Uw behandelend arts heeft voorgesteld om bij u een bloedpatch te doen. Hier kunt u lezen wat deze behandeling inhoudt.

De behandeling

U krijgt deze behandeling, omdat u aanhoudende hoofdpijn hebt nadat u een ruggenprik hebt gehad. Een bloedpatch krijgt u als andere behandelingen tegen de hoofdpijn niet hebben geholpen. De anesthesioloog spuit wat van uw eigen bloed terug rond het gaatje waar u eerder de ruggenprik kreeg. Meestal geeft dit binnen enkele uren verlichting.

Hoofdpijn na een ruggenprik

Sommige mensen krijgen hoofdpijn na een ruggenprik. De hoofdpijn kan direct na de punctie ontstaan, maar ook nog tot ongeveer 3 dagen erna. De pijn is soms hevig en wordt erger als u rechtop gaat zitten. U kunt daarbij ook last hebben van oorsuizen. Als u ligt, neemt de pijn meestal af. De hoofdpijn gaat meestal na enkele dagen spontaan over, maar kan ook langer aanhouden. Bij jongere mensen komt hoofdpijn na een ruggenprik vaker voor.

Oorzaak

Een ruggenprik wordt gegeven:

• als regionale anesthesie (spinaal of epiduraal) rond de operatie, door de Anesthesioloog of
• voor de afname van hersenvocht (liquor), voor onderzoek, door de Neuroloog.

Een enkele keer blijft er na de punctie wat liquor uit het prikgaatje lekken. Hierdoor is de druk rond de wervelkolom en in het hoofd tijdelijk verlaagd. Dat veroorzaakt waarschijnlijk de hoofdpijn.

Wat is er aan te doen?

In eerste instantie krijgt u het advies één of twee keer 24 uur platte bedrust te houden, voldoende te drinken (met name dranken met coffeïne, zoals koffie en cola) en pijnstillers te gebruiken. Vaak zullen de klachten daarna al weg zijn. Als dat allemaal niet helpt en de pijn blijft na enkele dagen nog aanhouden, dan is de bloedpatch een mogelijke oplossing.

Voorbereiding

U krijgt ziekenhuiskleding aan en wordt met uw bed naar de behandelruimte gebracht. U hoeft voor dit onderzoek niet nuchter te zijn. Dit betekent dat u van tevoren gewoon mag eten en drinken. De behandeling gebeurt op de holding: dit is een ruimte waar ook patiënten worden voorbereid die een operatie moeten ondergaan. In uw geval gaat het echter niet om een operatie en u hoeft ook niet onder narcose. U kunt tijdens de behandeling gewoon op uw bed blijven liggen. Eerst krijgt u een infuusnaaldje in uw arm. De anesthesioloog zuigt later met een spuitje wat bloed op via dit naaldje. Dit bloed zal daarna terug gespoten worden rond het gaatje waar u eerder de ruggenprik hebt gehad. U wordt dan gevraagd om op uw zij te gaan liggen. De anesthesioloog zoekt de insteekopening van de ruggenprik op en brengt hier, na verdoving van de huid, opnieuw een naald in. Als deze op de juiste plaats zit, wordt er 10-15 cc bloed uit het infuusnaaldje gehaald. Dit wordt in de rug ingespoten. Daarna wordt de naald direct weer uit de rug gehaald. Doordat het bloed stolt rondom het gaatje, kan er geen liquor meer weglopen. Bij de meeste patiënten zal de pijn vrijwel direct of na enkele uren verdwijnen. De behandeling duurt ongeveer 15 tot 20 minuten.

Nazorg

Na de behandeling krijgt u een pleister op het wondje en moet u enkele uren plat op uw rug liggen om het dichten van het gaatje te bevorderen. De anesthesioloog vertelt u hoe lang dit in uw geval nodig is. Dit is per persoon verschillend, maar u moet denken aan een gemiddelde van vier uur en minimaal 2 uur. Hierna mag u langzaam aan weer omhoog komen. Als u zich goed voelt, kunt u rustig aan weer in beweging komen. Het kan zijn dat u een nachtje moet blijven. U hoort dit dan van de arts. Verder is het van belang dat u na de behandeling veel drinkt: 1,5 tot 2 liter vocht.

Bijwerkingen

Het ingespoten bloed neemt ruimte in, in het ruggenmerg, waardoor de druk wat toeneemt. Dat kan een pijnlijke, stijve rug veroorzaken. Dit gaat na enkele dagen tot weken vanzelf over. Soms komt de hoofdpijn toch terug. De behandeling kan dan nog een keer herhaald worden. Bij een bloedpatch bestaat er, net als bij elke ruggenprik, een zeer kleine kans op complicaties zoals een ontsteking of een bloeding. Daarom moet er een duidelijke indicatie zijn voor deze behandeling.

Wanneer moet u contact opnemen?

Als u koorts hebt, of neurologische uitval (zoals vermindering van kracht en/of gevoel), neem dan direct contact op met uw behandelend arts.

Vragen?

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van uw behandelend arts, op werkdagen te bereiken via het algemene nummer van het ziekenhuis.
T 0187 60 73 00