Logo Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Orthopedie & traumatologie

Knie aandoeningen

Knie aandoeningen

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Hier kunt u een globaal overzicht van de klachten en oorzaken van de meest voorkomende knieaandoeningen en de meest gebruikelijke behandelingen lezen. Uw persoonlijke situatie kan echter anders zijn dan beschreven. Om te bepalen welke aandoeningen iemand precies heeft, zijn vaak verschillende onderzoeken nodig. Welke onderzoeken dit kunnen zijn leest u ook in deze informatie. Verder vind u informatie over hoe een gezonde knie er uitziet.


De gezonde knie

Het bovenbeen, het onderbeen en de knieschijf zijn de botstukken die in het kniegewricht ten opzichte van elkaar bewegen. Het uiteinde van het bovenbeen (bolvormig) en het onderbeen (plat uiteinde) passen echter niet precies in elkaar. Om de knie goed te laten bewegen zijn meniscussen nodig. Er is een binnen- en een buitenmeniscus, beide in de vorm van een halve maan. Ze bestaan uit stevig bindweefsel en zitten vast aan het bot van het onderbeen en aan het gewrichtskapsel. De binnenkant van het kniegewricht is voor een deel bekleed met slijmvlies, dat vocht aanmaakt met voedingsstoffen voor het kraakbeen en als smeermiddel dient.

De botstukken die in het kniegewricht ten opzichte van elkaar bewegen, zijn bij het gewricht bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is veerkrachtig en zorgt ervoor, samen met het gewrichtsvocht, dat de botstukken gemakkelijk over elkaar glijden. Gedurende het leven breekt het lichaam oud kraakbeen af en maakt weer nieuw kraakbeen aan.

De kniebanden houden het boven- en onderbeen bij elkaar. Dit is ook voor een deel de functie van de boven- en onderbeenspieren. Het is belangrijk dat deze spieren goed ontwikkeld zijn. Zij vangen de schokken op die een knie te verduren krijgt en zijn ook nodig voor de strek- en buigbewegingen van de knie en de stabiliteit (spannen van banden en pezen) van het kniegewricht.
De knieschijf scharniert met het bolvormige uiteinde van het bovenbeen. Ze helpt de bovenbeenspieren vooral als de knie gebogen is: als een soort katrol trekt de knieschijf het onderbeen weer omhoog, waardoor het been zich strekt.

Wat kan er mis zijn met de knie?

Dit deel van de informatie geeft u een overzicht van aandoeningen die het meeste voorkomen en de klachten die daarbij kunnen optreden. Soms zijn er meerdere knieaandoeningen tegelijk. Wanneer bij een ongeval een ernstig knieletsel ontstaat, wordt de knie pijnlijk, dik en is slecht te bewegen. Dat kan vele verschillende oorzaken hebben:
  • Gescheurd kraakbeen: Door overbelasting van het gewricht of door een ongeluk kunnen kleine en grote scheuren in het kraakbeen ontstaan. Deze kunnen doorlopen tot in het botweefsel. De genezing van het gescheurde kraakbeen gaat in principe vanzelf, maar duurt lang omdat kraakbeen geen bloedvaten bevat.
  • Gescheurde meniscus: Door een geforceerde draaibeweging in de knie kan een meniscus scheuren. Een meniscus kan ook van het kapsel afscheuren en gaan schuiven. De meniscus zit dan niet op de juiste plaats, waardoor de uiteinden van boven- en onderbeen niet meer goed op elkaar passen: de knie kan ‘op slot schieten’ en kan niet meer goed gestrekt worden.
  • Gescheurde kniebanden: De ernst van de aandoening hangt af van welke kniebanden zijn aangedaan en hoe groot de scheur van de knieband(en) is (zijn). Door gescheurde kniebanden kan de knie instabiel worden, wat een onvast gevoel bij het lopen geeft.
  • Gebroken bot (fractuur): Er kan een breuk ontstaan in de uiteinden van het boven- of onderbeen, of de knieschijf kan gebroken zijn.
  • Losse bot- en/of kraakbeenstukjes: Losse bot- en/of kraakbeenstukjes kunnen in het kniegewricht ontstaan door beschadiging van bot en/of kraakbeen, bijvoorbeeld na een ongeval of bij ernstige slijtage van het kniegewricht. De losse stukjes kunnen bij bewegingen soms inklemmen en de knie ‘schiet dan op slot’.
  • Slijtage van het kniegewricht (artrose): Artrose ontstaat als gevolg van een oud letsel in de knie of langdurige overbelasting (bijvoorbeeld door overgewicht). Het kraakbeen, en uiteindelijk ook het bot, slijt dan zover dat de botstukken van het kniegewricht niet meer op elkaar passen. Het bewegen van het kniegewricht gaat moeilijk en wordt pijnlijk. Ook door ziekte van het slijmvlies kan het kraakbeen slijten. De vochtproductie is dan niet goed meer, het kraakbeen krijgt te weinig voeding en gaat slijtage vertonen.
  • Ontstoken kniegewricht (artritis): Een kniegewricht kan of door een bacterie of door een inwendige oorzaak (bijvoorbeeld reuma) ontstoken raken. De knie kan er rood uitzien, warm aanvoelen en gezwollen zijn. Soms gaat dat gepaard met koorts. Bij een ontstoken gewricht zijn alle bewegingen pijnlijk.
  • Pijn in de knie kan ook veroorzaakt worden door een afwijking in bijvoorbeeld het heup gewricht of in de rug.

Welke onderzoeken zijn mogelijk?

  • Anamnese: de arts vraagt wat de precieze klachten zijn en hoe de klachten precies zijn ontstaan.
  • Lichamelijk onderzoek: na de anamnese bekijkt en onderzoekt de arts de knie en vaak ook de aangrenzende gewrichten.
  • Röntgenonderzoek: afhankelijk van de bevindingen bij de anamnese en het lichamelijk onderzoek bepaalt de arts of een röntgenfoto nodig is. Daarop kan een botafwijking (bijvoorbeeld een breuk) te zien zijn. Aandoeningen aan de meniscus, kniebanden en sommige afwijkingen van het kraakbeen zijn op een foto niet zichtbaar.
  • MR-onderzoek: de arts kan in speciale gevallen een MR-onderzoek aanvragen. Daarmee kunnen beelden van de knie verkregen worden zonder röntgenstralen. Het onderzoek kan informatie geven over de kniebanden en de menisci.
  • Kijkoperatie (arthroscopie): de arts kan een kijkoperatie uitvoeren om vast te stellen welke problemen er zijn. Meestal gebeurt dit als de arts denkt dat uw klachten worden veroorzaakt door een knieaandoening, die met een operatieve ingreep wellicht verholpen kan worden. De arts kijkt dan via een buis met een kleine camera (arthroscoop) in de knie. Bij dit onderzoek kunnen scheuren in het kraakbeen, de meniscus en knieband vastgesteld worden en kan de arts zo nodig aansluitend operatief behandelen. Meer informatie over de kijkoperatie wordt gegeven in: “Kijkoperatie in een gewricht”.

Behandelingsmogelijkheden

De arts kan pijnstillers en/of ontstekingsremmers voorschrijven. Deze bestrijden de “ontstekingsverschijnselen” van het gewricht waardoor de pijn verminderd wordt. De arts kan u ook doorverwijzen naar een fysiotherapeut, die afhankelijk van het letsel een aantal specifieke oefeningen kan adviseren. Vaak zijn bij knieproblemen oefeningen om de bovenbeenspieren zo sterk mogelijk te maken van groot belang. De fysiotherapeut kan u daarbij begeleiden, maar u zelf bent degene die moet oefenen en dus het werk moet verrichten. Soms is het beter de knie voor enige tijd rust te geven, bijvoorbeeld in een gips of kunststofverband. Aandoeningen aan de menisci en sommige aandoeningen van het kraakbeen zijn veelal te verhelpen tijdens een kijkoperatie. Grotere operaties, bijvoorbeeld het herstel van gescheurde banden, kunnen aansluitend of op een later tijdstip worden uitgevoerd.

Wat kunt u als patiënt zelf doen om het herstel te bevorderen?

Wanneer de knie rust nodig heeft, verricht dan ook geen inspanningen die de knie te veel belasten. Als u te zwaar bent, probeer dan, na overleg met de arts, af te vallen. Een te hoog lichaamsgewicht geeft namelijk een zware belasting van de knie.

Zorg voor een goede conditie van de beenspieren. Zij waarborgen de stabiliteit van de knie en beschermen de knie tegen verdraaiingen en dergelijke.
Het is goed om te beseffen dat het herstel van de spier- en gewrichtsfunctie ook na een operatie enige tijd nodig heeft. Bij overhaaste hervatting van sport of werk bestaat de kans dat het nog zwakke kniegewricht overbelast raakt. Het risico van een hernieuwd letsel of schade aan de knie op langere termijn kan dan aanwezig zijn.

Bericht van verhindering

Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent. Als u op het afgesproken tijdstip verhinderd bent, vragen wij u dit zo snel mogelijk te melden op het secretariaat orthopedie (T 0187 60 71 17 of 0187 60 71 16).

Uw afspraak

Een eerste afspraak maken

Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.

Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen

U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal; mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de BeterDichtbij app of telefonisch.

PatiëntenPortaal

Op ons PatiëntenPortaal mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.

BeterDichtbij app

Met de gratis BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.

Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?

Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).

Vergoeding van uw zorgkosten

Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.


Foldernummer: K03
Laatst bijgewerkt op: 24-10-2024




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien