Hier krijgt u algemene informatie over een buikwandcorrectie in ons ziekenhuis. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen zodat u een weloverwogen beslissing kunt nemen. Het is belangrijk dat u begrijpt dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van een buikwandcorrectie en dat er risico’s bestaan. Daarnaast kan voor u persoonlijk de situatie anders zijn dan hier beschreven. Als dit bij u van toepassing is, ontvangt u aanvullingen en/of wijzigingen op deze algemene informatie van uw behandelend arts.

Over de buikwandcorrectie

De huid, het vetweefsel en de spieren van de buik kunnen slapper worden naar mate u ouder wordt. De mate waarin dit gebeurt is onder andere afhankelijk van geslacht, lichaamsbouw, overgewicht, eventuele zwangerschappen of eerdere buikoperaties. Door deze verslapping kan een sterke rimpeling van de huid ontstaan. In ernstige gevallen is er sprake van een vetschort. Een vetschort kan lichamelijke klachten tot gevolg hebben, zoals rugklachten of huidinfecties. Patiënten zijn daarnaast vaak niet tevreden over hoe hun buik eruit ziet.

Bij een buikwandcorrectie wordt het teveel aan huid en vetweefsel verwijderd. Deze operatie moet niet gezien te worden als een mogelijkheid om extra gewicht kwijt te raken. Overtollig vet in de buikholte kan door deze operatie niet worden gecorrigeerd. Overtollig onderhuids vet kan eventueel wel worden afgezogen (liposuctie). Dit is echter alleen zinvol als er geen sprake is van een huidoverschot en de huid voldoende elastisch is.

De stevigheid van de buikwand kan zo nodig hersteld worden door het peesblad van de buikspieren strakker te zetten. Het blijven echter slappe spieren, waardoor enige bolling van de buik na de ingreep kan blijven bestaan. Zwangerschapsstriemen (striae) op de onderbuik worden gedeeltelijk verwijderd. Striae elders op de buik worden door de operatie wat gladgetrokken, maar blijven altijd zichtbaar.

Soms is het noodzakelijk om een aanvullende operatie uit te voeren voor het verkrijgen van een goed resultaat.

Vergoeding

Of en in hoeverre u een buikwandcorrectie vergoed krijgt, hangt af van uw klachten, uw gewicht en uw ziektekostenverzekering. De ingreep dient medisch noodzakelijk te zijn. In dat geval wordt op de polikliniek vóór de operatie een machtiging aangevraagd bij uw ziektekostenverzekeraar. Om in aanmerking te komen voor vergoeding door de ziektekostenverzekeraar moet u aan strenge voorwaarden voldoen. Het huidoverschot moet tot halverwege uw bovenbenen hangen of er moet sprake zijn van onbehandelbare huidinfecties. Daarnaast mag er geen sprake zijn van fors overgewicht (Body Mass Index (BMI) > 30 kg/m2). Als u in het verleden een gastric bypass of maagverkleining heeft ondergaan, wordt een andere bovengrens aangehouden (BMI < 35 kg/m2).

Als u te zwaar bent, bestaat er een grotere kans op complicaties, zoals slechtere wondgenezing en infecties. In dat geval wordt u geadviseerd eerst af te vallen. Uw huisarts kan u eventueel naar een diëtiste verwijzen om u hierbij te helpen. Wanneer het streefgewicht is bereikt, kan de operatie worden uitgevoerd met een grotere kans op een goed resultaat en een kleiner risico op complicaties. Uw gewicht moet voor de operatie 1 jaar stabiel zijn.

De uiteindelijke beslissing of u in aanmerking komt voor de vergoeding, wordt genomen door de medisch adviseur van de verzekeringsmaatschappij. Om te komen tot deze beslissing kan de verzekering om foto’s vragen. Eventuele foto’s die in het ziekenhuis zijn gemaakt, worden niet door het ziekenhuis aan de verzekeringsmaatschappij gegeven. Dit in verband met uw privacy.

Als er geen medische redenen bestaan voor deze ingreep en het dus een cosmetische ingreep betreft, zijn de kosten vaak voor uw eigen rekening. Wij adviseren u vooraf contact op te nemen met uw ziektekostenverzekeraar om na te gaan in hoeverre de kosten voor deze ingreep voor u worden vergoed. U kunt dan informatie verkrijgen over de precieze kosten.

Voor de operatie

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose). Voordat u wordt geopereerd, krijgt u een afspraak op de polikliniek Preoperatieve Screening (POS). De anesthesist bespreekt uw gezondheidstoestand met u en beoordeelt of het nodig is om voor de operatie een aantal aanvullende onderzoeken te doen.

Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, bepaalt de anesthesist in overleg met de plastisch chirurg of en wanneer u met deze medicijnen moet stoppen. Als u rookt, is het belangrijk dat u hiermee stopt, aangezien roken slecht is voor de wondgenezing. Het zou goed zijn als u drie weken voor de operatie stopt met roken en dit tot drie weken na de operatie volhoudt. Dit geldt ook voor andere nicotine houdende middelen zoals nicotinekauwgom.

Wij adviseren u om van te voren een stevig pantybroekje (step-in) aan te schaffen, dat tot boven de navel komt. Deze neemt u mee naar het ziekenhuis als u wordt opgenomen. Dit broekje ondersteunt de wond na de operatie en verkleint de kans op een bloed- of vochtophoping.

De operatie

U wordt op de dag van de operatie opgenomen. Voor de operatie tekent de plastisch chirurg het huidoverschot bij u af. Tijdens de operatie wordt de overtollige buikhuid verwijderd via een horizontale snede, laag op de onderbuik (“van bekkenkam tot bekkenkam”). Er wordt geprobeerd dit litteken zo te plannen dat het door een bikinibroekje bedekt kan worden. Soms is het noodzakelijk ook een verticaal litteken te maken. Meestal wordt de navel op een nieuwe plek in de buikhuid geplaatst, zodat ook rond de navel een litteken ontstaat. Alle littekens zijn blijvend.

Aan het einde van de operatie wordt u in een half zittende houding gebracht om de spanning op de wond te verminderen. De eerste dagen na de operatie ligt u ook in deze houding in bed. De wonden wordt onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen. Enkele hechtingen worden met een knoopje op de huid op spanning gehouden. Er worden wonddrains achtergelaten. Dit zijn slangetjes die het teveel aan bloed en wondvocht afvoeren. Ook worden er hechtpleisters op de wonden aangebracht. Tot slot wordt er een buikband aangelegd voor extra ondersteuning.

Na de operatie

Voor uw herstel is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. De dag na de operatie mag u al een beetje rondlopen. In het begin moet u licht voorover gebogen lopen; geleidelijk aan kunt u meer rechtop komen.

De drains worden verwijderd zodra weinig of geen wondvocht meer wordt geproduceerd. Als de drains nog teveel vocht afvoeren op het moment dat u naar huis gaat, krijgt u instructies mee voor het verzorgen van de drains. Ook hoort u wanneer u terug moet komen naar de polikliniek (of in het weekend naar de verpleegafdeling) om de drains te laten verwijderen.

De opnameduur is twee tot vier dagen, afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingreep. Na een week kunt u eventueel zelf voorzichtig de hechtpleisters verwijderen. Het is verstandig om dan nog rustig aan te doen en spanning op de wond te vermijden. U mag nog niet werken, sporten of zwaar tillen.

Na twee weken komt u voor wondcontrole op de polikliniek. Eventuele knoopjes van de hechtingen worden afgeknipt, de rest Iost vanzelf op. De arts bepaalt dan ook wanneer u bepaalde activiteiten mag hervatten. De gehele herstelperiode duurt ongeveer zes weken.

Leefregels

• Tijdens de buikwandcorrectie wordt de huid tot ver boven de navel van de buikwand Ios gemaakt. Hierdoor ontstaat een groot wondoppervlak. Het advies is om tot zes weken na de operatie een stevige pantybroek (step-in) te dragen die tot boven de navel komt. Deze pantybroek geeft comfort, bevordert de wondgenezing en kan het ontstaan van bloed- en vochtophopingen voorkomen.
• Douchen mag vanaf 48 uur na de operatie. Dep de huid rond de wond voorzichtig droog. De wonden mogen de eerste 2 weken niet langdurig onder water (in bad).
• Autorijden mag in principe vanaf 3 weken na de operatie. Het dragen van een driepuntsautogordel blijft verplicht.
• Wij adviseren u de eerste 6 weken geen zware inspanningen te verrichten, niet te bukken, zwaar te tillen of te sporten. Als ook de buikwandspieren zijn verstevigd, mag u beslist niet (zwaar) tillen.
• Wanneer u weer met uw dagelijkse bezigheden of werk kunt beginnen, hangt af van het soort werk. U kunt uiteraard sneller beginnen met administratief werk dan met zwaar lichamelijk werk. Als u twijfelt, kunt u dit op de polikliniek bespreken met uw plastisch chirurg.
• De littekens moeten de eerste 6-9 maanden goed beschermd worden in de zon en onder de zonnebank. Gebruik eventueel goede zonnebrandcrème (factor 50).

Mogelijke complicaties

Bij iedere ingreep kunnen complicaties voorkomen. Het is belangrijk dat u daarvan op de hoogte bent zodat u op tijd contact kunt opnemen met uw behandelend arts. Soms moet u opnieuw worden geopereerd.

• Kort na de operatie kan soms een bloeding ontstaan. Het wondgebied zwelt op en wordt pijnlijk. Soms moet u opnieuw worden geopereerd om de bloeduitstorting te ontlasten en de bloeding te stelpen.
• Bij een ontsteking van de wond (infectie) wordt de huid rond de wond rood en pijnlijk en kan er pus uit de wond komen. Ook kan koorts optreden. Neemt u in dit geval contact op met de polikliniek plastische chirurgie of de Spoedeisende Hulp.
• Een vertraagde wondgenezing is merkbaar aan een korstje op de wond of aan het doorlekken van wondvocht. Soms gaat de wond een beetje open of sterft er wat weefsel af. Door de wond goed schoon te houden en uit te spoelen onder de douche geneest dit vaak vanzelf.
• Een ophoping van wondvocht kan voorkomen, maar meestal wordt dit snel door het lichaam opgenomen. Indien dit niet het geval is, kan dit vocht met een naaldje worden weggezogen. Om de kans hierop te verkleinen, wordt het dragen van een step-in aanbevolen.
• Aan beide uiteinden van het litteken kan een huidoverschot (ezelsoor) blijven bestaan. Dit trekt meestal vanzelf weg. Een enkele keer is het nodig later een kleine correctie te doen.
• Hoewel het litteken doorgaans mooi geneest, kan het litteken bij sommige patiënten dikker en breder worden dan bij anderen. Van tevoren is niet te zeggen of dit ook bij u het geval zal zijn. Het is onder andere afhankelijk van leeftijd, huidskleur en persoonlijke aanleg.
• Na de operatie kan een dof gevoel in het wondgebied van de onderbuik optreden. Dit is het gevolg van doorsnijding van huidzenuwtakjes. Vaak trekt dit in de loop van enkele maanden weer bij.

Tot slot

Om u zo goed en volledig mogelijk te informeren, bestaat een groot deel van deze informatie uit eventuele complicaties en nadelen van een buikwandcorrectie. Daar staat tegenover dat een buikwandcorrectie over het algemeen een zeer dankbare ingreep is. De vorm van de buik verbetert en rugklachten en huidinfecties verdwijnen over het algemeen.

Foldernummer: B67
Laatst bijgewerkt op: 24-10-2023