Logo Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Spoed Eisende Hulp

Gebroken heup (collumfractuur)

Gebroken heup (collumfractuur)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Bij u is een gebroken heup geconstateerd waardoor een operatie noodzakelijk is. Hier vind u informatie over wat u tijdens en na de operatie kunt verwachten.


Spoedopname

U bent naar de Spoed Eisende Hulp (SEH) gebracht omdat u bent gevallen of een ongeval heeft gehad. Op de SEH is lichamelijk onderzoek gedaan, bloed afgenomen, en een röntgenfoto gemaakt van uw heup. Mogelijk is er een foto van uw longen en een hartfilmpje gemaakt. Ook is gevraagd naar uw medicijngebruik en uw medische geschiedenis. Uit de onderzoeken blijkt dat uw heup gebroken is waardoor u een operatie moet ondergaan. Als uw conditie en medicatiegebruik dit toelaat zal dat zo spoedig mogelijk plaats vinden.

Tijdens het verblijf op de SEH krijgt u pijnstilling en een infuusnaald in uw hand of arm voor het toedienen van vocht en medicatie. Vrouwen krijgen een katheter in de blaas ingebracht om de urine op te vangen. Dit omdat plassen op een toilet of po niet mogelijk is. Mannen krijgen een urinekatheter ingebracht wanneer plassen in een urinaal niet mogelijk is.

Nadat de onderzoeken zijn afgerond en de diagnose is gesteld, brengt de verpleegkundige u naar de verpleegafdeling.

Heupfractuur

Een heup kan op verschillende plaatsen breken. Op de afbeeldingen is te zien welke heupfracturen er bestaan.
  • Uw heup is gebroken in de hals.
30
  • Uw heup is gebroken bij de verdikking van uw dijbeen.
30
  • Uw heup is gebroken onder de verdikking van uw dijbeen.
30

Opname op de verpleegafdeling

U bent onverwacht opgenomen in het ziekenhuis waardoor u zich niet heeft kunnen voorbereiden op de opname en operatie. Hieronder een aantal aandachtspunten/ tips voor uw verblijf in ons ziekenhuis.

Wat heeft u nodig?

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft u onderstaande spullen nodig. Vraag uw familie/naasten deze mee te brengen naar het ziekenhuis.
  • Nachtkleding en ondergoed;
  • Makkelijk zittende kleding voor overdag (wijde broek of rok);
  • Stevig zittende schoenen of gesloten pantoffels (met rubberen zool);
  • Toiletartikelen (zeep, tandenborstel, tandpasta), u hoeft geen handdoeken en washandjes mee te nemen;
  • Verzekeringspas en identiteitsbewijs;
  • Een actuele medicijnlijst en uw eigen medicijnen, het liefst in originele verpakking. Meer informatie over medicijnen leest u in “Wegwijs in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis”.
Waardevolle bezittingen zoals identiteitsbewijs, sieraden en geld kunt u het beste meegeven naar huis.

Gesprek met de verpleegkundige

Op de verpleegafdeling heeft de verpleegkundige een opnamegesprek met u. Zij bereidt u voor op de operatie. Uw familie/naasten mogen hierbij aanwezig zijn.

Consultatie

Als u meerdere aandoeningen heeft of bepaalde medicijnen gebruikt, kan uw behandelend arts een andere specialist om advies vragen. In overleg maken zij afspraken om u zo goed mogelijk voor te bereiden voor de operatie.

Geriatrie

Wanneer u ouder bent dan 70 jaar, kan de behandelend arts een geriater en een verpleegkundig specialist geriatrie inschakelen. Zij geven advies over:
  • Functieverlies (dit betekent dat patiënten na een ziekenhuisopname blijvend minder goed in staat zijn om zelfstandig activiteiten te verrichten);
  • Vallen;
  • Delier (tijdelijk plotseling optredende verwardheid);
  • Geheugenproblemen;
  • Slechter zien en horen;
  • Moeite met zelfzorg en functioneren in thuissituatie;
Meer informatie hierover krijgt u van de verpleegkundige.

Voorbereiding operatie

Ongeveer twee uur voor de operatie beginnen de voorbereidingen. Om u van voldoende vocht te voorzien krijgt u een infuus. Verder moet u nuchter blijven (niets eten en drinken) en krijgt u een operatiejasje aan. Bril, gehoorapparaat en/of gebit gaan af/uit. Sieraden, nagellak en make-up worden verwijdert.

Anesthesie

De arts die verantwoordelijk is voor de anesthesietechniek en pijnbestrijding is de anesthesioloog. De anesthesioloog spreekt met u af of u een ruggenprik (spinaal) of algehele anesthesie krijgt.
Uitgebreide informatie over de anesthesie staat in “Preoperatieve screening en Anesthesie”. Deze heeft u gekregen tijdens het opnamegesprek.

Pijnmeting

Afhankelijk van waarvoor u in ons ziekenhuis bent, komt een verpleegkundige u een aantal keer per dag vragen of u de (eventuele) pijn met een cijfer tussen de 0 en 10 wilt beoordelen. Hierbij betekent 0 geen pijn en is 10 de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. U kunt nooit een verkeerd cijfer geven. Het gaat immers om de pijn die u ervaart en dat is een persoonlijke ervaring. Om u te helpen met het bepalen van het cijfer dat u wilt geven hebben we het volgende hulpmiddel;

Geen pijn Ergst denkbare pijn
0 ------ 1 ------ 2 ------ 3 ------ 4 ------ 5 ------ 6 ------ 7 ------ 8 ------ 9 ------ 10

0 = absoluut geen pijn
1 = iets gevoelig, geen beperkingen in de activiteiten
2 = gevoelig, lichte beperking in de activiteiten
3 = toch wel pijnlijk, maar als ik stil lig gaat het wel
4 = matig pijnlijk, ook in rust
5 = pijnlijk, ik slaap ‘s nachts echter wel door
6 = pijnlijk, wordt vaak wakker van de pijn
7 = erg pijnlijk, ik slaap helemaal niet
8 = erg pijnlijk, ik kan aan niets anders meer denken
9 = zeer pijnlijk
10 = onhoudbare pijn

Samengevat: als u geen pijn hebt, geeft u dat aan met een 0. Heeft u weinig pijn, dan kunt u een cijfer tussen 1 en 3 geven. Als u veel pijn heeft, geeft u een cijfer tussen 7 en 10. Bij het geven van een cijfer kan het helpen om terug te denken aan pijn waar u eerder last van hebt gehad. Deze ‘oude’ pijn vergelijkt u met uw huidige pijn.

Operatie

De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Hier bereidt de anesthesioloog u voor op de operatie. De chirurg/orthopeed maakt tijdens de operatie één of meerdere incisies (snedes) aan de zijkant van uw bovenbeen. Een gebroken heup kan op verschillende manieren geopereerd worden, namelijk:

  • Kop-halsprothese. De heupkop wordt vervangen door een prothese.


  • PFNA (Proximal Femoral Nail Antirotation) Er wordt een grote schroef geplaatst in de hals van het dijbeen die vastzit aan een pen en binnen in het femur wordt vastgezet.


  • Gecannuleerde schroeven. Er worden schroeven geplaatst om de breuk te fixeren. De heup kop blijft behouden.


  • DHS (Dynamische heupschroef). Er wordt een grote schroef in de hals van het dijbeen geplaatst die in een plaat zit die met schroeven vastzit op de zijkant van het dijbeen.


Na de operatie

Na de operatie komt u op de verkoeverruimte (uitslaapkamer). Hier controleert de verpleegkundige alle belangrijke lichaamsfuncties. Wanneer u goed wakker bent, weinig pijn heeft en uw lichaamsfuncties stabiel zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Wanneer u terug bent op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon om te vertellen dat de operatie afgerond is en u terug bent op de afdeling.

Infuus en katheter

Wanneer u voldoende drinkt, de bloedcontroles goed zijn en u geen medicijnen meer via het infuus krijgt, mag het infuus eruit. Meestal is dat de eerste dag na de operatie. Als u uit bed kunt, verwijdert de verpleegkundige de katheter.

Wond

De verpleegkundige controleert de wond(en) dagelijks op lekkage en eventuele ontstekingsverschijnselen. Zij vervangt elke 3-5 dagen de pleister op de wond. Deze wond(en) zijn gehecht met agraves (kammetjes) of hechtingen, deze moeten twee weken na de operatie verwijderd worden.

Antistolling

Tijdens de herstelperiode bent u minder mobiel dan anders. Hierdoor neemt de kans toe dat er in het bloed klonters worden gevormd (trombose). Om trombose te voorkomen krijgt u gedurende zes weken antistollingsmiddel (Clexane®) met injecties toegediend. Als u eigen antistolling gebruikt, dan wordt in overleg met de behandelend arts besproken waar u mee doorgaat. U krijgt hierover uitleg en begeleiding. Meer informatie staat in: Toedienen van antistollingsmiddel.

Pijnstilling

Na de operatie krijgt u regelmatig pijnmedicatie. Wanneer de pijn voor u niet dragelijk is kan de verpleegkundige u extra pijnmedicatie geven.

Röntgenfoto

Een dag na de operatie wordt er ter controle een röntgenfoto van het heupgewricht gemaakt.

Fysiotherapie

De dag na de operatie komt de fysiotherapeut met u oefenen. U leert lopen met behulp van een loophulpmiddel, veelal is dit een looprek. Afhankelijk van de operatie mag u het geopereerde been volledig, gedeeltelijk of niet belasten. De fysiotherapeut komt elke dag bij u langs om te oefenen. Het is belangrijk dat u stevige schoenen draagt.

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de kans op
complicaties aanwezig. Mogelijke complicaties zijn:
  • Infectie van de geopereerde heup. Om dit te voorkomen krijgt men antibiotica op de dag van de operatie;
  • Trombose;
  • Nabloeding: lekkage van vocht of bloed;
  • Longontsteking;
    Delier: Dit is een plotseling optredende verwardheid ten gevolge van de opname of operatie. Deze verwardheid is tijdelijk en neemt af wanneer uw lichamelijke toestand verbetert. Wanneer dit een risico voor u is dan zal de geriater bij u langs komen om eventuele medicatie te starten om een delier te voorkomen of beperken.

Nazorg

Indien u nazorg nodig heeft komt een transferverpleegkundige bij u langs. Zij zal samen met u en uw contactpersoon bespreken welke zorg u na opname nodig heeft. Wanneer uw thuissituatie dit toelaat gaat u naar huis en krijgt u thuiszorg. Is dit niet het geval en heeft u geen of weinig mantelzorg dan bestaan er mogelijkheden voor tijdelijke opname in een zorginstelling.

Adviezen en tips

Leefregels:

  • Douchen mag, mits de wond is afgeplakt met een waterbestendige pleister;
  • Bij het aantrekken van de broek begint u bij het geopereerde been;
  • Bij het uitdoen van de broek begint u met het gezonde been;
  • Zorg dat u thuis kunt zitten op een hoge stoel met armleuningen;
  • Ga niet met de benen over elkaar zitten;
  • Maak geen hurkende en bukkende beweging.

Hulpmiddelen:

  • Lange schoenlepel;
  • ‘Helping hand’, een hulpmiddel waarmee u gemakkelijk kleine voorwerpen van de grond kunt pakken;
  • Kousenaantrekker;
  • Schoenen met klittenband of elastische veters.
Deze hulpmiddelen zijn o.a. verkrijgbaar via: www.ad-systemen.nl, www.vegro.info en www.thuiszorgwinkel.nl.

Ontslag

Op de vierde dag na de operatie gaat u met ontslag.

Agraves

De huisarts of de arts van de zorginstelling waar u verblijft, verwijdert twee weken na de operatie de agraves (krammetjes) of hechtingen.

Poliklinische controle

Zes weken na de operatie komt u op de polikliniek bij de Physician Assistant voor een röntgenfoto ter controle van de heup. In sommige gevallen wordt een osteoporosescreening gedaan. Er wordt dan een DEXA-scan gemaakt. Bij een DEXA-scan wordt de botdichtheid gemeten, hiermee kan worden vastgesteld of u osteoporose (botontkalking) heeft.
Na drie maanden komt u nogmaals op poliklinische controle bij de orthopeed/chirurg die u geopereerd heeft.

Valpoli

De arts kan u doorverwijzen naar de valpoli. De valpoli doet onderzoek naar de oorzaak van uw val of valneiging. Op basis van dit onderzoek krijgt u een behandeladvies met als doel dat u minder vaak, en liefst helemaal niet meer valt en dat u zich meer en beter durft te bewegen.

Ontslaggesprek

De verpleegkundige heeft een ontslaggesprek met u. Wanneer u met ontslag gaat krijgt u het volgende mee:
  • Poliklinische afspraak/afspraken;
  • Actueel Medicatie Overzicht (AMO);
  • Verwijzing en overdracht fysiotherapie;
  • Instructies fysiotherapie;
  • Zo nodig een verpleegkundige overdracht.
Uw huisarts ontvangt een brief over uw ontslag.

Wanneer waarschuwt u een arts?

Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met het ziekenhuis:
  • Als er vocht of bloed uit de operatiewond komt;
  • Als uw heup of been dik of rood wordt en/of meer pijn gaat doen;
  • Als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl dat eerst wel ging;
  • Bij koorts.

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de BeterDichtbij app of telefonisch.

PatiëntenPortaal

Op ons PatiëntenPortaal mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.

BeterDichtbij app

Met de gratis BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.

Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?

Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).

Vergoeding van uw zorgkosten

Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.



Foldernummer: H27
Laatst bijgewerkt op: 21-11-2023




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien