Hier vind u een overzicht van adviezen ten aanzien van de behandeling van de breuk in de bovenarm in het geval van een niet-operatief traject. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een aandoening en/of behandeling de situatie voor iedereen anders kan zijn. U wordt behandeld volgens de richtlijnen van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, waarbij de laatste wetenschappelijke inzichten zijn meegenomen.
Aandoening
U hebt een breuk in uw bovenarm net onder de kop van de bovenarm. Dit wordt een “subcapitale humerusfractuur” genoemd. Deze breuk ontstaat vaak door een val op de (uitgestrekte) arm.
Pijn en zwelling
Deze breuk gaat gepaard met (veel) pijn in de bovenarm en het schoudergewricht. Er kan een flinke bloeduitstorting en zwelling ontstaan, samen met de pijn zorgt dit voor een beperkte functie van de arm. De bloeduitstorting kan in de weken na de breuk ook naar de onderarm afzakken.
Ter vermindering van de pijn mag u als volwassene, tenzij uw arts anders aangeeft, vier keer per dag 1000mg (= twee tabletten) paracetamol innemen. Bij een regelmatige inname hiervan, bouwt het lichaam en spiegel op, waardoor de pijn vermindert.
Bij kinderen dient toediening van pijnstilling in overleg met de behandelend arts plaats te vinden.
Behandeling:
Week 0:
Op de Spoedeisende Hulp wordt uw arm door middel van een sling (zie afbeelding 1) ondersteund. Dit zorgt ervoor dat uw arm kan “uithangen”. Het gewicht van uw arm draagt namelijk bij aan een goede stand van de breukvlakken. Oefeningen: maken van vuist en weer ontspannen van de hand. Daarnaast ook vingers strekken en spreiden.
Afbeelding 1; afhangende sling, niet aangedane zijde
Afbeelding 2; afhangende sling, aangedane zijde
Week 1:
Na 1 week komt u voor controle op de poli Orthopedie met en röntgenfoto vooraf. Hier krijgt u bericht van. Aan de hand van de foto, het onderzoek van de schouder en het type breuk mag er eventueel worden uitgebreid met de oefeningen. De controlerend (orthopedisch) traumachirurg zal dit nader bepalen en met u doornemen wat de behandeling zal zijn tot en met week 6. Ook kan het betekenen, in geval van verslechtering van de stand, dat een operatie nodig is. De chirurg zal u dan daarover nader voorlichten.
Week 6:
Na 6 weken wordt u terug op de polikliniek Orthopedie verwacht met een röntgenfoto vooraf. Bij voldoende aanmaak van nieuw bot en minder pijn, mag er gestart worden met actievere oefeningen. U mag de sling waarschijnlijk aflaten of het dragen ervan verminderen, maar let hierbij wel goed op hoeveel pijn u ervaart.
LET OP!
Uw situatie kan afwijken van de genoemde behandeling. Uw arts kan u andere instructies meegeven.
Adviezen
Niet ondersteunen
- Het is belangrijk dat uw bovenarm zonder belemmering kan uithangen.
- Uw elle boog mag niet worden ondersteund. Het gewicht van uw arm draagt namelijk bij aan de ontspanning van de schouder- en bovenarmspieren en hierdoor aan het herstel.
- Laat uw arm niet rusten op een kussen op de armleuning van een stoel.
- Het beste kunt u in halfzittende houding slapen. Ondersteun ook dan de arm niet met een kussen.
Verzorging oksel
Doordat u uw arm minder beweegt dan anders, komt er minder frisse lucht onder uw arm en in de elleboogplooi, waardoor zweet minder goed weg kan dan anders. De huid onder uw oksel kan rood worden en ontvellen. Het is daarom belangrijk uw oksel schoon en droog te houden.
Slapen
Halfzittend/halfliggend slapen met meerdere kussens achter de rug en één aan de zijkant onder arm. De elle boog vrijlaten zodat de arm kan uithangen.
Oefeningen
Het is belangrijk om regelmatig oefeningen te doen met uw arm, indien dit door de chirurg na 1 week is voorgeschreven.
Door de oefeningen te doen:
Vermindert de zwelling van de hand en onderarm;
- Voorkomt u dat gewrichten stijf worden;
- Beperkt u verlies van spierkracht;
- Stimuleert u de doorbloeding en botgroei.
Klachten of problemen
Toename van uw klachten kan vervelend zijn. De volgende problemen kunnen ontstaan;
- De pijn vermindert niet, maar wordt erger;
- De zwelling neemt erg toe;
- U voelt tintelingen/doof gevoel in uw arm, hand of vingers;
- U hebt andere klachten/vragen.
Wanneer u één of meerdere van de bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met de polikliniek Orthopedie.
Tot slot
Het is wettelijk niet toegestaan om een auto te besturen. U bent dan in overtreding.
Uw afspraak
Een eerste afspraak maken
Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.
Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen
U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal;
mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.