Uw kind komt binnenkort in ons ziekenhuis voor het verwijderen van de neus- en keelamandelen. De KNO-arts heeft u mondeling het een en ander verteld over de behandeling. Hier kunt u de informatie nog eens nalezen.

Neus- en keelamandelen

De twee keelamandelen kunt u zien als u achter in de keel kijkt. De derde amandel is de neusamandel, deze kunt u niet zien. Amandelen werken als een soort filter die binnendringende ziektekiemen moet bestrijden. Ze vergroten de weerstand tegen ziekte. Soms zijn de amandelen niet in staat de ziektekiemen voldoende te vernietigen. De ziektekiemen hopen zich dan op in de amandelen, die daardoor zelf ontstoken raken. De filter raakt dan verstopt. Ze worden dik en pijnlijk. Dit kan gepaard gaan met koorts en het kind kan zich er ziek door gaan voelen. Als de KNO-arts constateert dat de amandelen meer kwaad dan goed doen, zal hij adviseren de amandelen te verwijderen. Goed werkende amandelen zijn nuttig, maar amandelen zijn niet onmisbaar. Als ze eenmaal verwijderd zijn, nemen andere klieren hun taak over.

Voorbereiding

Wat neemt u mee?

• Zorgverzekeringspas
• ID-bewijs
• Medicijnen die uw kind gebruikt, ook medicijnen die uw kind zo nodig gebruikt, zoals pufjes
• Het is belangrijk in verband met de hygiëne dat u zelf en uw kind geen sieraden dragen tijdens het ziekenhuisverblijf
• Als uw kind lang haar heeft, wilt u het dan op een staart binden?
• Uw kind mag één knuffel meenemen of favoriet speelgoed en eventueel eigen beker.

Nuchter zijn

Ons ziekenhuis gebruikt de volgende richtlijnen bij het nuchter zijn op de operatiedag. Wanneer uw kind zich niet heeft gehouden aan deze instructies, dient u dit te melden aan de verpleegkundige.

Nuchterbeleid	Volwassenen	Kinderen (tot 12 jaar)
Laatste 6 uur voor opnametijd	Niets meer eten, alleen nog water en/of heldere appelsap drinken	Niets meer eten, alleen nog water, heldere appelsap en/of borstvoeding
Laatste 4 uur voor opnametijd	n.v.t.	Ook géén borstvoeding meer
Laatste 2 uur voor opnametijd	Ook niets meer drinken	n.v.t.
Laatste 1 uur voor opnametijd	n.v.t.	Ook niets meer drinken
Op de dag van operatie niet roken, geen alcohol en geen kauwgom! Indien u zich niet gehouden hebt aan deze instructies, kan de operatie niet doorgaan.

Medicijnen

Als uw zoon of dochter medicijnen of pufjes voor de longen gebruikt mag u die op de gebruikelijke wijze toedienen, medicijnen met zo min mogelijk water.
De week voorafgaand aan de operatie mag u geen Aspirine, Sinaspril, Aspro, Chefarine, Witte kruispoeder of andere aspirineachtige preparaten geven. Als u vragen heeft over het medicijngebruik, overleg dan met uw behandelend arts.

Zindelijk

Als uw kind ’s nachts nog niet zindelijk is kan het zijn dat het tijdens de narcose in zijn/haar broek plast. Daarom is het voor uw kind èn voor u zelf prettiger als u uw kind een luier omdoet op de dag van de ingreep.

Vervoer

Op de dag van de ingreep is het raadzaam dat u met twee personen komt. Eén volwassene kan de auto besturen, de ander kan het kind, achter in de auto, na de ingreep, in de gaten houden en troosten.

Bezoek

In verband met de rust op de kinderafdeling is het niet toegestaan om broertjes en/of zusjes mee te brengen.

Hoe bereid u uw kind voor?

1. Kijk samen met uw kind naar de voorbereidingsfilms. (klik op de qr code of scan deze met uw mobiele apparaat om naar het filmpje te gaan)

Algemene voorlichting

Voor kinderen tot 8 jaar met narcosekapje


Voor kinderen van 8 tot 18 jaar met infuus

2. Praat samen met uw kind over wat jullie gezien hebben in de filmpjes.
3. U heeft gezien dat u bij uw kind mag blijven totdat uw kind slaapt.
4. Heeft u vragen naar aanleiding van het kijken van de filmpjes dan kunt u contact op nemen met de Medisch Pedagogische Zorg. Zij houden telefonisch spreekuur op dinsdag en donderdagmiddag van 13.00 tot 15.45 uur, telefoon 0187-60 1575. U hoeft hiervoor geen afspraak te maken.
5. Wanneer uw kind speciale aandachtspunten heeft of baat heeft bij een voorbereiding in het ziekenhuis, kunt u hiervoor een afspraak maken zodat uw kind een passende voorbereiding en begeleiding krijgt rondom de operatie.
6. Ook de dagen na de operatie is het verstandig om uw kind te helpen met de verwerking door nogmaals de filmpjes te bekijken en daar samen over door te praten.

De dag van de operatie

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de receptie van de hoofdingang voor de dagopname. U heeft een bevestiging van de afspraak ontvangen waarop datum en tijdstip van opname staan vermeld. De receptioniste wijst u de weg naar de Kinderafdeling.

Ontvangst door de verpleegkundige

U meldt zich bij de balie van de afdelingssecretaresse. Zij brengt u naar de kamer waar uw kind verblijft. De verpleegkundige komt met u kennismaken en ze neemt de temperatuur en de hartslag van uw kind op. Ze geeft uw kind een Paracetamol zetpil en uw kind krijgt een OK-jasje, OK-sokken en polsbandje met de naam.

Als uw kind de narcose via een infuus krijgt, brengt ze verdovende zalf aan op de arm voordat de infuus geprikt wordt. De verpleegkundige brengt uw kind met één ouder naar de operatiekamer.

De operatie

Het verwijderen van neus- en keelamandelen vindt plaats op de operatieafdeling onder algehele narcose. De ouder mag tijdens de toediening van de narcose aanwezig zijn. Als u zwanger bent mag u niet mee naar de operatiekamer in verband met schadelijke gassen voor het ongeboren kind.

U krijgt op de OK een speciale steriele jas aan, oversloffen over uw schoenen en een operatiemuts op. In verband met hygiëne verzoeken wij u om uw sieraden thuis te laten. Uw mobiele telefoon moet u uit schakelen.

Tijdens de inleiding van de narcose ligt uw kind op de operatietafel en kunt u naast uw kind staan. Het is belangrijk dat u probeert uw kind gerust te stellen door tegen uw kind te blijven praten en eventueel de handjes vast te houden tot uw kind slaapt.

Vaak gebeurt het dat uw kind de ogen open houdt en/of onwillekeurige bewegingen maakt tijdens het inleiden van de narcose. Dit is normaal en is geen reden tot ongerustheid. Bij het bereiken van de juiste narcosediepte verdwijnt dit spontaan.

Het is niet toegestaan om bij de operatie aanwezig te zijn.
De operatie zal ongeveer 20 tot 30 minuten duren.

Na de operatie wordt uw kind naar de uitslaapruimte gebracht. U wordt direct opgehaald en mag u bij uw kind zijn om het op te vangen en te troosten. U en uw kind worden door een verpleegkundige terug begeleid naar de afdeling.

Complicaties

Bij deze ingreep komen weinig complicaties voor. De kans dat er zich een complicatie voordoet bedraagt minder dan 1,5%. Soms kan uw kind wat koorts krijgen en in een heel enkel geval kan er sprake zijn van een nabloeding. Als uw kind helderrood bloedverlies heeft, is het noodzakelijk dat u direct contact opneemt met het ziekenhuis. Er kan dan sprake zijn van een nabloeding.
Omdat er tot 2 weken na de ingreep een kleine kans op een nabloeding is moet u altijd in de nabijheid van een ziekenhuis kunnen zijn. U mag dus niet gaan vliegen of gaan varen.

Na de operatie

Gelijk na de operatie krijgt uw kind koude dranken te drinken zoals water of limonade met ijs en een waterijsje. Neemt u gerust een favoriete drinkbeker of fles mee (van naam voorzien). U bent vrij om voor uw kind eigen drinken mee te nemen, echter met de volgende beperkingen:

• geen priklimonade
• geen melk of melkproducten, zoals Yogi drink of chocolademelk
• geen sappen zoals appelsap of jus d’orange

Op de dag van de operatie komt het voor dat uw kind wat "oud bloed" (bruin/rood) uitspuugt. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken.

Zodra uw kind goed wakker is, niet meer bloedt en goed drinkt, mag uw kind weer naar huis als de verpleegkundige dit verantwoord vindt. Uw kind moet minimaal tot vier uur na de operatie blijven. Een enkele keer komt het voor dat uw kind een nacht moet blijven.

Naar huis

Het allerbelangrijkste na deze ingreep is ZEER GOED DRINKEN. Dit moeten koele dranken zijn (geen priklimonade of rode dranken) Waterijsjes gelden ook als drinken. Goed en veel drinken bevordert een snelle genezing.

Eetadviezen:

Op de 1e dag: koud vloeibaar, ’s avonds knijpfruit of appelmoes
Op de 2e dag: boterham zonder korstjes
Op de 3e en 4e dag: aardappelpuree, zachte groenten
Tot de 5e dag: geen harde, scherpe producten
Vanaf de 5e dag mag uw kind weer alles eten

Op de dag van de operatie is het verstandig uw kind bedrust te laten houden. De tweede dag mag uw kind uit bed, wij adviseren u om uw kind die dag nog binnen te houden. Uw kind mag na gemiddeld één week weer naar school gaan.

Na de operatie heeft uw kind keelpijn en er komt, zoals bij ieder wondje, wat bloed uit de mond of neus. Het verwijderen van de neusamandel vindt plaats via de keel en niet via de neus. Uw kind zal dan ook geen pijn aan de neus hebben. Op de plaats van de verwijderde keelamandelen ontstaat een grijswit beslag; dat is normaal en geen teken van ontsteking. Het geeft soms een vieze smaak in de mond en uw kind kan daardoor ook enkele dagen een beetje 'slecht' uit de mond ruiken. Dit beslag verdwijnt na ongeveer twee weken. Soms gaat dat gepaard met een lichte bloeding.
Als uw kind temperatuurverhoging heeft boven de 38°C, houd uw kind dan binnen. Nacontrole is meestal niet nodig.

Pijnbestrijding na de operatie

Na de operatie krijgt uw kind pijnmedicatie volgens een schema om de pijn zoveel mogelijk te beperken. Op vaste tijden wordt de medicatie toegediend. Mocht de pijnstilling niet toereikend zijn, dan wordt deze aangepast. De verpleegkundige kan hierover altijd in overleg met de anesthesioloog.

Het is belangrijk om voor de operatie te zorgen dat u genoeg Paracetamoltabletten of -zetpillen in huis heeft. De verpleegkundige geeft u bij het ontslag uitleg over het gebruik hiervan. Het is van belang dat uw kind thuis ook op vaste tijden de pijnmedicatie inneemt volgens onderstaand schema.

Toedieningsschema paracetamol

Kilogram	Hoe vaak per dag	Dosering
8 kg - 12 kg	3x daags	240 mg
13 kg - 16 kg	4x daags	240 mg
17 kg - 24 kg	3x daags	500 mg
25 kg - 34 kg	4x daags	500 mg
35 kg - 49 kg	3x daags	1000 mg
>50 kg	4x daags	1000 mg

Minderjarigen

De wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is heel duidelijk over de rechten van minderjarigen in relatie tot het nemen van beslissingen over een bepaalde behandeling of onderzoek. Kinderen tot twaalf jaar mogen niet voor zichzelf beslissen over een behandeling of onderzoek, terwijl voor behandeling van kinderen tussen twaalf en zestien jaar zowel toestemming van de ouders als van het kind nodig is. Vanaf zestien jaar worden kinderen in de WGBO gelijkgesteld met volwassenen. Meer informatie hierover kunt u vinden in op de website kindenziekenhuis.nl en in "Kinderafdeling"