Remifentanil lijkt een beetje op de pijnstiller morfine. Het wordt regelmatig gebruikt tijdens operaties, maar het gebruik tijdens bevallingen is redelijk nieuw. Het middel is daarvoor nog niet officieel geregistreerd. Inmiddels bestaat in Nederland en daarbuiten ruimere ervaring met dit middel. Onderzoeken geven aan dat het middel bij zorgvuldige controle van moeder en kind gebruikt kan worden.
Wanneer je aan bovenstaande criteria voldoet, dan kun je er voor kiezen om te bevallen met de pijnstiller remifentanil. Voor deze pijnstiller is het nodig dat je een infuus krijgt. Op dit infuus wordt een pompje aangesloten dat de dosering van remifentanil regelt. Door middel van een druk op de knop kun je het toedienen van de remifentanil zelf regelen, naast een onderhoudsdosering die continu loopt.
Het is aan te raden om de dosis remifentanil tussen de weeën in te geven. De pijnstiller werkt namelijk snel en kort en zo profiteer je optimaal van de pijnstillende werking tijdens de volgende wee. Het is belangrijk dat je jezelf de dosis geeft en niet jouw partner of een andere persoon.
Het is niet mogelijk dat je jezelf een overdosis geeft. De pomp wordt namelijk nauwkeurig afgesteld qua hoeveelheid en tijd, waardoor herhaald drukken kort na elkaar niet kan leiden tot overdosering. Daarnaast worden jij en jouw baby goed in de gaten gehouden. Regelmatig worden jouw bloeddruk, polsslag en zuurstofgehalte in het bloed automatisch gemeten. Ook de hartslag van de baby wordt continu geregistreerd.
Voor de moeder en de baby zijn de volgende niet veel voorkomende bijwerkingen bekend:
Deze bijwerkingen zijn zowel bij de moeder als de baby snel verdwenen als het middel niet meer toegediend wordt.
3. Epidurale pijnbestrijding (ruggenprik)
Bij deze ruggenprik spuit de anesthesist via een dun slangetje (katheter) verdovingsvloeistof in de ruimte tussen de ruggenwervels; de epidurale ruimte. Hier lopen zenuwen die pijnprikkels van de baarmoeder en de bekkenbodem vervoeren. Als deze zenuwen worden uitgeschakeld, voel je de pijn van de weeën veel minder of niet meer. Behalve pijnzenuwen lopen in deze ruimte ook zenuwen die de spieren in het onderlichaam aansturen. Na een ruggenprik kan dus de spierkracht in de benen tijdelijk afnemen; bovendien krijg je minder gevoel in benen en onderbuik. Door dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling pijnstillende medicijnen toegediend.
Hoe verloopt zo’n ruggenprik?
- Je krijgt eerst extra vocht via een infuus. Dit is nodig omdat jouw bloeddruk niet te veel mag dalen. Jouw pols en bloeddruk worden regelmatig gecontroleerd, met behulp van automatische bewakingsapparatuur. De harttonen van de baby worden gecontroleerd door middel van een CTG (cardiotocogram).
- Epidurale pijnbestrijding wordt door een anesthesist gegeven. Dit gebeurt op de voorbereidingskamer van de operatieafdeling . En na kantooruren op de afdeling zelf. De anesthesist prikt terwijl je op jouw zij ligt of voorover gebogen zit. Je moet jouw rug zo bol mogelijk maken en jouw lichaam zo stil mogelijk houden (ook tijdens de weeën). Daardoor wordt de ruimte tussen de ruggenwervels beter bereikbaar. De huid op de prikplaats wordt schoongemaakt en plaatselijk verdoofd met een dunne naald. Vervolgens schuift de arts op deze plaats door een andere naald een klein slangetje (katheter) tussen de wervels in de epidurale ruimte. De naald wordt er weer uit gehaald en het slangetje blijft zitten. Door inspuiting van verdovingsvloeistof worden de zenuwen vervolgens tijdelijk uitgeschakeld.
- De prik van de epidurale naald duurt kort en doet door de verdoving van de huid praktisch geen pijn.
- Als de katheter is ingebracht, kun je zich weer bewegen. Vaak wordt de katheter aangesloten op een pompje waardoor een kleine hoeveelheid verdovingsvloeistof loopt. Gemiddeld duurt het 5 tot 15 minuten voordat je het effect echt merkt.
Tijdens het verdere verloop van de bevalling worden jouw bloeddruk, polsslag, urineproductie en soms ook het zuurstofgehalte in jouw bloed regelmatig gecontroleerd en ook wordt in de gaten gehouden of de pijnstilling voldoende is. Ook de conditie van jouw baby wordt bewaakt.
Wat is het effect van epidurale pijnstilling?
In principe is het mogelijk dat je helemaal geen pijn hebt tijdens de ontsluitingsfase of tijdens het persen. Soms kunnen jouw benen slap worden of krijg je een tintelend doof gevoel in jouw buik/huid en/of je benen. Deze effecten verdwijnen als met de medicijnen wordt gestopt. De epidurale pijnbestrijding heeft bij ongeveer 5% van de vrouwen onvoldoende resultaat. Dan moet gekeken worden of de katheter goed zit en of de verdovingsvloeistof sterk genoeg is. Soms is het nodig om opnieuw te prikken of een hogere dosering te kiezen.
De anesthesist zoekt altijd naar een evenwicht in de dosering: de pijn moet draaglijk zijn terwijl de bijwerkingen zo klein mogelijk zijn. Op het hoogtepunt van een wee kun je dus toch nog wat druk of een beetje pijn voelen. Door de ruggenprik krijg je echter rust en kun je weer op krachten komen; door vermindering van pijn en angst kan de ontsluiting sneller verlopen.
Hoe gaat de bevalling verder bij epidurale pijnstilling?
Tegen de tijd dat je volledige ontsluiting hebt, wordt meestal de hoeveelheid toegediende medicijnen gestopt. Zo voel je weer de weeën en drukgevoel naar onderen wat nodig is om goed mee te kunnen persen. Soms duurt het een tijdje voordat de spontane persdrang op gang komt. De uitdrijvingsfase kan hierdoor wat langer duren. Bijkomend voordeel kan zijn dat bij een eventuele noodzaak voor een keizersnede de epidurale katheter gebruikt kan worden voor goede pijnstilling.
Kan epidurale pijnstilling altijd gegeven worden?
In bepaalde situaties is epidurale pijnstilling onwenselijk, zoals bij stoornissen in de bloedstolling, bij infecties, bij sommige neurologische aandoeningen, en bij afwijkingen of eerdere operaties aan de wervelkolom. Ook is de timing afhankelijk van de mate van ontsluiting: er moet sprake zijn van toenemende ontsluiting, maar het is gezien de methode niet zinvol om bij bijna volledige ontsluiting nog een ruggenprik te krijgen.
Bijwerkingen en eventuele complicaties van de ruggenprik
- Bloeddrukdaling: Door epidurale anesthesie worden de bloedvaten in de onderste lichaamshelft wijder; daardoor kan de bloeddruk dalen. Om dit te voorkomen krijg je al voor het inbrengen van de epidurale katheter extra vocht via een infuus. Bij een te lage bloeddruk kun je, je niet lekker voelen of duizelig worden; door op de zij te gaan liggen kun je de klachten verminderen en verdere daling van de bloeddruk voorkomen. Door de bloeddrukdaling kan eventueel de hartslag van jouw baby ook veranderen. Dit wordt zichtbaar op het hartfilmpje (CTG-bewaking).
- Blaasfunctie: Door de verdoving van het onderlichaam kun je bij epidurale pijnbestrijding moeilijk voelen of jouw blaas vol is. Ook plassen kan moeilijk zijn. Uit voorzorg krijgt je een blaaskatheter, deze wordt vaak tijdens de uitdrijving weer verwijderd, in ieder geval zodra de verdoving na de bevalling is uitgewerkt.
- Jeuk is soms een reactie op de gebruikte verdovingsvloeistof. Behandeling is zelden nodig.
- Het kan gebeuren dat je na het prikken van de epiduraal gaat rillen zonder dat je het koud hebt. Dit is onschuldig en meestal van korte duur. Het rillen ontstaat door veranderingen in jouw temperatuurgevoel.
De voor- en nadelen van epidurale pijnstilling op een rij
- De meest effectieve vorm van pijnbestrijding, tijdens de bevalling. In principe continu toepasbaar, zowel tijdens de ontsluiting als tijdens het persen. Soms wordt tijdens het persen de hoeveelheid pijnstilling verminderd of stopgezet om het actief meepersen te bevorderen.
- Er is bewaking van jezelf en het kind nodig. Je krijgt in ieder geval een infuus, een bloeddrukband, een katheter in de rug die meestal ook op een infuuspomp is aangesloten, CTG-bewaking, zo mogelijk door middel van een spiraal elektrode op het hoofd van uw kind, een drukkatheter in de baarmoeder om weeën te registreren, en soms een blaaskatheter.
- De kans op een ernstige complicatie is zeer gering. Soms kunnen vervelende bijwerkingen optreden die niet ernstig zijn: bloeddrukdaling, hoofdpijn, krachtverlies in de benen, jeuk, verminderde blaasfunctie. Deze klachten zijn goed behandelbaar en van tijdelijke aard.
- Voor de bevalling kun je bijna nooit meer rondlopen; je moet in bed blijven.
- De mogelijkheden tot epidurale pijnstilling zijn niet in ieder ziekenhuis gelijk. In Het Van Weel-Bethesda ziekenhuis is de ruggenprik wel altijd beschikbaar.
- Bij ongeveer 5% van de vrouwen is het pijnstillende effect onvoldoende.
Pijnstilling is mogelijk
Pijnstilling ‘op maat’ bij de bevalling is dus mogelijk. Indien je pijnstilling wilt, dan wordt de methode die het meest geschikt is met je besproken. De keuze is, naast jouw voorkeur, van een aantal factoren afhankelijk.
Heb je nog vragen?
Neem dan contact op met jouw verloskundige of gynaecoloog.
Vergoeding zorg
De basisverzekering vergoedt zorg die moeder en baby voor, tijdens en na de bevalling nodig hebben. Dit betekent dat de kosten voor de verloskundige, gynaecoloog en kraamverzorgende vanuit de basisverzekering worden vergoed. Wel kunnen er kosten (deels) ten laste komen van het verplichte eigen risico. Ook zijn er zorgvoorzieningen en behandelingen waarvoor je een eigen bijdrage moet betalen. Denk hierbij aan geneesmiddelen, laboratoriumonderzoek, kosten voor vervoer of de verplichte eigen bijdrage voor kraamzorg. In je zorgpolis kun je lezen welke zorg je vergoed krijgt door je zorgverzekering. Het type zorgpolis bepaalt bovendien of je zelf een zorgaanbieder mag kiezen.
Geboortezorg Zuid aan Zee
Voor iedere zwangere en partner in onze omgeving moet de geboortezorg vertrouwd, laagdrempelig en veilig aanvoelen. Vanuit de gedachte dat de zwangere centraal staat, wordt gewerkt vanuit één team en zet de coöperatie Geboortezorg Zuid aan Zee in op de juiste zorg door de juiste zorgverlener. Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis is onderdeel van deze cooperatie.
Kijk op de website
www.geboortezorgzuidaanzee.nl voor meer informatie over coöperatie Geboortezorg Zuid aan Zee en welke zorgverleners hierbij aangesloten zijn.