Uw behandelend arts heeft een buikwandbreuk bij u geconstateerd. Hier vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden.
Wat is een breuk?
Een buikwandbreuk is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand. De breuk is herkenbaar als een zwelling. De breukpoort is de opening of verzwakking in de buikwand. Deze kan ontstaan door aangeboren factoren of door uitrekking van weefsels. Uitrekking kan optreden door bijvoorbeeld vaak zwaar tillen, toename in lichaamsgewicht, persen en veel hoesten. Het is mogelijk dat de uitstulping van het buikvlies een gedeelte van de buikinhoud bevat. Bij verhoging van de druk in de buik, bij staan, persen of hoesten, kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen. De breuk wordt dan groter. Een buikwandbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden. Dat kan meer klachten geven. Uw klachten zijn afhankelijk van de plaats van de breuk. Een enkele keer komt het voor dat een breuk beklemd raakt. Dan zit de breukinhoud, die meestal plotseling is toegenomen, vastgeklemd in de breukpoort. Dit gaat gepaard met veel pijn. Een spoedoperatie is dan nodig. Er zijn verschillende soorten buikwandbreuken:
- Littekenbreuk (Hernia Cicatricialis): indien een operatie in de buik heeft plaats gevonden, blijft er een litteken over. Als hier een zwakke plek in ontstaat met uitpuilen van buikinhoud als gevolg, is er sprake van een littekenbreuk.
- Navelbreuk (Hernia Umbilicalis): Bij de aangeboren navelbreuk treedt meestal spontaan herstel op binnen de eerste drie levensjaren. Er is dan ook geen sprake van een ernstige aandoening. Beklemming van een navelbreuk op de kinderleeftijd is zeldzaam. Een navelbreuk die op latere leeftijd ontstaat geeft soms klachten.
- Bovenbuikbreuk (Hernia Epigastrica): Boven de navel komen ook breuken voor die berusten op een zwakke plek in de buikwand. Het verschil met de “gewone” breuk is, dat bij deze breuk meestal geen buikinhoud naar buiten puilt, maar alleen vetweefsel. De breuk komt nogal eens meervoudig voor en wordt vaker gezien bij mannen. Meestal geeft deze breuk geen klachten, maar een enkele keer kan er pijn optreden. Omdat meestal alleen vetweefsel aanwezig is, zal een eventuele beklemming geen ernstige gevolgen hebben.
Diagnose en onderzoek
Bij het lichamelijk onderzoek kan de arts meestal de diagnose makkelijk stellen. Wanneer een breuk bij u is geconstateerd, zal de arts met u bespreken hoe in uw geval de breuk behandeld gaat worden. Meestal wordt een operatie geadviseerd.
Voorbereiding
Voorafgaand aan de operatie brengt u een bezoek aan de POS poli (het preoperatief spreekuur). U ontvangt daar informatie over de anesthesie en de voorbereiding op de operatie. Al deze informatie staat beschreven in
“Preoperatieve Screening en Anesthesie”.
Voor de operatie
Bij aankomst op de afdeling heeft u een gesprek met een verpleegkundige. Tijdens dit gesprek is er gelegenheid om vragen te stellen. Hierna brengt de verpleegkundige u naar uw kamer waar uw bloeddruk en temperatuur worden gemeten. Anderhalf uur voor de operatie krijgt u eventueel een medicijn toegediend waar u slaperig van wordt. Tevens krijgt u door middel van een injectie een anti stollingsmiddel toegediend. Dit is bedoeld om trombose te voorkomen.
De operatie
De operatie wordt vaak met een kijkoperatie (laparoscopie) uitgevoerd. Indien dit niet mogelijk is, maakt de chirurg een snee ter hoogte van de breuk. De uitstulping van het buikvlies wordt opgeheven en de zwakke plek of opening in de buikwand wordt hersteld. Daarbij wordt de buikwand verstevigd door weefsel van de buikwand met stevige hechtingen bij elkaar te brengen. Soms is het nodig een kunststof matje ter versteviging in te hechten. De duur van de ingreep varieert van 45 minuten tot anderhalf uur, afhankelijk van de plaats en de aard van de breuk.
Na de operatie
Wanneer u weer terug bent op de afdeling heeft u een infuus. Hiermee krijgt u vocht toegediend. Het infuus wordt meestal enkele uren na de operatie verwijderd. De verpleegkundige komt regelmatig bij u en zal uw bloeddruk meten en het wondgebied controleren. Na de operatie heeft u een lichte, trekkende buikpijn. Hiervoor worden pijnstillende medicijnen gegeven. Na de operatie mag u vloeibare voeding gebruiken, met eventueel een beschuit. Dit wordt geleidelijk uitgebreid met normale voeding. Meestal bent u 's avonds na de operatie of de volgende ochtend weer in staat om rond te lopen. Na de operatie kunt u het gebruik van uw medicijnen hervatten. Uw verblijf kan variëren van één tot drie dagen. Dit is afhankelijk van de operatie en het herstel en genezingsproces na de operatie. In de meeste gevallen volstaat een telefonische controle na de operatie.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, nabloeding, longontsteking of wondinfectie. Een geringe uiting van een bloeding kunt u na enkele dagen herkennen in de vorm van een blauwe verkleuring in het wondgebied. Ook kan het voorkomen dat na verloop van tijd op dezelfde plaats opnieuw een breuk ontstaat (een
recidief breuk). Gelukkig komen complicaties betrekkelijk weinig voor.
Adviezen voor thuis
Mogelijk voelt u zich de eerste dagen thuis nog niet zo lekker en fit. Dit is niet verontrustend, een operatie is nu eenmaal een ingrijpende gebeurtenis. Het lichaam moet in zijn eigen tempo herstellen, dat heeft tijd nodig. U kunt met lichte activiteiten beginnen en deze uitbreiden zonder te forceren. Het hangt van de ingreep en het genezingsproces af wanneer u weer gewoon kunt functioneren. Meestal voelt u zelf wel wanneer alles weer kan. Waarschijnlijk hebt u nog wat wond- en buikpijn. Het is belangrijk om bij interne druk op de wond (bijvoorbeeld bij persen, niezen of hoesten) tegendruk te geven, door de wond met de hand of met een kussentje te ondersteunen. Zodra de pleisters verwijderd zijn mag u weer douchen. U mag dan echter nog niet in bad. Dat mag pas weer wanneer de hechtingen zijn verwijderd.
Vragen over uw operatie
Heeft u vragen over de planning van uw operatie? Neem dan contact op met de OK planners via 0187 - 607 627 op werkdagen van 7.30 tot 16.30 uur. Heeft u nog vragen?
Neem dan contact op met de poli chirurgie, te bereiken van maandag tot en met vrijdag van 08.30-16.30 uur op
T 0187 60 71 10.
In de avonden en weekenden kunt u contact opnemen met de Spoed Eisende Hulp via
T 0187 60 72 90.
Uw afspraak
Een eerste afspraak maken
Voor een eerste afspraak heeft u een verwijzing van de huisarts of andere medisch specialist nodig. Voor bloedprikken hoeft u geen afspraak te maken. Veel afspraken zijn ook online te maken via het
PatiëntenPortaal.
Een vervolgafspraak maken of een afspraak wijzigen
U kunt ook uw vervolgafspraak gemakkelijk zelf plannen of een afspraak wijzigen via uw persoonlijk PatiëntenPortaal;
mijn.vanweelbethesda.nl. Lukt het niet om uw afspraak digitaal te plannen en wilt u liever één van onze medewerkers spreken? Neem dan telefonisch contact op met het betreffende specialisme via het Afsprakenbureau op 0187 60 23 55. De poliklinieken zijn op werkdagen van 8.30-12.30 en 13.30-16.30 uur bereikbaar.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Kijk dan in uw persoonlijk PatiëntenPortaal, op onze website of vraag het aan uw zorgverlener via de
BeterDichtbij app of telefonisch.
PatiëntenPortaal
Op ons PatiëntenPortaal
mijn.vanweelbethesda.nl kunt u terecht voor veilige toegang tot uw medisch dossier, persoonlijke gegevens, het maken en inzien van afspraken en voorlichting over uw aandoening en/of behandeling. Het portaal is toegankelijk met behulp van uw DigiD.
BeterDichtbij app
Met de gratis
BeterDichtbij app heeft u eenvoudig en veilig contact met uw eigen arts of andere zorgverlener. Wanneer uw e-mailadres en uw mobiele telefoonnummer correct geregistreerd zijn in ons systeem, ontvangt u na het maken van uw eerste afspraak een uitnodiging voor deze app.
Hulp nodig bij het PatiëntenPortaal of BeterDichtbij?
Neem contact op met de Digihulp van CuraMare via
digihulp@curamare.nl of 0187 89 10 10 (tijdens kantooruren).
Vergoeding van uw zorgkosten
Niet alle zorg in het ziekenhuis wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. U betaalt ook altijd de hoogte van uw eigen risico. Vraag vooraf bij uw zorgverzekeraar of uw behandeling in ons ziekenhuis vergoed wordt.