Een heup kan op verschillende plaatsen breken. Op de afbeeldingen is te zien welke heupfracturen er bestaan.
Opname op de verpleegafdeling
U bent onverwacht opgenomen in het ziekenhuis waardoor u zich niet heeft kunnen voorbereiden op de opname en operatie. Hieronder een aantal aandachtspunten/ tips voor uw verblijf in ons ziekenhuis.
Wat heeft u nodig?
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis heeft u onderstaande spullen nodig. Vraag uw familie/naasten deze mee te brengen naar het ziekenhuis.
- Nachtkleding en ondergoed;
- Makkelijk zittende kleding voor overdag (wijde broek of rok);
- Stevig zittende schoenen of gesloten pantoffels (met rubberen zool);
- Toiletartikelen (zeep, tandenborstel, tandpasta), u hoeft geen handdoeken en washandjes mee te nemen;
- Verzekeringspas en identiteitsbewijs;
- Een actuele medicijnlijst en uw eigen medicijnen, het liefst in originele verpakking. Meer informatie over medicijnen leest u in “Wegwijs in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis”.
Waardevolle bezittingen zoals identiteitsbewijs, sieraden en geld kunt u het beste meegeven naar huis.
Gesprek met de verpleegkundige
Op de verpleegafdeling heeft de verpleegkundige een opnamegesprek met u. Zij bereidt u voor op de operatie. Uw familie/naasten mogen hierbij aanwezig zijn.
Consultatie
Als u meerdere aandoeningen heeft of bepaalde medicijnen gebruikt, kan uw behandelend arts een andere specialist om advies vragen. In overleg maken zij afspraken om u zo goed mogelijk voor te bereiden voor de operatie.
Geriatrie
Wanneer u ouder bent dan 70 jaar, kan de behandelend arts een geriater en een verpleegkundig specialist geriatrie inschakelen. Zij geven advies over:
- Functieverlies (dit betekent dat patiënten na een ziekenhuisopname blijvend minder goed in staat zijn om zelfstandig activiteiten te verrichten);
- Vallen;
- Delier (tijdelijk plotseling optredende verwardheid);
- Geheugenproblemen;
- Slechter zien en horen;
- Moeite met zelfzorg en functioneren in thuissituatie;
Meer informatie hierover krijgt u van de verpleegkundige.
Voorbereiding operatie
Ongeveer twee uur voor de operatie beginnen de voorbereidingen. Om u van voldoende vocht te voorzien krijgt u een infuus. Verder moet u nuchter blijven (niets eten en drinken) en krijgt u een operatiejasje aan. Bril, gehoorapparaat en/of gebit gaan af/uit. Sieraden, nagellak en make-up worden verwijdert.
Anesthesie
De arts die verantwoordelijk is voor de anesthesietechniek en pijnbestrijding is de anesthesioloog. De anesthesioloog spreekt met u af of u een ruggenprik (spinaal) of algehele anesthesie krijgt.
Uitgebreide informatie over de anesthesie staat in “
Preoperatieve screening en Anesthesie”. Deze heeft u gekregen tijdens het opnamegesprek.
Pijnmeting
Afhankelijk van waarvoor u in ons ziekenhuis bent, komt een verpleegkundige u een aantal keer per dag vragen of u de (eventuele) pijn met een cijfer tussen de 0 en 10 wilt beoordelen. Hierbij betekent 0 geen pijn en is 10 de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. U kunt nooit een verkeerd cijfer geven. Het gaat immers om de pijn die u ervaart en dat is een persoonlijke ervaring. Om u te helpen met het bepalen van het cijfer dat u wilt geven hebben we het volgende hulpmiddel;
Geen pijn Ergst denkbare pijn
0 ------ 1 ------ 2 ------ 3 ------ 4 ------ 5 ------ 6 ------ 7 ------ 8 ------ 9 ------ 10
0 = absoluut geen pijn
1 = iets gevoelig, geen beperkingen in de activiteiten
2 = gevoelig, lichte beperking in de activiteiten
3 = toch wel pijnlijk, maar als ik stil lig gaat het wel
4 = matig pijnlijk, ook in rust
5 = pijnlijk, ik slaap ‘s nachts echter wel door
6 = pijnlijk, wordt vaak wakker van de pijn
7 = erg pijnlijk, ik slaap helemaal niet
8 = erg pijnlijk, ik kan aan niets anders meer denken
9 = zeer pijnlijk
10 = onhoudbare pijn
Samengevat: als u geen pijn hebt, geeft u dat aan met een 0. Heeft u weinig pijn, dan kunt u een cijfer tussen 1 en 3 geven. Als u veel pijn heeft, geeft u een cijfer tussen 7 en 10. Bij het geven van een cijfer kan het helpen om terug te denken aan pijn waar u eerder last van hebt gehad. Deze ‘oude’ pijn vergelijkt u met uw huidige pijn.
Operatie
De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Hier bereidt de anesthesioloog u voor op de operatie. De chirurg/orthopeed maakt tijdens de operatie één of meerdere incisies (snedes) aan de zijkant van uw bovenbeen. Een gebroken heup kan op verschillende manieren geopereerd worden, namelijk:
Na de operatie
Na de operatie komt u op de verkoeverruimte (uitslaapkamer). Hier controleert de verpleegkundige alle belangrijke lichaamsfuncties. Wanneer u goed wakker bent, weinig pijn heeft en uw lichaamsfuncties stabiel zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Wanneer u terug bent op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon om te vertellen dat de operatie afgerond is en u terug bent op de afdeling.
Infuus en katheter
Wanneer u voldoende drinkt, de bloedcontroles goed zijn en u geen medicijnen meer via het infuus krijgt, mag het infuus eruit. Meestal is dat de eerste dag na de operatie. Als u uit bed kunt, verwijdert de verpleegkundige de katheter.
Wond
De verpleegkundige controleert de wond(en) dagelijks op lekkage en eventuele ontstekingsverschijnselen. Zij vervangt elke 3-5 dagen de pleister op de wond. Deze wond(en) zijn gehecht met agraves (kammetjes) of hechtingen, deze moeten twee weken na de operatie verwijderd worden.
Antistolling
Tijdens de herstelperiode bent u minder mobiel dan anders. Hierdoor neemt de kans toe dat er in het bloed klonters worden gevormd (trombose). Om trombose te voorkomen krijgt u gedurende zes weken antistollingsmiddel (Clexane®) met injecties toegediend. Als u eigen antistolling gebruikt, dan wordt in overleg met de behandelend arts besproken waar u mee doorgaat. U krijgt hierover uitleg en begeleiding. Meer informatie staat in:
Toedienen van antistollingsmiddel.
Pijnstilling
Na de operatie krijgt u regelmatig pijnmedicatie. Wanneer de pijn voor u niet dragelijk is kan de verpleegkundige u extra pijnmedicatie geven.
Röntgenfoto
Een dag na de operatie wordt er ter controle een röntgenfoto van het heupgewricht gemaakt.
Fysiotherapie
De dag na de operatie komt de fysiotherapeut met u oefenen. U leert lopen met behulp van een loophulpmiddel, veelal is dit een looprek. Afhankelijk van de operatie mag u het geopereerde been volledig,
gedeeltelijk of niet belasten. De fysiotherapeut komt elke dag bij u langs om te oefenen. Het is belangrijk dat u stevige schoenen draagt.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de kans op
complicaties aanwezig. Mogelijke complicaties zijn:
- Infectie van de geopereerde heup. Om dit te voorkomen krijgt men antibiotica op de dag van de operatie;
- Trombose;
- Nabloeding: lekkage van vocht of bloed;
- Longontsteking;
Delier: Dit is een plotseling optredende verwardheid ten gevolge van de opname of operatie. Deze verwardheid is tijdelijk en neemt af wanneer uw lichamelijke toestand verbetert. Wanneer dit een risico voor u is dan zal de geriater bij u langs komen om eventuele medicatie te starten om een delier te voorkomen of beperken.
Nazorg
Indien u nazorg nodig heeft komt een transferverpleegkundige bij u langs. Zij zal samen met u en uw contactpersoon bespreken welke zorg u na opname nodig heeft. Wanneer uw thuissituatie dit toelaat gaat u naar huis en krijgt u thuiszorg. Is dit niet het geval en heeft u geen of weinig mantelzorg dan bestaan er mogelijkheden voor tijdelijke opname in een zorginstelling.
Adviezen en tips
Leefregels:
- Douchen mag, mits de wond is afgeplakt met een waterbestendige pleister;
- Bij het aantrekken van de broek begint u bij het geopereerde been;
- Bij het uitdoen van de broek begint u met het gezonde been;
- Zorg dat u thuis kunt zitten op een hoge stoel met armleuningen;
- Ga niet met de benen over elkaar zitten;
- Maak geen hurkende en bukkende beweging.
Hulpmiddelen:
- Lange schoenlepel;
- ‘Helping hand’, een hulpmiddel waarmee u gemakkelijk kleine voorwerpen van de grond kunt pakken;
- Kousenaantrekker;
- Schoenen met klittenband of elastische veters.
Deze hulpmiddelen zijn o.a. verkrijgbaar via:
www.ad-systemen.nl,
www.vegro.info en
www.thuiszorgwinkel.nl.
Ontslag
Op de vierde dag na de operatie gaat u met ontslag.
Agraves
De huisarts of de arts van de zorginstelling waar u verblijft, verwijdert twee weken na de operatie de agraves (krammetjes) of hechtingen.
Poliklinische controle
Zes weken na de operatie komt u op de polikliniek bij de Physician Assistant voor een röntgenfoto ter controle van de heup. In sommige gevallen wordt een osteoporosescreening gedaan. Er wordt dan een DEXA-scan gemaakt. Bij een DEXA-scan wordt de botdichtheid gemeten, hiermee kan worden vastgesteld of u osteoporose (botontkalking) heeft.
Na drie maanden komt u nogmaals op poliklinische controle bij de orthopeed/chirurg die u geopereerd heeft.
Valpoli
De arts kan u doorverwijzen naar de valpoli. De valpoli doet onderzoek naar de oorzaak van uw val of valneiging. Op basis van dit onderzoek krijgt u een behandeladvies met als doel dat u minder vaak, en liefst helemaal niet meer valt en dat u zich meer en beter durft te bewegen.
Ontslaggesprek
De verpleegkundige heeft een ontslaggesprek met u. Wanneer u met ontslag gaat krijgt u het volgende mee:
- Poliklinische afspraak/afspraken;
- Actueel Medicatie Overzicht (AMO);
- Verwijzing en overdracht fysiotherapie;
- Instructies fysiotherapie;
- Zo nodig een verpleegkundige overdracht.
Uw huisarts ontvangt een brief over uw ontslag.
Wanneer waarschuwt u een arts?
Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met het ziekenhuis:
- Als er vocht of bloed uit de operatiewond komt;
- Als uw heup of been dik of rood wordt en/of meer pijn gaat doen;
- Als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl dat eerst wel ging;
- Bij koorts.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.