Logo Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Gynaecologie
Verloskundig Centrum CuraVita

Bekkenbodem en incontinentieoperaties

Bekkenbodem en incontinentieoperaties

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Bij bekkenbodemproblemen en urine-incontinentie zijn verschillende behandelingen mogelijk. Een operatie is een van die mogelijkheden. Opereren is de ingrijpendste behandeling bij deze klachten. Het gaat over chirurgische ingrepen die plaats vinden als er sprake is van een verzakking.


Informatie over bekkenbodem en incontinentieklachten

Het ziekenhuis heeft verschillende informatie die gaan over bekkenbodem- en incontinentie klachten, namelijk:

Het besluit tot een operatie

Wat de beste behandeling is, hangt af van een aantal dingen: hoe erg zijn uw klachten, hoeveel last heeft u ervan, wat heeft het nader onderzoek opgeleverd en wat voor soort verzakking heeft u? Uw gynaecoloog zal u hierover informatie geven en u helpen bij de beslissing. Er bestaan verschillende operaties voor verzakkingen en urine-incontinentie. Deze operaties gebeuren meestal via de schede, dus niet via een snee in de buik. Een operatie helpt meestal goed tegen de klachten. Ze geven veel minder last of de klachten zijn zelfs helemaal over. Wel moet u altijd rekening houden met een kleine kans op complicaties of terugkeer van de klachten na een aantal jaren. Daarnaast moet u voor veel operaties in verband met bekkenbodemproblemen op een herstelperiode van 5 - 6 weken, maar soms ook langer, rekenen. Bekkenbodemproblemen zijn in principe niet gevaarlijk voor uw gezondheid, alleen bij een zeer forse verzakking ontstaan risico’s voor de nierfunctie en eventueel complicaties van de dikke darm. U kunt dus rustig de tijd nemen om de voor- en nadelen van een operatie tegen elkaar af te wegen.

De voorbereiding voor een operatie

In de periode voorafgaand aan de operatie brengt u een bezoek aan de POS poli (het preoperatief spreekuur). U ontvangt daar informatie over de anesthesie en de voorbereiding op de operatie. Al deze informatie staat hier beschreven. Om zo goed en vlot mogelijk te herstellen is een goede conditie en het vermijden van schadelijke invloed van belang. Dit kunt u doen door bijvoorbeeld elke dag een stevige wandeling van een half uur of langer te maken. Ook overgewicht is nadelig, als u nog een ruimere wachtperiode voor de operatie heeft, dan is afvallen en aandacht voor gezonde voeding raadzaam. Een diëtiste kan u daarbij advies geven. Indien u rookt is stoppen van groot belang. Vraag uw gynaecoloog en anesthesioloog naar adviezen. Wilt u al de medicijnen die u gebruikt, in originele verpakking, meenemen naar het ziekenhuis? Bij de apotheek kunt u ook toestemming verlenen om uw gegevens digitaal te kunnen ophalen in uw digitale medisch dossier.

Operaties voor verzakkingen

Bij een verzakking kunnen er verschillende situaties bestaan die beschreven staan in ‘Bekkenbodemklachten bij vrouwen’. De blaas, de baarmoeder of het laatste deel van de dikke darm (het rectum) kan verzakt zijn. Na een baarmoederverwijdering kan de top van de schede verzakt zijn. Een enkele keer is er sprake van een verzakking (eigenlijk een breuk) van de dunne darm in de wand tussen de schede en de dikke darm. Ook kunnen verschillende organen tegelijkertijd verzakt zijn. De soort verzakking, de te verwachten uitkomst van een behandeling en de ervaring van de gynaecoloog met bepaalde soorten operaties bepalen de keuze van de operatietechniek.

Voorwand- of blaasverzakkingsplastiek

Deze operatie wordt uitgevoerd als de voorwand van de schede verzakt is. Ook inspanningsincontinentie die daarbij optreedt is een reden voor zo’n operatie. De gynaecoloog doet deze operatie via de schede. De uitgezakte voorwand van de schede met daarachter de blaas, die u soms als een bol in de opening van de schede ziet uitpuilen, wordt op zijn plaats teruggebracht. De gynaecoloog maakt in het midden van de voorwand van de schede de schedewand los van het bindweefsel bij de uitbollende blaas en urinebuis die daaronder liggen. Vervolgens wordt het ruime bindweefsel rond de blaas ingekort en in het midden weer aan elkaar gezet. De blaas kan hier nu op rusten en de verzakking verdwijnt. Daarna kan de bekleding van de schedewand, die ook te wijd geworden is, gedeeltelijk weggenomen worden. De wand van de schede wordt daarna over het bindweefsel en de blaas heen gesloten. Zo komt de voorwand van de schede weer op de plaats waar het hoort te zitten en is de uitstulping verdwenen. Ook de overgang tussen blaas en urineleider is zo verstevigd, zodat u minder gemakkelijk urine verliest. Aanvullende bekkenfysiotherapie hiervoor kan nog nodig zijn.

Verzakking van de baarmoeder

Bij een forsere verzakking van de baarmoeder adviseert de gynaecoloog vaak om de baarmoeder weg te halen. De operatie gebeurt dan via de schede. Na verwijdering van de baarmoeder zet de gynaecoloog de uitgerekte ophangbanden, na inkorting, weer vast op de top van de schede. Behouden van de baarmoeder kan de voorkeur hebben. Daarom kan soms gekozen worden voor alleen verwijdering van de baarmoederhals met behoud van het baarmoederlichaam. Steunweefsel van de baarmoederhals wordt dan gebruikt om het baarmoederlichaam op z'n plaats te brengen. Ook kan gekozen worden voor behoud van de baarmoederhals met juist verwijdering van baarmoederlichaam, maar dan moet de ingreep via de buik (met een kijkoperatie) verricht worden. Alle technieken hebben voor- en nadelen. Meer informatie over een baarmoederverwijdering vindt u in ‘Het verwijderen van de baarmoeder’.

Achterwand- en bekkenbodemplastiek

Deze operatie bestaat uit twee delen. Bij de achterwandplastiek wordt eerst de uitgerekte achterwand van de schede, die u als een bol in de schede ziet uitpuilen, weer op zijn plaats gebracht. In de achterwand van de schede maakt de gynaecoloog de schedewand los van het bindweefsel bij de uitbollende darm die daaronder aanwezig is. Vervolgens wordt het ruime bindweefsel rond de darm ingekort en in het midden aan elkaar gezet. De darm wordt hiermee teruggeduwd en kan hier nu op rusten en de darmverzakking verdwijnt. Bij deze ingreep neemt de gynaecoloog de overtollige bekleding van de schedewand, die ook te wijd geworden is, gedeeltelijk weg. Ook volgt vaak een bekkenbodemplastiek. De bekkenbodemspieren die zich aan de achterkant van de schede bevinden, worden aan de achterkant van de schede naar elkaar toegetrokken. Hierdoor wordt de bekkenbodem verstevigd en wordt de ingang van de schede minder wijd. De wand wordt daarna over het bindweefsel en de darm heen gesloten. Zo komt de achterwand van de schede weer op de plaats waar het hoort te zitten en is de uitstulping verdwenen. Dit wordt een achterwandplastiek genoemd.

Een kunststof matje bij een verzakking: doen of niet doen?

Soms wordt bij herhaalde verzakking (recidief) gekozen voor een speciaal matje in het bekken. Het doel is om de stevigheid en werking van het verzwakte weefsel te herstellen zodat de organen in het bekken weer goed worden ondersteund. De indicatie hiervoor is vaak herhaalde verzakking waarbij eerdere techniek dus alsnog weer tot een verzakking heeft geleid. Via de vagina kan dit matje geplaatst worden met enkele kleine incisies (snedes) in de huid. Deze ingreep wordt niet meer in ons ziekenhuis verricht vanwege veel negatieve publiciteit en hoge complicatie percentages. Hierdoor is het aantal van deze operaties sterk gedaald en hebben de gynaecologen in ons ziekenhuis besloten dat ze hun vaardigheid hierin niet kunnen onderhouden. Soms is hiervoor toch een indicatie en indien toch noodzakelijk kan u verwezen worden naar een centrum met voldoende expertise. Uw gynaecoloog zal dit zo nodig met u bespreken. Een beter alternatief met zeer geringe kans op complicaties wordt wel in ons ziekenhuis verricht waarbij via de buik met een kijkoperatie (laparoscopie) een bandje de verzakking (zeker bij recidief) heel goed kan verhelpen. Indien van toepassing krijgt u hierover informatie: de laparoscopische sacrocolpopexie.

Combinaties

De gynaecoloog kan verschillende van deze operaties tegelijkertijd doen. Een veel uitgevoerde operatie is bijvoorbeeld een voor- en achterwandplastiek in combinatie met een vaginale baarmoederverwijdering (baarmoederverwijdering via de schede). Andere combinaties zijn ook mogelijk.

Mogelijke complicaties

Bij elke operatie kunnen complicaties optreden, dus ook bij bekkenbodemoperaties. Wij beschrijven de meest voorkomende complicaties hieronder.

Hoewel mogelijke complicaties en lange termijn gevolgen van de verschillende operaties hier uitvoerig besproken zijn, is het belangrijk dat u zich bedenkt dat er meestal geen complicaties optreden. De meeste vrouwen zijn na de operatie zeer tevreden en wensen achteraf dat deze eerder was gebeurd.

De opname en het verblijf in het ziekenhuis

De dag van de operatie wordt u verwacht op de afdeling gynaecologie. Hier worden nog enkele gegevens met u doorgenomen. Zo nodig wordt uw bloeddruk gemeten. Vlak voor de operatie krijgt u een medicijn waar u slaperig van wordt. In operatiekleding wordt u naar de operatiekamer gereden. Voor de operatie begint krijgt u de verdoving, zoals met de anesthesioloog is afgesproken. De duur van de operatie is afhankelijk van de operatiemethode die bij u gebruikt wordt. U wordt wakker in de uitslaapkamer. U heeft dan een infuus, waardoor u vocht krijgt toegediend. Ook heeft u een katheter (slangetje) in de blaas en wanneer u een ruggenprik heeft gehad ook een dun slangetje in uw rug waardoor u de eerste dag nog pijnmedicatie krijgt toegediend. Meestal is er een gaastampon in de schede gebracht om bloed op te vangen en een bloeduitstorting te voorkomen. De gaastampon mag na 6 uur verwijderd worden na de ingreep, tenzij de operateur aangegeven heeft dat de gaastampon langer moet blijven zitten. Ook de catheter in de blaas kan dan eventueel verwijderd worden. Als u goed wakker bent, gaat u weer terug naar de afdeling. De zorg is in het begin intensief. Bloeddruk, polsslag, wond en vloeien worden regelmatig gecontroleerd. Tegen de pijn krijgt u om de zes uur 1000 mg paracetamol. Belangrijk is dat u vroegtijdig aangeeft wanneer u pijn blijft houden of wanneer u misselijk wordt of bent, u krijgt daar dan extra medicatie voor.

De periode in het ziekenhuis

Pijn is de eerste dagen na de operatie heel gewoon. Er is immers een verse operatiewond. Door de verdoving hebben uw darmen stilgelegen. Na de operatie komen ze weer op gang. Na de operatie kunt u weer eten en drinken. Wenselijk is het wel om het rustig aan te doen. Winden laten is een gunstig teken: de darmen gaan weer werken. Om te voorkomen dat u door de vele bedrust een trombosebeen krijgt, krijgt u de eerste dagen na de operatie hiertegen een injectie. De dag van de operatie (de 0 de dag) blijft u in bed. De eerste dag wordt het eventuele slangetje in uw rug, de blaaskatheter en het infuus verwijderd. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, lachen of niezen, kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen; dat voorkomt pijn. De eerste tijd kan er bloederige afscheiding zijn.
Dagelijks ziet u de gynaecoloog. Heeft u vragen, aarzel dan niet deze te stellen. Vaak kunt u de eerste of tweede dag na de operatie naar huis. Als u met ontslag gaat uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor de nacontrole bij de gynaecoloog, ongeveer 5 weken na ontslag. Meestal wordt hiervoor een telefonisch afspraak gemaakt: als u geen klachten meer ervaart is het herstel volledig en goed en hoeft u niet langs te komen. Indien er toch nog klachten zijn, dan maken we alsnog een fysieke afspraak op korte termijn.

Weer thuis

De duur van het uiteindelijke herstel is bij elke vrouw verschillend. Sommige vrouwen zijn binnen zes weken hersteld, bij anderen vergt het langer. Uw herstel is vooral afhankelijk van uw conditie vóór de operatie, zorg dus van tevoren goed voor uzelf door voldoende beweging (wandelingen met enige inspanning zijn al nuttig) en pas slechte gewoontes aan, vooral roken heeft een negatieve invloed, en ook gezonde voeding is van belang. Vraag om ondersteuning als u dat wenst.
Hier vind u enkele aanwijzingen voor de eerste weken thuis. De aangegeven tijdstippen gelden als richtlijn. Wees dus niet ongerust wanneer uw herstel meer tijd vraagt, maar luister naar uw eigen lichaam.

Vragen over uw operatie

Heeft u vragen over de planning van uw operatie? Neem dan contact op met de OK planners via 0187 - 607 627 op werkdagen van 7.30 tot 16.30 uur.

Uw afspraak

Een eerste afspraak maken

Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.

Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen

U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal; mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de BeterDichtbij app of telefonisch.

PatiëntenPortaal

Op ons PatiëntenPortaal mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.

BeterDichtbij app

Met de gratis BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.

Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?

Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).

Vergoeding van uw zorgkosten

Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.



Foldernummer: B29
Laatst bijgewerkt op: 11-06-2024




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien