijv. donkerder)
Spieren en gewrichten
- Mijn spieren doen pijn
- Ik verlies kracht in mijn spieren
- Mijn gewrichten doen pijn
Immuungerelateerde bijwerkingen kunnen overal in het lichaam voorkomen maar worden het vaakst gezien op de huid, de dikke darm, de longen, de lever, de hypofyse (een klier in het hoofd die
hormonen aanmaakt) en de schildklier.
Als u nieuwe symptomen opmerkt, bestaande symptomen erger worden of als u zich zorgen maakt is het daarom belangrijk om dit meteen te melden aan uw behandelteam.
Immuungerelateerde bijwerkingen worden onderverdeeld op basis van de ernst van de symptomen en als volgt behandeld:
- Graad 1 (lichte) of graad 2 (matige) bijwerkingen worden meestal symptomatisch behandeld, dat betekent dat de arts kijkt welke klachten u heeft en deze vervolgens op een passende manier behandelt. Uw behandeling wordt meestal niet onderbroken of gestopt in dit geval.
- Als graad 2 bijwerkingen ondanks de behandeling niet verdwijnen, kan het zijn dat u één of meerdere behandelingen met pembrolizumab moet overslaan totdat de klachten verminderd zijn.
- Bij graad 3 (ernstige) of graad 4 (zeer ernstige) bijwerkingen zal de behandeling meestal worden gestopt. Het kan ook zijn dat u voor uw klachten naar een specialist, zoals een dermatoloog, wordt verwezen.
Het kan zijn dat u om uw bijwerkingen te verminderen, behandeld wordt met corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison) of middelen die uw immuunsysteem onderdrukken.
Omdat immuungerelateerde bijwerkingen op elk moment van de behandeling kunnen optreden - soms zelfs nadat de behandeling is gestopt - is het belangrijk om op de volgende symptomen te letten en deze te melden bij uw behandelaar:
- Algemeen: vermoeidheid komt veel voor bij kankerpatiënten die immunotherapie krijgen. Vermoeidheid kan vele oorzaken hebben en daarom is het belangrijk dat aandoeningen aan bijvoorbeeld de schildklier of de hypofyse worden onderzocht door uw arts.
- Huid: uitgebreide uitslag of jeuk.
- Spijsverteringskanaal: diarree, met name met bloed of slijm, of hevige buikpijn.
- Endocrien*: vermoeidheid, gewichtsverlies, misselijkheid/overgeven, overmatige dorst of eetlust, overmatig en/of vaak plassen
- Luchtwegen: kortademigheid, hoesten
- Een of meer van de volgende, minder vaak voorkomende symptomen: hoofdpijn, verwardheid, spierzwakte of spierpijn, gevoelloosheid , pijnlijke of gezwollen gewrichten, onverklaarde koorts, snel blauwe plekken krijgen, minder goed zien
* Endocriene organen zijn de organen die hormonen produceren, zoals de hypofyse en de schildklierBijwerkingen van chemotherapie
Er zijn veel verschillende soorten chemotherapie. Ieder medicijn kan andere bijwerkingen veroorzaken. Daarom is het onmogelijk om alle mogelijke bijwerkingen die u kunt krijgen, op te sommen. Ook hebben sommige mensen veel last van bijwerkingen terwijl anderen nauwelijks iets merken. Dit is niet te voorspellen. De meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie zijn:
- Vermoeidheid
- Minder goede conditie
- Misselijkheid en overgeven
- Haaruitval
- Tijdelijk tekort aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
- Diarree
- Verstopping van de darmen
- Problemen met mond, keel en tandvlees
- Verandering in gewicht: aankomen of juist afvallen
- Veranderingen in menstruatie
- Veranderingen in reuk en smaak
- Neuropathie
De volgende bijwerkingen zijn het meest gemeld in klinische onderzoeken bij gebruik van pembrolizumab in combinatie met chemotherapie: afname aantal rode bloedcellen, misselijkheid, vermoeidheid, diarree, verstopping, braken, verminderde eetlust, afname aantal witte bloedcellen en haaruitval.
Hieronder gaan we wat dieper in op een aantal bijwerkingen
Risico op infectie
Door deze behandeling kan het aantal witte bloedcellen in uw bloed afnemen. Deze cellen bestrijden infecties. Als u weinig witte bloedcellen hebt, bent u vatbaarder voor infecties. Een verlaagd aantal witte bloedcellen wordt
neutropenie genoemd.
Als u een infectie hebt, is het belangrijk die zo snel mogelijk te behandelen.
Bel meteen naar het ziekenhuis op het (nood)contactnummer dat u hebt gekregen als:
- Uw temperatuur hoger is dan 38,5°C (koorts)
- U zich plots onwel voelt, zelfs als uw temperatuur normaal is
- U symptomen van een infectie vertoont, zoals rillen, aanhoudende pijn, zoals keelpijn/hoofdpijn, hoesten, diarree roodheid, abnormale zwelling of bloeding of vaak moeten plassen
Het is belangrijk eventuele specifieke adviezen die u van uw behandelteam kreeg, op te volgen.
Tips bij een grotere gevoeligheid voor infecties
- Zorg voor een goede lichaams- en mondverzorging
- Spoel uw mond meerdere keren per dag (advies is zes keer) om deze vochtig te houden
- Let bij wondjes op signalen van ontsteking, zoals roodheid, warmte, pijn of zwelling
- Blijf uit de buurt van mensen die verkouden zijn of griep hebben
- Probeer plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn te vermijden, zoals openbaar vervoer, winkels en evenementen
- Haal de griepprik en laat u inenten tegen het coronavirus
- Let op goede voedselhygiëne
Blauwe plekken en bloedingen
Deze behandeling kan ook het aantal bloedplaatjes in uw bloed doen afnemen. Bloedplaatjes zijn cellen die uw bloed helpen te stollen.
Informeer uw arts als u blauwe plekken of bloedingen hebt die u niet kunt verklaren, bijvoorbeeld neusbloedingen, bloedend tandvlees of kleine rode of paarse puntjes op de huid die er kunnen uitzien als huiduitslag.
Tips bij blauwe plekken en bloedingen
- Let op dat u zich niet stoot
- Let op met scherpe voorwerpen
- Poets uw tanden met een zachte tandenborstel
- Meet uw temperatuur via uw oor of voorhoofd en niet via de anus
- Drink anderhalve tot twee liter per dag om de ontlasting soepel te houden
- Druk wondjes stevig dicht en krab geen wondjes open
Bloedarmoede (‘anemie’)
Deze behandeling kan het aantal rode bloedcellen in uw bloed doen afnemen. Deze cellen brengen zuurstof rond in het lichaam. Als u te weinig rode bloedcellen hebt, kunt u moe en kortademig zijn. Informeer uw arts of verpleegkundige als u zich zo voelt.
Tips bij bloedarmoede
Als u bloedarmoede heeft door de behandeling van kanker kunt u dit niet zelf oplossen door anders te gaan eten. Daarom is het belangrijk dat u bij de volgende klachten contact opneemt met uw behandelend arts:
- Bleekheid, lusteloosheid
- Duizeligheid, hoofdpijn
- Niet goed kunnen slapen
- Zwart voor de ogen zien bij opstaan uit bed of stoel
- Niet goed kunnen concentreren
- Hartklachten of hartkloppingen
- Koud gevoel, transpireren
- Kortademigheid en vermoeidheid, zelfs als u maar heel weinig hebt gedaan
Misselijkheid
De eerste dagen na deze behandeling kunt u zich misselijk voelen. Uw arts zal u geneesmiddelen tegen misselijkheid geven om uw misselijkheid te helpen voorkomen of onder controle te houden. Neem de geneesmiddelen in zoals uw verpleegkundige of apotheker u heeft uitgelegd. Het is gemakkelijker misselijkheid te voorkomen dan het te behandelen als u er al last van hebt.
Bij de volgende klachten moet u contact opnemen met uw behandelend arts:
- Als u langer dan 24 uur blijft overgeven
- Als u minder dan 1,5 liter vocht binnenkrijgt per dag
- Als u tekenen van uitdroging heeft, zoals donkere urine, weinig of niet plassen, een droge mond of een droge huid.
Zij zullen u advies geven en kunnen u een ander geneesmiddel tegen misselijkheid geven dat beter voor u werkt.
Tips bij misselijk zijn of moeten overgeven/braken
- Eet verantwoord en licht
- Eet meerdere kleinere maaltijden per dag
- Drink bijvoorbeeld gember- of pepermuntthee
- Neem tijdig uw medicatie tegen misselijkheid, d.w.z. voordat u ziek wordt
- Vermijd zware en vetrijke maaltijden, vooral op de dag van uw chemotherapie en tijdens de 48 uur na het toedienen van de medicatie
- Blijf voldoende drinken om uitdroging te voorkomen en neem kleine slokjes
- Door op een snoepje, ijsklontje, stukje fruit of ijsje te zuigen gaan de speekselklieren werken. Dit kan een droge mond en een vieze smaak voorkomen
- Koude of lauwe gerechten zijn vaak beter verdraagbaar dan warme
- Probeer zoveel mogelijk rechtop te zitten
- Koolzuurhoudende dranken (niet te koud drinken) kunnen helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren
- Zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht
Blijft u last houden van misselijkheid en of braken, neem dan contact op met uw behandelteam.
Vermoeidheid
Vermoeidheid is een bijwerking die veel voorkomt bij deze behandeling. Het neemt vaak toe tijdens het behandeltraject en kan tot enkele maanden na het stoppen van de behandeling aanhouden. Meld uw arts als u last krijgt van vermoeidheid of als uw vermoeidheid plotseling erger wordt. Vermoeidheid kan vele klachten veroorzaken, van extreme slaperigheid tot concentratieproblemen.
Enkele tips om de impact van vermoeidheid op de kwaliteit van uw dagelijks leven te beperken
- Regelmaat
- Houd een dagritme aan. Probeer elke dag op hetzelfde tijdstip op te staan en naar bed te gaan. Kijk een uur voordat u gaat slapen niet naar een beeldscherm (televisie, tablet, computer of mobiel).
- Plan de belangrijkste activiteiten op het moment van de dag dat u de meeste energie hebt. Verspreid uw activiteiten over de dag.
- Wissel drukke dagen af met rustdagen.
- Accepteer hulp van anderen bij de boodschappen, het koken, schoonmaken of de zorg voor kinderen.
- Blijf actief: blijf buitenkomen, spreek af met vrienden en familie en beweeg regelmatig. U kunt veel kleine, alledaagse dingen doen die een positieve invloed hebben op uw lichamelijke conditie, gemoedstoestand en algemene levenskwaliteit. Beweeg elke dag minstens een half uurtje in de buitenlucht (zoals wandelen). Begin rustig en bouw geleidelijk de duur, het tempo en de intensiteit van de activiteit op.
- Eet evenwichtig en eet zoveel fruit, groenten en eiwitten als u wilt.
- Drink voldoende om uitdroging te voorkomen. Drink ’s avonds geen dranken met cafeïne.
- Gun uzelf een dutje overdag. Maar slaap overdag niet langer dan 30 minuten, zodat uw nachtrust niet verstoord raakt.
- Houd een ‘dagboek’ bij van uw vermoeidheid om te achterhalen wanneer u zich het vaakst slapjes voelt en wanneer u de meeste energie hebt. Met behulp van dat dagboek kunt u uw activiteiten spreiden over de dag op basis van uw energieniveau. Let erop dat u rust inbouwt op momenten waarop u zich futloos voelt. Hiervoor is een handige app: Untire. Vraag uw ziekenhuis om meer informatie en toegang tot de app.
- Wees niet te streng voor uzelf. Als u door vermoeidheid niet toekomt aan geplande taken, neem uzelf dat dan niet kwalijk. Draag zorg voor uzelf en neem zovaak rust als nodig. Uw lichaam heeft die rust nu heel hard nodig!
Haaruitval
Met chemotherapie verliest u soms al uw hoofdhaar. Ook uw wimpers, wenkbrauwen of ander lichaamshaar kunnen uitvallen. Haaruitval begint meestal na uw eerste of tweede behandeling.
Hoofdhuidkoeling is een manier om de temperatuur van uw hoofdhuid te verlagen om haaruitval te helpen verminderen. Uw verpleegkundige kan u zeggen of dit een mogelijkheid is voor u.
Uw verpleegkundige kan u vertellen over manieren om met haaruitval om te gaan. Er bestaan manieren om haaruitval te verbergen als u dat wilt. Het is belangrijk dat u uw hoofd bedekt om uw hoofdhuid te beschermen wanneer u in de zon komt.
Haaruitval is meestal tijdelijk en uw haar groeit normaliter terug na de behandeling. In zeldzame gevallen is de haaruitval blijvend. Het gebeurt dat het haar niet terugkomt of dunner is dan voor de behandeling. Als u zich hier zorgen over maakt, kunt u er over praten met uw kankerspecialist of verpleegkundige.
Tip bij haaruitval
- Om de overgang makkelijker te maken, kunt u alvast een kort kapsel nemen vóór de start van de behandeling. Als uw haar tijdens de behandeling begint uit te vallen, zijn er heel wat mogelijkheden om makkelijker vrede te nemen met uw nieuwe look: een pruik, een hoed, sjaaltjes... vraag raad aan uw zorgteam!
Diarree of buikpijn
Deze behandeling kan het slijmvlies van de darm beschadigen waardoor uw darmen minder goed werken. Dit kan leiden tot de volgende klachten: buikpijn en krampen, waterige of dunne ontlasting, aandrang om naar de wc te gaan. Meld dit daarom altijd bij uw behandelaar zodat gekeken kan worden wat deze oorzaak is en hoe het behandeld kan worden.
Informeer direct het ziekenhuis bij de volgende klachten: buikpijn, braken, bloed of slijm in uw ontlasting, of koorts.
Tips bij diarree
- Eet verantwoord, eet vaker rijst
- Eet kleine maaltijden en vermijd grove vezels en gasvormend voedsel zoals ui, knoflook, prei en kool
- Drink minimaal 1,5 tot 2 liter per dag
- Vermijd vette voeding en sterk gekruid eten
- Drink minder dranken met koolzuur en/of cafeïne (zoals koffie, thee, cola en energiedrankjes)
Verstopping
Deze behandeling kan verstopping van de darmen (constipatie) veroorzaken. Deze tips kunnen helpen:
- Drink dagelijks minstens 2 liter vocht
- Eet vezelrijke voedingsmiddelen, zoals fruit, groenten en volkorenbrood
- Neem regelmatig rustige lichaamsbeweging. Korte wandelingen zijn ideaal
Neem regelmatig rustige lichaamsbeweging. Korte wandelingen zijn ideaal Neem contact op met het ziekenhuis voor advies als u last hebt van verstopping. Uw arts kan u geneesmiddelen geven die u kunnen helpen, zogenaamde laxeermiddelen.
Pijnlijke mond
U kunt een pijnlijke mond of aften krijgen. Dit kan u vatbaarder maken voor een mondinfectie.
Tips bij aften
- Probeer veel water te drinken
- Vermijd voedingsmiddelen, dranken en handelingen die extra irritatie kunnen veroorzaken (sterk gekruide maaltijden, hete drank, alcohol, roken …)
- Poets uw tanden na elke maaltijd met een tandenborstel met zachte haren
- Spoel verder ook regelmatig uw mond met mondwater op basis van een zoutoplossing. Vermijd mondwater met alcohol, want dit kan de pijn erger maken
- Als uw mond pijnlijk is, vertel dit dan aan uw verpleegkundige of arts. Zij kunnen u een mondspoeling of geneesmiddelen geven om u te helpen
Verminderde eetlust (minder honger hebben)
Deze behandeling kan een invloed hebben op uw eetlust. Maakt u zich geen zorgen als u een dag of twee weinig eet. Maar als uw eetlust na enkele dagen niet terugkeert, vertel dit dan aan uw verpleegkundige of diëtist. Zij zullen u raad geven en kunnen u eventueel ook voedings- of dranksupplementen geven. Als uw voedingstoestand goed is kunt u de behandeling meestal beter aan en heeft u minder kans op
complicaties.
Tips bij verminderde eetlust
- Eet meerdere kleinere maaltijden per dag
- Drink kleine slokjes door een rietje in plaats van direct uit het glas
- Neem altijd een tussendoortje mee als u ergens naartoe gaat
- Beweeg regelmatig en in de frisse lucht • Vraag iemand anders om voor u te koken als u daar geen zin in heeft
- Probeer eens iets anders te eten dan u normaal zou doen
- Drink niet teveel vóór de maaltijd, maar drink wel veel tijdens het eten en kauw goed op iedere hap
Veranderingen in smaak
U kunt een bittere of metaalsmaak in uw mond krijgen. Sommige voedingsmiddelen kunnen anders smaken of helemaal geen smaak hebben.
Suikervrije snoepjes opzuigen kan hierbij helpen. Probeer verschillende voedingsmiddelen uit om uit te zoeken wat u het best smaakt. Veranderingen in de smaak worden na de behandeling meestal beter. Uw verpleegkundige kan u meer advies geven. Op de website
https://www.wkof.nl/leven-met-kanker/ speciale-recepten-bij-kanker/ kunt u recepten vinden voor kankerpatiënten met smaakverandering.
Gevoelloze of tintelende handen of voeten
Deze behandeling heeft invloed op de zenuwen en kan gevoelloze, tintelende of pijnlijke handen of voeten veroorzaken. Het kan voor u moeilijk zijn om knopen vast te maken of andere precieze taken uit te voeren.
Informeer uw arts bij de volgende klachten:
- Hebt u gevoelloosheid of tintelingen in uw handen of voeten?
- Voelt u pijn in uw handen en voeten? (score op een schaal van 0 tot 10)
- Hebt u het gevoel alsof u handschoenen en kousen draagt?
- Storen deze klachten u? Worden ze erger? • Voelt u zich zwak in uw armen en benen?
- Laat u regelmatig voorwerpen vallen?
- Bent u pas gevallen? • Hebt u moeite met wandelen of het oplopen van een trap?
- Belemmeren deze gevoelens uw werk of uw dagelijkse activiteiten?
Deze klachten verdwijnen meestal langzaam na de behandeling.
Tips bij tintelingen in de vingers of tenen
- Let bij het lopen goed op waar u uw voeten zet en draag schoenen
- Vermijd hitte en kou als dit pijn doet
- Draag geen strakke kleding of schoenen
- Rook niet en drink geen alcohol
- Zorg voor voldoende beweging
- Leg een antislipmat in de douche om vallen te vermijden
- Aarzel niet om een specialist te raadplegen in geval van erge en/of aanhoudende pijn
Bijwerkingen aan de schildklier
Door deze behandeling kan uw schildklier te langzaam of juist te snel gaan werken.
Bij een te langzaam werkende schildklier kunt u klachten krijgen als: zwaarder worden, het koud hebben, verstopping, moe zijn, minder emoties hebben, libidoverlies en hartproblemen.
Bij een te snel werkende schildklier kunt u klachten krijgen als: hartkloppingen, onrustig zijn, zweten, afvallen, uitpuilende ogen hebben, snel geïrriteerd zijn en onrustig slapen of moe zijn.
Als u dit soort klachten heeft, meld dit dan altijd aan uw arts.
Veranderingen in het gehoor
Chemotherapie kan veranderingen in het gehoor veroorzaken, waaronder gehoorverlies. U kunt last krijgen van oorsuizen. Dit wordt tinnitus genoemd. Het is ook mogelijk dat u niet langer bepaalde hoge tonen kunt horen. Veranderingen in het gehoor worden doorgaans beter na deze behandeling, maar sommige veranderingen kunnen blijvend zijn. Neem contact op met uw arts als u veranderingen in uw gehoor opmerkt.
Oogproblemen
Uw ogen kunnen waterig worden en pijnlijk aanvoelen. Uw arts kan u geneesmiddelen geven om bepaalde bijwerkingen te verminderen. Krijgt u last van rode en ontstoken ogen (conjunctivitis), wazig zien, droogheid of tranen? Informeer dan uw arts. Mogelijk hebt u oogdruppels nodig.
Tips bij oogproblemen
- Draag liever geen contactlenzen tijdens de behandeling om irritatie te voorkomen
- Bescherm uw ogen tegen fel licht; een zonnebril kan helpen
- Gebruik geen oogmake-up
Informeer uw arts of verpleegkundige als u pijn in uw ogen hebt of als u veranderingen in uw gezichtsvermogen opmerkt.
Pijnlijke gewrichten of spieren
U kunt tot enkele dagen na de behandeling last hebben van pijnlijke spieren of gewrichten. Een warm bad en regelmatig rusten kan helpen. Uw arts kan u ook pijnstillers voorschrijven.
Informeer uw arts of verpleegkundige als de pijn niet afneemt of erger wordt.
Effecten op het hart
Deze behandeling kan een invloed hebben op de werking van uw hart. Mogelijk moet u tests ondergaan om te kijken hoe goed uw hart werkt. Deze tests kunnen plaatsvinden voor, tijdens en soms na de behandeling. Als de behandeling hartproblemen veroorzaakt, kan uw arts het type chemotherapie dat u krijgt veranderen.
Neem onmiddellijk contact op met een arts als u:
- Pijn of een drukkend gevoel op de borst hebt
- Kortademig of duizelig bent
- Het gevoel hebt dat uw hart te snel of te traag klopt
- U dikke enkels, voeten, benen, handen, armen of een dik gezicht krijgt
Ook andere aandoeningen kunnen deze symptomen veroorzaken, maar het is belangrijk dat u ze laat controleren door een arts.
Effecten op de longen
Sommige mensen kunnen kortademig worden of last krijgen van hoestklachten door deze behandeling.
Informeer direct uw arts als u last krijgt van druk op de borst, benauwdheid, vermoeidheid, snelle ademhaling, hoesten, koorts of kortademigheid. Informeer uw arts of verpleegkundige ook als bestaande ademhalingsproblemen erger worden.
Zij kunnen u longtests laten ondergaan en kunnen u geneesmiddelen voorschrijven om uw klachten te verminderen.
Veranderingen in de huid
Immunotherapie kan veranderingen in de huid veroorzaken, zoals rode vlekken of jeukende uitslag. Dit is een veel voorkomende bijwerking. Informeer altijd uw arts of verpleegkundige als u huidveranderingen opmerkt. Zij kunnen u advies geven en crèmes of geneesmiddelen voorschrijven om u te helpen.
Sommige mensen ontwikkelen een ernstige huidreactie. Het kan dan gaan om grote blaren, een schilferende huid of wondjes in uw mond. U kunt ook koorts (hoge temperatuur) hebben.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u een ernstige huidreactie vertoont.
Tijdens de behandeling en enkele maanden erna ben u gevoeliger voor de zon. Uw huid kan sneller verbranden dan normaal. Gebruik een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (SPF) en bedek u met kleding en een hoed.
Denk eraan om uw huid flink te hydrateren bij een droge huid. Smeer u meteen na het douchen rijkelijk in met een hydraterende crème, bij voorkeur een hypoallergeen product zonder parabenen. Drink veel water om uitdroging te voorkomen.
Effecten op de nieren
Deze behandeling kan invloed hebben op de werking van uw nieren. Deze bijwerking is meestal niet ernstig en verdwijnt na de behandeling. U zult bloedonderzoeken ondergaan om te controleren hoe goed uw nieren werken.
Het is belangrijk om dagelijks minstens 2 liter vocht te drinken om uw nieren te helpen beschermen
Hoofdpijn
Deze behandeling kan hoofdpijn veroorzaken. Informeer uw arts of verpleegkundige hierover. Zij kunnen u pijnstillers voorschrijven.
Als u pembrolizumab krijgt in combinatie met chemotherapie, lees dan ook de bijsluiter van deze geneesmiddelen.
U kunt van uw arts of bij deze patiëntfolder ook een klein kaartje krijgen waarop staat dat u behandeld wordt met pembrolizumab. Dit kunt u bij u dragen in bijvoorbeeld uw portemonnee. Mocht u last krijgen van een bijwerking, dan kunt u dit kaartje laten zien aan de arts.
Probeer niet eerst zelf iets te doen aan uw bijwerkingen. Bel direct uw arts.
Uw arts kan u in bepaalde gevallen corticosteroïden geven om de mogelijke bijwerkingen van pembrolizumab te verminderen.
Tips
- Problemen m.b.t. intimiteit (bv. vaginale droogte en verminderd libido) Praat erover met uw partner. U kunt glijmiddelen op waterbasis gebruiken, andere posities uitproberen en er bestaan nog andere oplossingen. Vraag raad aan uw zorgteam.
- Leven met kanker. Omgaan met kanker is niet makkelijk. Vraag gerust uw familie, vrienden en naasten om hulp. Misschien vindt u het moeilijk om met hen over uw ziekte te praten. Er zijn organisaties voor mensen met kanker die u kunnen helpen, zoals een patiëntenorganisatie. Kijk eens op www.kanker.nl voor meer informatie.
Blijft u last houden? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige.
Veelgestelde vragen
Zijn er nog gezondheidsklachten waarbij ik moet opletten met het gebruiken van pembrolizumab?
Ja, vertel uw arts als u:
- Een auto-immuunziekte hebt.
- Een longontsteking (pneunomie) of steriele longontsteking (pneumonitis) hebt.
- Eerder het geneesmiddel ipilimumab hebt gebruikt en daar ernstige bijwerkingen van hebt gekregen.
- Een allergische reactie hebt gehad op andere behandelingen met monoklonale antilichamen.
- Een chronische virusinfectie van de lever hebt of hebt gehad, waaronder hepatitis B (HBV) of hepatitis C (HCV).
- Het hiv-virus of aids hebt.
- Leverschade hebt.
- Nierschade hebt.
- Een orgaantransplantatie hebt gehad of een beenmergtransplantatie (stamcel) waarbij donorstamcellen (allogeen) zijn gebruikt.
Kan ik nog andere geneesmiddelen gebruiken naast pembrolizumab, in combinatie met chemotherapie?
Gebruikt u naast pembrolizumab en chemotherapie nog andere geneesmiddelen of
voedingssupplementen of hebt u dat kortgeleden gedaan? Vertel het uw arts. Ook als u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen of
voedingssupplementen gaat gebruiken.
Kan ik op vakantie gaan?
Bespreek en stem uw vakantieplannen af met uw arts.
Het is raadzaam dat u informatie over uw behandeling meeneemt tijdens uw vakantie. Draag uw patiëntenkaartje met de contactgegevens van uw arts bij u, zodat deze in noodgevallen kan worden bereikt. Daarnaast bevat het patiëntenkaartje belangrijke informatie over mogelijke bijwerkingen van de therapie.
Mag ik alcohol drinken?
Alcohol moet altijd met mate worden geconsumeerd. Dat geldt ook tijdens de behandeling met pembrolizumab.
Mag ik autorijden of een machine bedienen?
Bestuur geen voertuigen en gebruik geen machines nadat u pembrolizumab is toegediend, tenzij u er zeker van bent dat u zich goed voelt. Vermoeidheid en zwakte zijn zeer vaak voorkomende bijwerking van pembrolizumab. Dit kan invloed hebben op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te gebruiken.
Mag ik zwanger worden tijdens de behandeling?
Als u zwanger bent, mag u geen pembrolizumab gebruiken, tenzij uw arts dit specifiek adviseert.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Pembrolizumab kan schade of overlijden veroorzaken bij uw ongeboren baby. Als u een vrouw in de vruchtbare leeftijd bent, moet u effectieve anticonceptie gebruiken tijdens uw behandeling met pembrolizumab en tot minstens 4 maanden na uw laatste dosis.
Mag ik borstvoeding geven?
Geef geen borstvoeding wanneer u pembrolizumab gebruikt. Het is niet bekend of pembrolizumab in uw moedermelk terechtkomt.
De antwoorden op deze vragen hebben alleen betrekking op een behandeling met pembrolizumab. Het is belangrijk om ook de bijsluiters van andere geneesmiddelen die u gebruikt, te lezen en/of uw arts of apotheker te raadplegen.
Aantekeningen en vragen
U kunt vooraf opschrijven wat u nog met uw arts wilt bespreken.
Om u goed te kunnen informeren en begeleiden, heeft uw zorgverlener informatie van u nodig. Bereid een gesprek met uw arts daarom goed voor, zodat u uw situatie en wensen goed onder woorden kunt brengen. U mag het gesprek met uw arts ook opnemen om thuis nog even rustig na te kunnen luisteren. Meld dit wel van tevoren.
Nog een paar tips:
- Wees u ervan bewust dat er iets te kiezen valt. U en uw zorgverlener(s) kijken samen welke behandeling of zorg het beste bij u past. Ook niet behandelen kan een mogelijkheid zijn.
- Vraag informatie aan uw behandelaar. Onderstaande vragen kunnen hierbij helpen: • Wat zijn mijn mogelijkheden? • Wat zijn de voor- en nadelen van deze mogelijkheden? • Wat betekent dit in mijn situatie?
- Verzamel zelf eventueel aanvullende informatie. Betrouwbare informatie over uw diagnose en behandelmogelijkheden vindt u onder andere op/bij: kankerpatiëntenorganisaties, thuisarts.nl, kanker.nl (op kanker.nl/appstore vindt u betrouwbare apps en keuzehulpen), bijwerkingenbijkanker.nl
- Vraag bedenktijd. Meestal hoeft u niet direct met een behandeling te starten en is er ruimte voor bedenktijd. U hebt tijd nodig om informatie te verwerken, met uw emoties om te gaan, te ontdekken wat voor u belangrijk is en daarna een keuze te maken. Zo voorkomt u overhaaste beslissingen. Als u bang bent dat er geen tijd verloren mag gaan, vraag dat dan aan uw arts of dit echt zo is.
- Kies samen. Bespreek met uw arts wat u belangrijk vindt, waar u behoefte aan hebt en ga samen na welke behandeling hierbij past. Geef aan waar uw voorkeur naar uitgaat of vraag om advies van uw arts. Zo komt u samen tot de beslissing die bij u past.
Uw afspraak
Een eerste afspraak maken
Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.
Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen
U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal;
mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.