U bent opgenomen op de afdeling longgeneeskunde. De reden is een verergering van uw COPD, ook wel exacerbatie COPD of longaanval genoemd. Hier vindt u informatie over het COPD-zorgpad.

Wat is COPD?

COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is een verzamelnaam voor onder meer chronische bronchitis en longemfyseem. Het is een aandoening waarbij de luchtwegen blijvend zijn ontstoken en/of de longblaasjes zijn beschadigd, waardoor de longen steeds minder goed werken.

Waarom een COPD-zorgpad?

Om uw longziekte zo goed mogelijk te behandelen, gebruikt het ziekenhuis het COPD-zorgpad. Dit is een leidraad voor de behandeling van COPD tijdens uw opname in het ziekenhuis. COPD is een chronische longziekte, die niet overgaat en waarmee u moet leren leven. U kunt zelf bijdragen aan een goede kwaliteit van uw leven. Dit bereikt u niet alleen door het innemen van uw medicijnen, maar ook door uw leefwijze aan te passen aan uw ziekte. Om dit goed te kunnen doen, is het belangrijk dat u de juiste informatie krijgt. Verder is het van belang dat u leert luisteren naar uw lichaam om (beter) met uw klachten om te kunnen gaan. Dit alles bij elkaar heet ‘zelfmanagement’ en kan lastig zijn. Met het COPD-zorgpad begeleiden wij u stap voor stap in het omgaan met uw ziekte. En met hulp van de artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten kunt u zelf de kwaliteit van uw leven leren verbeteren.

Wat is het doel?

Het eerste doel van opname in het ziekenhuis is uw klachten te verminderen. Bij het ontslag uit het ziekenhuis houden we rekening met uw persoonlijke situatie en mogelijkheden. Zo is het mogelijk gebruik te maken van diverse zelfmanagement-projecten, zoals longreactivering in een verpleeghuis, en/of longrevalidatie via poliklinische behandeling. Ook is het mogelijk om een cursus ‘Stoppen met roken’ te volgen of gebruik te maken van andere diensten die u kunnen helpen om te gaan met COPD. Tijdens uw ziekenhuisopname krijgt u informatie over alle mogelijkheden.

Het zorgpad

De eerste dagen van de opname wordt uw medische- en thuissituatie in kaart gebracht. U heeft een opnamegesprek met de arts om inzicht te krijgen in uw medische situatie en afspraken te maken over uw behandeling. U heeft ook een opnamegesprek (anamnese) met een verpleegkundige, die u uitleg geeft over uw verblijf in het ziekenhuis. Zij bespreekt met u de thuissituatie zodat er vervolgens tijd is om hulp van bijvoorbeeld de thuiszorg te regelen. Naast uw medische behandeling ligt de nadruk op het geven van informatie om na uw ontslag goed om te kunnen gaan met uw ziekte.

Onderzoeken

Op de eerste dag van uw opname vinden diverse onderzoeken plaats. Deze onderzoeken kunnen bestaan uit een röntgenfoto van de longen (x-thorax), een ECG (hartfilmpje) en bloedafname. Meer onderzoeken vinden plaats op de volgende dagen:

Dag 1 en 2

U krijgt een potje om slijm (sputum) in op te geven, zodat dit in het laboratorium gekweekt kan worden op bacteriën. Daarnaast weegt de verpleegkundige u en meet zij dagelijks uw temperatuur, bloeddruk, zuurstofgehalte (saturatie) en hartslag.

Dag 3

De verpleegkundige prikt uw bloedsuiker met een vingerprik. Dit is nodig om te kijken of uw bloedsuiker stabiel blijft. De medicijnen die u krijgt, kunnen hier mogelijk op van invloed zijn. Dit gebeurt twee keer per week.

Dag 4, 5, 6

De longverpleegkundige geeft u voorlichting over een door u gekozen onderwerp. U kunt kiezen uit de onderwerpen: COPD algemeen, medicatie, bewegen, stoppen met roken, exacerbatiemanagement, en nazorg. Er is informatie beschikbaar over deze onderwerpen. Eventueel oefent u het inhaleren van medicatie.

Dag 7

Het streven is dat u na ongeveer zeven dagen het ziekenhuis verlaat. Het kan ook zijn dat u eerder of later het ziekenhuis verlaat.

Hulp- en zorgverleners

De volgende hulp- en zorgverleners, ook wel disciplines genoemd, komen bij u langs:

Longarts en/of verpleegkundig specialist

De longarts of verpleegkundig specialist coördineert uw medische behandeling en voert deze uit. Een van hen komt elke dag bij u langs, meestal in de ochtenduren. De longarts beslist welke medicatie en onderzoeken u krijgt en wanneer u met ontslag kunt. U kunt alle medische zaken bespreken met de longarts.

De longverpleegkundige

De longverpleegkundige is gespecialiseerd in de zorg rondom astma en COPD. Zij geeft informatie die voor u persoonlijk van toepassing is, van het gebruik van medicatie tot begeleiding bij stoppen met roken. Van hulpmiddelen en aanpassingen in huis tot de mogelijkheid om te blijven sporten of op vakantie te gaan. Verder kunt u terecht met vragen over onder andere zuurstof thuis, patiëntenverenigingen, longrevalidatie en leefregels. Als u dat wilt, kunt u ook uw persoonlijke problemen naar aanleiding van uw ziekte met haar bespreken.

Verpleegkundige

De verpleegkundige helpt u (samen met de verzorgenden, leerling-verpleegkundigen en stagiaires) met de persoonlijke verzorging en het innemen van medicijnen. Daarnaast voert de verpleegkundige, in overleg met de arts, de behandeling uit. U kunt met alle vragen bij de verpleegkundige terecht. Deze overlegt regelmatig met alle disciplines en coördineert op deze wijze uw zorg.

Fysiotherapeut

Bewegen om uw conditie op peil te houden, is een belangrijk onderdeel bij de behandeling van COPD. De fysiotherapie richt zich op:

• het verbeteren van uw inspanningsvermogen,
• problemen met het ophoesten van sputum,
• in stand houden/versterken van de spieren,
• ademhalings- en ontspanningsoefeningen bij benauwdheidsklachten.

De fysiotherapeut beoordeelt samen met u of er problemen zijn betreffende kortademigheid bij inspanning, en/of problemen bij ophoesten. De fysiotherapeut geeft u adviezen om uw conditie, het bewegen of het hoesten te verbeteren . Het uitgangspunt is dat u na de opname, thuis goed kunt functioneren.

Voedingsassistente

De voedingsassistente verstrekt de maaltijden en de dranken tijdens de opname. Zij houdt in de gaten of u voldoende eet en drinkt en of er bijzonderheden zijn met betrekking tot uw voeding.

Diëtiste

Voor mensen met COPD is het belangrijk om op een goed gewicht te blijven en spiermassa te behouden. Goede, eiwitrijke voeding kan uw lichamelijke conditie verbeteren. De diëtiste kan het volgende met u bespreken:

• de relatie van een goede voeding tot uw ziekte,
• uw huidige gewicht en uw gewichtsverloop van de laatste jaren,
• uw voedingspatroon thuis,
• het gebruik van dieetpreparaten.
• een dieetadvies en praktische adviezen voor thuis.

Foldernummer: C31
Laatst bijgewerkt op: 24-10-2023